Door de eeuwen heen is binnen de architectuurwereld geprobeerd vuistregels voor het ideale ontwerp te beschrijven. De strijd tussen technische perfectie en functionaliteit, en esthetische perfectie en schoonheid, kenmerkt de beschrijvingen en denkwijzen hierover. Ook nu nog is dit vaak het dilemma waar planmakers en ontwerpers voor staan: wat is het dat een omgeving aantrekkelijk maakt of houdt, en wat juist niet? Wat geeft – met andere woorden – Ruimtelijke Kwaliteit aan een plan? Wanneer Ruimtelijke Kwaliteit vanaf het begin op een goede manier een prominente plek krijgt, leidt dit tot een soepeler planproces met meer draagvlak, en een goed evenwicht tussen techniek en esthetiek. De case Dijkversterking Edam-Amsterdam is daarvan een illustratie.
TOETS0409DijkvErSTErkingEDam-amSTErDamruimTElijkEkwaliTEiTTOEgEpaSTDoordeeeuwenheenisbinnendearchitectuurwereldgeprobeerdvuistregelsvoorhetidealeont-werptebeschrijven.Destrijdtussentechnischeperfectieenfunctionaliteit,enesthetischeperfectieenschoonheid,kenmerktdebeschrijvingenendenkwijzenhierover.Ooknunogisditvaakhetdilemmawaarplanmakersenontwerpersvoorstaan:watishetdateenomgevingaantrekkelijkmaaktofhoudt,enwatjuistniet?watgeeft?metanderewoorden?ruimtelijkekwaliteitaaneenplan?wanneerruimtelijkekwaliteitvanafhetbeginopeengoedemaniereenprominenteplekkrijgt,leidtdittoteensoepelerplanprocesmetmeerdraagvlak,eneengoedevenwichttussentechniekenesthetiek.DecaseDijkversterkingEdam-amsterdamisdaarvaneenillustratie.arjenvanderlindeenHannekeBusscherRuimtelijkekwaliteitDE AUTEUrsArjen van der Linde (033-4683264, arjen.vanderlinde@dhv.com) enHanneke Busscher (033-4682736 hanneke.busscher@dhv.com) zijnadviseur gebiedsontwikkeling en landschapsarchitecte bij advies-bureau DHV BV.Tussen 25 en 23 v.Chr. schreef Vitruvius het boek De ArchitecturaLibri Decem. Hierin beschrijft hij idee?n over de perfecte schoon-heid van een gebouw: schoonheid is gebaseerd op symmetrie ensamenhang. Om zijn idee?n over het ideale gebouw hanteer-baar te maken, introduceerde Vitruvius de begrippen utilitas(doelmatigheid), venustas (schoonheid) en firmitas (degelijkheid). Wanneereen ontwerp voldeed aan deze drie architectonische beginselen, had menhet ideale gebouw ontworpen.Het is iets soortgelijks dat architecten en planmakers tegenwoordig proberente bewerkstelligen met het begrip Ruimtelijke Kwaliteit. Met het toepassenvan dit begrip wordt naast de functionaliteit van een ontwerp ook het aspectschoonheid in het plan/ontwerpproces meegenomen om zo tot het idealeontwerp te komen.Het is dan ook niet verwonderlijk dat in het kader van de Ruimtelijke Kwa-liteit in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening (1988) de drie begrippen vanVitruvius zijn geherintroduceerd. De drie begrippen zijn vertaald naargebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Deze indeling issindsdien regelmatig in beleidsnota's en andere publicaties terug te vindenen vormt de gangbare definitie voor Ruimtelijke Kwaliteit.Ruimtelijke Kwaliteit in de praktijkIn het slot van zijn boek De Architectura Libri Decem geeft Vitruvius aandat een architect zich niet altijd strikt aan zijn voorschriften en vuistregelshoeft te houden. Reden hiervoor is dat de situatie per project verschilt endat maakt het lastig om algemeen geldende regels voor vormgeving enplanvorming te formuleren. Omdat het plangebied en de mensen die bijhet plan betrokken zijn voor elk project anders zijn, is namelijk ook deRuimtelijke Kwaliteit voor elk project verschillend. Ruimtelijke Kwaliteitop een juiste manier een plek geven vergt dan ook maatwerk. De tweebegrippen toekomstwaarde en gebruikswaarde worden in de praktijk veel-Ruimtelijke Kwaliteit =Gebruikswaarde (= doelmatigheid + functionele samenhang) +Belevingswaarde (= diversiteit + identiteit + schoonheid) +Toekomstwaarde (= duurzaamheid + aanpasbaarheid + beheerbaarheid)TOETS0409al via de technisch inhoudelijke aspecten gewaarborgd en kunnen voorverschillende projecten dezelfde inhoud hebben. Zo is de toekomstwaardebijvoorbeeld vaak gevat in beleidsnormen (`ontwerp een dijk die voor dekomende 50 jaar aan de veiligheidsnorm voldoet'); het is dan de reden dateen ingreep plaatsvindt. De gebruikswaarde is vaak gevat in de ontwerp-randvoorwaarden (`maak een veilige dijk waarop een auto kan rijden') enin wet- en regelgeving (geluidsnormen, natuurcompensatie enzovoort).De belevingswaarde kent echter geen harde regels of randvoorwaarden enwordt vaak als ongrijpbaar en moeilijk ervaren. Ongrijpbaar en moeilijk,maar o zo belangrijk! Het gaat namelijk om de ervaringen van mensen diein een gebied wonen, werken en recre?ren. Het is een uitdaging om dezeminder tastbare aspecten vast te leggen of inzichtelijk te maken. Als datlukt, leidt dit vaak tot een beter gedragen, verkoopbaar en passend plan.Som der delenWat maakt het dat het ene landschap als aantrekkelijk en mooi wordt erva-ren en het andere niet? Vaak gaat het om d?e belevingswaarden die debetrokkenen moeilijk onder woorden kunnen brengen. Het zijn ontastbarekwaliteiten zoals (culturele) identiteit, leesbaarheid van het landschap,herkenbaarheid van het landschapstype, de ontstaanswijze enzovoort. Om-dat ieder individu een ander waardeoordeel toekent aan een omgeving, ishet benoemen van een gezamenlijke Ruimtelijke Kwaliteit een moeilijkeopgave. Het perfecte ontwerp of de ideale schoonheid bestaat niet. Het isenkel mogelijk, maar dan ook zeer belangrijk, om begrip te tonen voorieders persoonlijke ervaringen en deze een plek te geven in het totale ver-haal over Ruimtelijke Kwaliteit. Het is aan de planmakers de gezamenlijkewaarde onder de noemer Ruimtelijke Kwaliteit te onderzoeken. Dat begintmet de betrokkenen bewust te maken van de kwaliteiten in hun omgeving.Vervolgens moeten de planmakers in samenspraak met de betrokkenen diekwaliteiten op een professionele manier, vanuit vakkennis, creativiteit enexpertise, naar een ontwerp of plan vertalen.Dijkversterking Edam-AmsterdamMaar hoe vangen we de Ruimtelijke Kwaliteit van een gebied en hoe zorgenwe ervoor dat deze bewaard blijft of zelfs versterkt wordt bij nieuwe ruim-telijke ontwikkelingen? Het project dijkversterking Edam-Amsterdam (pro-jectnota/MER) is een mooi voorbeeld van hoe Ruimtelijke Kwaliteit een rolkan krijgen in de planvorming.Over de inhoud van het project het volgende. De Markermeerdijk tussenEdam en Amsterdam vraagt over een traject van 30 kilometer voor onge-veer de helft (16 kilometer) om maatregelen die de waterveiligheid voor dekomende 50 jaar garanderen. De maatregelen zijn noodzakelijk om destabiliteitsproblemen en de hoogteproblemen van de dijk op te lossen. Hetgaat grofweg om drie typen maatregelen, de varianten, die in meer of min-De dijk Edam-Amsterdam.schoonhEiD is...Schoonheid is een kwaliteit of beleving van een persoon, voorwerp, klank,plaats of idee dat een op waarneming gebaseerde ervaring van genoegen, be-vestiging, betekenis of goedheid veroorzaakt. De subjectieve ervaring van`schoonheid' betrekt dikwijls de interpretatie van een bepaalde entiteit als inevenwicht en harmonie met de natuur zijnde. Dit leidt tot krachtige gevoelensvan aantrekking en emotioneel welzijn. Een `voorwerp van schoonheid' is ietsdat openbaart, of weerklank vindt, met persoonlijke betekenis.