Door strengere wet- en regelgeving ontstaat steeds vaker behoefte om intensieve veehouderijen te concentreren in een Landbouwontwikkelingsgebied (LOG). Door deze bedrijven te verplaatsen ontstaat enerzijds een kwaliteitsverbetering op de vertreklocatie en krijgt de intensieve veehouderij anderzijds, binnen het LOG, uitbreidingsmogelijkheden. Realisatie van een LOG leidt dan ook tot een ruimtelijke verbetering. De planontwikkeling hiervoor is echter door de complexe milieuwet- en regelgeving niet eenvoudig. Ook is de juridische verankering van milieucomponenten vaak lastig; omdat deze vaak niet ruimtelijk relevant zijn, kunnen ze bijvoorbeeld niet zomaar worden opgenomen in een bestemmingsplan. Planmakers zoeken dan ook naar creatieve en innovatieve oplossingen om de ontwikkeling van een LOG toch mogelijk te maken. In dit artikel wordt een innovatieve aanpak gepresenteerd aan de hand van de casus LOG Egchelse Heide.
TOETS031320LOGDE AUTEUrSAnouk Meulenbroeks-Leppens (06 20613989, Anouk.Meulenbroeks-Leppens@grontmij.nl) is milieuplanoloog bij Grontmij. Claudia Swart(06 53726802, Claudia.Swart@grontmij.nl) is projectmanager bijGrontmij. Het artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Ca-roline Derks van de gemeente Peel en Maas (senior projectleider LOGEgchelse Heide) en Francien Limpens-Cuijpers, gedetacheerd bij de ge-meente Peel en Maas via Tonnaer, adviseurs in omgevingsrecht (juristLOG Egchelse Heide).OnTwikkElingvangEmEEnTElijkSTikSTOfbElEidlOgEgchElSEhEidE:ObSTakElSOvErwinnEndoorstrengerewet-enregelgevingontstaatsteedsvakerbehoefteomintensieveveehouderijenteconcentrerenineenlandbouwontwikkelingsgebied(lOg).doordezebedrijventeverplaatsenontstaatenerzijdseenkwaliteitsverbeteringopdevertreklocatieenkrijgtdeintensieveveehouderijanderzijds,binnenhetlOg,uitbreidingsmogelijkheden.realisatievaneenlOgleidtdanooktoteenruimtelijkeverbetering.deplanontwikkelinghiervoorisechterdoordecomplexemilieuwet-enregelgevingnieteenvoudig.Ookisdejuridischeverankeringvanmilieucomponentenvaaklastig;omdatdezevaaknietruimtelijkrelevantzijn,kunnenzebijvoorbeeldnietzomaarwordenopgenomenineenbestemmings-plan.PlanmakerszoekendanooknaarcreatieveeninnovatieveoplossingenomdeontwikkelingvaneenlOgtochmogelijktemaken.inditartikelwordteeninnovatieveaanpakgepresenteerdaandehandvandecasuslOgEgchelseheide.anoukmeulenbroeks-leppensenclaudiaSwartOp ongeveer een kilometer ten zuidwesten van de kern Eg-chel in de Limburgse gemeente Peel en Maas wordt al eni-ge jaren gewerkt aan de planontwikkeling van een LOG.Nieuwe intensieve veehouderijen moeten in LOG EgchelseHeide door een bestemmingsplan, ontwikkelruimte krij-gen die elders binnen de gemeente Peel en Maas niet aanwezig is. Het LOGis met een omvang van ongeveer 23 hectare relatief klein en biedt fysiekruimte voor maximaal zes intensieve veehouderijen (waarvan er twee con-creet waren bij de planontwikkeling) en een mestverwerkingsinstallatie.De vestiging van een intensieve veehouderij in het LOG is alleen mogelijkwanneer het betreffende bedrijf elders in de gemeente een probleem op-lost. Op deze manier ontstaat ontwikkelruimte die het betreffende bedrijfmag benutten voor uitbreiding. Het doel van het LOG is dus tweeledig:enerzijds krijgen agrari?rs de mogelijkheid om uit te breiden, anderzijdsworden bestaande knelpunten op andere locaties opgelost.LOG Egchelse Heide ligt bij vier Natura 2000-gebieden, met habitats diegevoelig zijn voor stikstofdepositie. Bovendien is bij al deze beschermdenatuurgebieden in de huidige situatie