In 1993 en 1995 bleek dat de bedding van de rivier de Maas in Limburg onvoldoende ruimte had om de watertoevoer bij overvloedige regenval te kunnen verwerken. Om nieuwe overlast in de toekomst tegen te gaan, besloot het Rijk maatregelen te nemen ter vergroting van de hoogwaterveiligheid. Die maatregelen bestonden in hoofdzaak uit verruimen en verdiepen van het zomerbed van de rivier en de aanleg van nevengeulen. Zoals wel vaker voorkomt was in dit project sprake van een dubbele doelstelling: verbeteren van de veiligheid en natuurontwikkeling.
De m.e.r.-procedure startte in 1999. Het plaatsje Lomm was een van de locaties waar een grote nevengeul zou komen. Bij de aanleg van zo’n nevengeul wordt eerst een overmaat aan vermarktbaar materiaal (zand en grind) weggraven. De opbrengsten van het zand en grind financieren namelijk het project! De gegraven put wordt vervolgens tot een bepaalde hoogte weer opgevuld met grond en verontreinigd slib dat elders is weggegraven bij de verdieping en verruiming van het rivierbed.
Je kunt je voorstellen dat de bewoners van Lomm niet blij waren dat ze in hun ogen ‘een van de afvalstortplaatsen voor de gifgrond van de Maaswerken’ zouden worden. Om nog maar niet te spreken van de langdurige overlast door de graafwerkzaamheden en de af- en aanvoer van het materiaal. Als werkgroepsecretaris van de Commissie m.e.r. heb ik de emotionele bijeenkomsten bijgewoond die in Lomm in het café Het Witte Paard plaatsvonden. Lomm bracht 2000 zienswijzen in tegen het project. Een hele prestatie voor een dorpje dat in totaal slechts 793 inwoners telt. Toch leer je uit zo’n project dat alles relatief is. Op de gronden langs de rivier waar de nevengeul zou komen, hadden de inwoners van Lomm hun moestuinen. Maar die gronden waren vele malen meer verontreinigd dan de grond die uiteindelijk in de put bij de nevengeul zou worden gestort. Bovendien werd het stort met een flinke laag schone grond afgedekt. Dus qua verontreiniging werd het uiteindelijk alleen maar beter, bleek uit het milieueffectrapport. Bovendien werden de plannen –mede op grond van de resultaten van het milieueffectrapport- gelukkig wel zodanig aangepast dat aan- en afvoer slib en grondstoffen alleen over het water zou plaatsvinden en niet met vrachtwagens door het dorp. De besluiten hielden stand bij de rechter en de werkzaamheden startten in 2007.
Een tijdje geleden ben ik nog eens gaan kijken bij Lomm omdat ik in de omgeving een fietstocht maakte. De werkzaamheden waren in volle gang.
De uitbater Van Het Witte Paard wist te vertellen dat de boosheid volledig was weggeëbd. Er werden natuurexcursies georganiseerd naar de plekken die al klaar waren en er was een uitzichtplateau op de geluidwal aangelegd waar je mooi zicht had op de werkzaamheden. Dat plateau werd druk bezocht door belangstellenden. Toen in 2012 een nieuwe m.e.r.-procedure voor Lomm startte, waren er dan ook nauwelijks tot geen bezwaren meer tegen de voorgenomen verdere vergroting van de geul.
Toch valt er bij het Maaswerkenproject nog wel een kanttekening te maken, en wel bij het principe van budgetneutraliteit, oftewel het principe dat de opbrengsten van de zand- en grindwinning het project betalen. Dat heeft namelijk destijds geleid tot langdurige en moeizame onderhandelingen tussen de overheid en de zand- en grindwinners die op strategische plekken langs de Maas grond hadden verworven. Het leidde niet alleen tot vertraging, maar functioneerde ook als een perverse prikkel en leidde tot een negatieve spiraal. De winbedrijven waren namelijk ook verantwoordelijk voor de maatregelen die nodig waren om negatieve gevolgen voor omwonenden, bedrijven en natuur (Natura 2000) in de omgeving te ondervangen. Omdat die gevolgen soms onzeker waren, vroegen de bedrijven om steeds grotere concessies voor de winning (breder, dieper) om de kostenrisico’s te kunnen afdekkken. Maar dat leidde weer tot meer nadelige effecten, dus tot duurdere maatregelen om de nadelige effecten op te vangen. Enzovoort…. Een groep slimme insprekers had dat door en vroeg naar aanleiding van het opgestelde Milieueffectrapport Maaswerken of het niet goed zou zijn om ‘het meest sobere alternatief’ voor de rivierverruiming uit te werken. Zo ver is het echter niet meer gekomen, want de trein was al niet meer te stoppen. De afspraken waren intussen in beton gegoten. Maar de projectleider heeft me stiekem nog wel eens toevertrouwd dat hem op de keeper beschouwd het meest sobere alternatief nog niet zo gek had geleken.
Reacties