al sprake van een overbelaste situa-tie van stikstofgevoelige habitats.De gemeente Peel en Maas is zeer proactief met het LOG begonnen. Zoheeft de gemeente randvoorwaarden bepaald voor de ontwikkeling van hetLOG, waaronder de eis dat het woon- en leefklimaat in de kern Egchel nietmag verslechteren door geurhinder. Daarnaast zijn overeenkomsten geslo-ten met twee agrari?rs die zich daadwerkelijk in het LOG willen vestigen.Deze twee ondernemers hebben hun bedrijf in de kernrandzone be?indigdof hun uitbreiding daar beperkt. Ook heeft de gemeente rechten opgekochtvan een aantal agrarische bedrijven in en nabij het LOG om op die maniermilieuruimte te cre?ren. Tenslotte heeft ze alle gronden in het LOG in deloop der jaren verworven. Zo kan, mede vanuit die positie, de regie in han-den gehouden worden.TOETS031321tensieve veehouderijen (die nog niet in het LOG ontwikkeld waren) hadgemaakt erg ruim waren. Het LOG mocht echter niet leiden tot extra stik-stofdepositie op de Natura 2000-gebieden nabij het LOG. Uit het stikstofon-derzoek en de passende beoordeling bleek dat een derde intensieve veehou-derij alleen mogelijk zou zijn als er gesaldeerd werd bijvoorbeeld doorrechten op te kopen of door het toepassen van een schoner stalsysteem inde bedrijven in het LOG. Daarbij moet uiteraard aan de voorwaarden zijnvoldaan voor salderen, zoals deze in de rechtspraak zijn aangegeven. Zo issalderen alleen toegestaan binnen hetzelfde habitattype. Het intrekkenvan emissierechten van een agrarisch bedrijf dat leidt tot een verminde-ring van stikstofdepositie op habitattype X mag dus niet worden gebruiktvoor een ontwikkeling waarbij extra stikstofdepositie op habitattype Y op-treedt.Ook in het geuronderzoek werd geconcludeerd dat de milieuruimte in hetLOG beperkt was. De twee al bekende intensieve veehouderijen en eventu-eel een mestverwerkingsinstallatie vormden geen belemmering. Dit bete-kende wel dat aan de overige ruimte die het LOG biedt voor nog eens vierintensieve veehouderijen eisen gesteld dienen te worden met betrekkingtot de maximale geuruitstoot. Dit is een uitdaging omdat bepaalde eisenniet via het bestemmingsplan of privaatrechtelijk afgedwongen kunnenworden.Knelpunten LOG Egchelse HeideBepalen milieuproblematiekDe planontwikkeling rond LOG Egchelse Heide was vanaf de start een uit-daging gezien de problematiek rond de plannen voor intensieve veehoude-rijen in Nederland. E?n van de eerste stappen om de mogelijkheden binnenhet LOG in beeld te brengen was het krijgen van inzicht in de omvang vande milieuruimte die voor het LOG beschikbaar is. Dit was een uitdaging,omdat de beschikbare milieuruimte niet alleen wordt begrensd door dewet- en regelgeving hierover, maar mede door de gemeentelijke toezeggingdat het woon- en leefklimaat voor wat betreft geur voor de kern Egchel nietmag verslechteren. Om deze milieuruimte te bepalen werd voor vijf milieu-aspecten, die de milieuruimte het meest bepalen, onderzoek uitgevoerd.Het ging om stikstofdepositie, geurhinder, luchtkwaliteit, geluidhinder enverkeer. Uit de onderzoeken naar de aspecten verkeer, luchtkwaliteit engeluid bleek dat in het LOG zes intensieve veehouderijen en een mestver-werkingsinstallatie gerealiseerd konden worden zonder dat milieunormenzouden worden overschreden. Voor stikstofdepositie en geurhinder bleekde maximale milieuruimte veel kleiner te zijn.Het onderzoek naar stikstofdepositie wees uit dat de afspraken die de ge-meente in het verleden in de overeenkomsten met de twee al bekende in-Stallen in de gemeente Peel en Maas.TOETS031322LOGOnduidelijkheid invulling LOGEen andere uitdaging bestond uit het feit dat voor het grootste deel van hetLOG onduidelijk was welke andere bedrijven zich daar zouden vestigen.Om berekeningen uit te kunnen voeren, moest input geleverd worden voorde verschillende milieumodellen, bijvoorbeeld over type dieren, aantallendieren en de locatie waar het bedrijf nu zit. Dit probleem bleek re?el om-dat de Commissie voor de milieueffectrapportage tijdens het locatiebezoekbenadrukte dat zij gedetailleerde (milieu)berekeningen wilde zien waarinaangetoond werd dat realisatie van het volledige LOG haalbaar is.Milieuruimte afgesloten overeenkomstenDe proactieve houding van de gemeente leidde tot een volgend aandachts-punt. In de overeenkomsten met de twee agrarische bedrijven was de maxi-male uitstoot vanuit geurhinder bepaald op basis van globale uitgangspun-ten, inzichten en berekeningsmethode. De maximale uitstoot (op basis vande overeenkomsten) was hierdoor erg ruim zodat de milieuruimte voor deoverige vier bedrijven werd beperkt. Ook de afspraken die gemaakt warenmet de kern Egchel over geurhinder zijn van invloed op de beschikbaremilieuruimte in het LOG. Daarnaast beschikte de gemeente niet over demilieurechten van het bestaande agrarische bedrijf in het LOG; de locatievan dit bedrijf was wel aangekocht maar de rechten had de agrari?r door-verkocht aan een nabij gelegen intensieve veehouderij.Innovatieve aanpakAl met al leken tal van belemmeringen de ontwikkeling van LOG EgchelseHeide in de weg te staan. Om ondanks al deze obstakels toch het LOG tekunnen realiseren, is een innovatieve aanpak ontwikkeld die gedurendehet project vorm heeft gekregen. De aanpak bestond uit verschillende on-derdelen waarbij de bestaande knelpunten zijn omgevormd tot kansen enoplossingen.Fictief bedrijf doorrekenenVoor de milieuberekeningen moesten gedetailleerde modellen opgesteldworden. Aangezien op korte termijn niet bekend zou worden welke anderebedrijven zich in het LOG gaan vestigen, moest de haalbaarheid van anderebedrijven op een andere manier worden aangetoond. In de eerste bereke-ningen werd een extra nieuwvestiging van een intensieve veehouderij inhet LOG doorgerekend. Vrijwel meteen werd duidelijk dat dit (onder ande-re door de aanwezige Natura 2000-gebieden) niet haalbaar is. Bovendien isdit een worst case situatie die in werkelijkheid niet op zal treden omdatzich in het LOG enkel intensieve veehouderijen kunnen vestigen die vanelders binnen de gemeente worden verplaatst. De agrarische bedrijvenmoeten ergens anders in de gemeente een knelpunt oplossen, Het zijn dusverplaatsende bedrijven van elders uit de gemeente die zich (opnieuw) ves-tigen in het LOG.Uiteindelijk is gekozen om een fictief derde bedrijf (dus een verplaatser vanbinnen de gemeente) door te rekenen. Als aangetoond kon worden dat deverplaatsing van dit fictieve bedrijf mogelijk is, dan is ook de haalbaarheidvan het LOG aangetoond. Er is een bestaand bedrijf binnen de gemeentegekozen dat naar het LOG verplaatst zou kunnen worden hoewel dezeondernemer hiervoor geen concrete plannen heeft. Uit de berekeningenbleek dat de verplaatsing van dit fictieve bedrijf naar het LOG haalbaar was.Landschap in de gemeente Peel en Maas.TOETS031323De milieuwinst zat onder andere in het gebruik van een schoner stalsy-steem in het LOG. Dit was een belangrijke stap omdat de haalbaarheid vanhet LOG op deze manier modelmatig was aangetoond.Profiteren van eigendomssituatieEen andere kans lag in de eigendomssituatie van het LOG. De gemeentehad alle gronden in het LOG verworven. Door deze eigendomssituatie kande gemeente eisen stellen aan de kopers van de gronden. In de nieuwe over-eenkomsten kan de gemeente eisen stellen aan de uitstoot van de nieuwebedrijven. Mede hierdoor kan de gemeente ook de afspraak met de kernEgchel over geurhinder nakomen.Gemeentelijk stikstofbeleidNaast de koopcontracten is besloten om ook op andere wijze te waarborgendat de milieu-uitstoot van het LOG wordt beperkt. De gemeente heeft eenstikstofbeleid vastgesteld om te voorkomen dat het LOG leidt tot signifi-cant negatieve effecten op nabijgelegen Natura 2000-gebieden door stik-stofdepositie. In dit stikstofbeleid is bepaald dat een intensieve veehouderijin het LOG stikstofneutraal moet zijn. Dit betekent dat een nieuw bedrijf inhet LOG moet salderen door rechten van andere bedrijven op te kopen ofeen schoner stalsysteem te hanteren.Dit stikstofbeleid is ook verankerd in de Notitie Milieuruimte van de ge-meente die specifiek voor het LOG is opgesteld. Hierin worden ook anderemilieuaspecten (geur, geluid, lucht en verkeer) geregeld en wordt het effectvan het totale LOG beschouwd. In deze Notitie Milieuruimte is de maxi-male milieuruimte van het LOG bepaald. Deze notitie zal geactualiseerdworden wanneer zich een volgend bedrijf aandient. Dan worden opnieuwberekeningen uitgevoerd om te bekijken of binnen de maximale milieu-ruimte wordt gebleven. Deze berekeningen zullen dan met name betrek-king hebben op de bepalende milieuaspecten zoals geurhinder en stikstof-depositie. Omdat de andere aspecten momenteel geen belemmeringvormen zal dit in de toekomstige situatie naar verwachting evenminleiden tot een beperking.De gemeente gaat informatie van de intensieve veehouderijen bijhoudenin een gemeentelijke stikstofbank. In deze database wordt opgenomen vanwelke agrarische bedrijven de rechten zijn vervallen en door welk bedrijfdeze rechten zijn opgekocht. Op deze manier kunnen nooit verschillendeagrarische bedrijven worden gerealiseerd waarbij gebruik wordt gemaaktvan dezelfde rechten. Dit zou immers tot een vergroting van de uitstootleiden. Met de stikstofbank is duidelijk welke concrete rechten beschikbaarzijn en waar de betreffende milieuruimte is gerealiseerd.Voorwaarden in regels bestemmingsplanIn het bestemmingsplan zijn ook voorwaarden opgenomen waarmee demilieuruimte is verankerd. Zo is in de regels een voorwaardelijke verplich-ting opgenomen over de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. Debedrijven moeten stikstofneutraal uitgevoerd worden zodat geen sprake isvan een toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. Hiervankan door een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid worden afgewekenwanneer dit past binnen een vergunning op grond van de Natuurbescher-mingswet 1998 of wanneer dit op een andere manier past binnen wet- enregelgeving (bijvoorbeeld een toekomstige programmatische aanpak voorjoopvanhoudt/rwsLigging van het plangebied voor LOG Egchelse Heide.TOETS031324 stikstofdepositie). In het bestemmingsplan zijn enkel de twee al bekendebedrijven rechtstreeks bestemd. Voor de overige gronden binnen het plan-gebied is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen naar onder meer inten-sieve veehouderij. Ook in de wijzigingsregels is de hiervoor beschrevenvoorwaardelijke verplichting opgenomen. Daarnaast is in de bestemmings-planregels bepaald dat alleen gebruik kan worden gemaakt van de wijzigings-bevoegdheid wanneer de beschikbare milieuruimte, zoals beschreven in de(geactualiseerde) Notitie Milieuruimte, niet wordt overschreden. Zo ontstaatook een planologische toets op de beschikbare milieuruimte.Oordeel Commissie voor de m.e.r.De Commissie m.e.r. stond in eerste instantie terughoudend ten opzichtevan de toegepaste methodiek. Zij wenste zoveel mogelijk informatie overde concrete invulling van het LOG. Inmiddels heeft zij de toegepaste werk-wijze omarmt. De Commissie m.e.r. geeft in haar toetsingsadvies aan dat,hoewel een deel van het LOG nog onzeker is, de invulling ervan volgenshaar wel aannemelijk is. De commissie vindt dat in het MER, in combinatiemet de regels van het bestemmingsplan, aangetoond is dat het LOG kanworden ontwikkeld zonder dat dit tot milieuknelpunten hoeft te leiden.Ook acht ze het aannemelijk dat extra milieugebruiksruimte in het LOGkan worden vrijgemaakt voor de vestiging van de overige, nog onbekendebedrijven. Daarnaast is de tendens dat er in de toekomst wellicht een(groot) aantal bedrijven zullen stoppen. Daarmee is de innovatieve aanpakook in het advies van de commissie m.e.r. overeind gebleven.Aanpak op andere locatiesVrijwel vanaf de start van de planontwikkeling van LOG Egchelse Heidewas duidelijk dat bepaalde uitdagingen overwonnen moesten worden. Ditgeldt op dit moment waarschijnlijk voor veel plannen rond intensieveveehouderijen in Nederland. De schaalgrootte bij LOG Egchelse Heide is weliswaar beperkt, maar toch zijn veel onderdelen van de gekozen aanpakook bij andere locaties en op grotere schaal te gebruiken. Een systeem vaneen gemeentelijke stikstofbank en specifiek stikstofbeleid, dat vertaald isin de bestemmingsplanregels, is ook in andere gemeenten toepasbaar. Ditsysteem geeft gemeenten de mogelijkheid om het noodzakelijke overzichtte houden op de rechten van agrarische bedrijven binnen de gemeente ende bijbehorende milieuruimte.De gehanteerde berekeningsmethode voor het bepalen van de maximalemilieuruimte voor verschillende relevante milieuaspecten lijkt ook ge-schikt voor gebruik op andere locaties. Hierdoor wordt inzicht verkregenin de mogelijkheden van een specifiek gebied. Bij veel gemeenten zal demaximale milieuruimte kleiner zijn dan gewenst. Door deze berekeningenuit te voeren, blijkt voor welke specifieke milieuaspecten naar een oplos-sing moet worden gezocht en hoe groot het verschil is tussen de gewensteen de werkelijke situatie. Op deze manier is het probleem snel inzichtelijken kan meteen gefocust worden op concrete oplossingen voor de relevantemilieuaspecten.De proactieve houding van de gemeente Peel en Maas en de creatieve instel-ling van het projectteam hebben uiteindelijk geleid tot een innovatiefplan. Het is bij dit soort ontwikkelingen belangrijk om buiten de kaders tedenken en nieuwe idee?n te ontwikkelen, waarbij het juridische aspectniet uit het oog wordt verloren. Hierdoor worden de kansen van een gebiedoptimaal benut. Deze werkwijze heeft bij LOG Egchelse Heide geleid tot hetcre?ren van gemeentelijk stikstofbeleid.De positieve ervaringen met de ontwikkeling van LOG Egchelse Heide zijnvoor de gemeenten Roerdalen en Echt-Susteren inmiddels aanleidinggeweest om voor de ontwikkeling van LOG Montfort?Maria Hoop eenzelfdeaanpak te kiezen. Dit biedt de kans om de bij LOG Egchelse Heide ontwik-kelde methodiek meteen ergens anders, in een qua omvang groter LOG, toete passen en verder te ontwikkelen.LOGAankondiging van de plannen voor de realisatie van het LOG Egchelse Heide.
Reacties