(Bron:Wikipedia)TOETS0409Ruimtelijkekwaliteitdere mate een ruimtelijke impact en dus gevolgen voor de RuimtelijkeKwaliteit hebben:1. buitenwaartse versterking;2. binnenwaartse versterking;3. constructieve oplossingen (bijvoorbeeld damwandconstructies).Voor twaalf dijksecties wordt onderzocht op welke plaats welke variant vantoepassing kan zijn en hoe deze eruit komt te zien. In een projectnota/MERworden de verschillende varianten beschreven en beoordeeld. Belangrijkuitgangspunt hierbij is dat het Hoogheemraadschap Hollands Noorder-kwartier naast een veilige dijk ook een mooie dijk wil cre?ren, die pastbinnen de unieke omgeving van Laag Holland / Waterland.De aanpakNa veiligheid is Ruimtelijke Kwaliteit een belangrijke doelstelling voor hetdijkversterkingsproject. Dit betekent vanzelfsprekend dat wanneer de vei-ligheid in het geding is, er concessies worden gedaan met betrekking totde Ruimtelijke Kwaliteit. Evenals bij bijvoorbeeld de Ruimte voor de Rivier-projecten wordt gesteld dat de Ruimtelijke Kwaliteit behouden moet blij-In de eerste stap worden de kernkwaliteiten ? van hoog naar laag schaalniveau ? in beeld gebracht.TOETS0409ven en waar mogelijk versterkt moet worden. In een open planproces waar-bij diverse betrokkenen hun ervaringen en belangen konden aangeven, zijndrie stappen doorlopen.1. Wat is er? Welke Ruimtelijke Kwaliteit is er nu?Wanneer het de doelstelling is om de Ruimtelijke Kwaliteit te behouden, ishet allereerst van belang te weten waarin deze Ruimtelijke Kwaliteit op ditmoment zit. Door middel van bureaustudie, veldbezoeken en interviewszijn kernkwaliteiten van de dijk en het omringende gebied benoemd: vanhoog (omgeving) tot laag (dwarsprofiel) schaalniveau. De bevindingen zijnbesproken en aangepast in overleg met gebiedspartijen en betrokkenen viaadviesgroepen, bewonersavonden, interviews en keukentafelgesprekken.Uiteindelijk zijn de uitkomsten verwerkt in de Startnotitie m.e.r. en ver-volgens in de Nota schetsontwerp (daarover later meer).Bij de contacten met betrokkenen is veel met beelden (foto's, kaarten, visuali-saties, schetsen) gewerkt. Dit zorgt ervoor dat de ontastbare kwaliteiten diete maken hebben met ervaringen en die voor betrokkenen moeilijk te be-noemen zijn, zichtbaar, concreet en bespreekbaar worden. Betrokkenenworden zich zo gaandeweg bewust van de elementen waarin de RuimtelijkeKwaliteit van een gebied schuilt. De beelden zijn bovendien vaak een feestvan herkenning. Bij het zien van `hun' gebied komen veel verhalen en reactiesnaar boven, die op hun beurt input zijn voor de planmakers en hun ont-werp. Aan de hand van de reacties kunnen de kwaliteiten al dan niet verderworden meegenomen in het planproces. Bovendien wordt via de contact-momenten tegelijkertijd stevig ge?nvesteerd in draagvlak. Het bespreek-baar maken van de Ruimtelijke Kwaliteit zorgt voor vertrouwen en betrok-kenheid.2. Wat willen we? Wat zijn de wensen voor het gebied en voor deingreep?In de tweede stap is ingegaan op de ingreep die gaat plaatsvinden: de drievarianten. Om de Ruimtelijke Kwaliteit van de dijk en de omgeving echteen plek te geven in het ontwerp, is het zeer belangrijk voor ontwerpers,landschapsarchitecten en MER-makers de ingreep goed te begrijpen. Menmoet elkaars taal (leren) spreken. Het is namelijk van belang te doorgron-den op welk (schaal)niveau en bij welke variabele in het ontwerp er vanuitRuimtelijke Kwaliteit invloed uitgeoefend kan worden. Voor de dijkverster-king betekent dit dat met de technisch ontwerpers is gezocht naar de`knoppen' waaraan gedraaid wordt bij het ontwerpen van de varianten. Zokan men bijvoorbeeld vari?ren met de taludhelling, de dijkhoogte, de kruin-breedte, de positie van fietsers enzovoort. Deze variabelen zijn de `bouwste-nen' van de dijk genoemd. Voor elke bouwsteen is vanuit Ruimtelijke Kwa-liteitvervolgenseenwensuitgesprokenvoordemaatvoeringenvormgeving:een ontwerpprincipe. Ook hierbij zijn beelden gebruikt.Door vanuit de Ruimtelijke Kwaliteit voor de genoemde bouwstenen uit-gangspunten en ontwerpprincipes te formuleren, kan actief sturing gege-ven worden aan het technisch ontwerptraject, en dus aan de totstand-koming van de varianten. Dit bleek een cruciale stap te zijn waarintechnisch ontwerp en Ruimtelijke Kwaliteit elkaar vinden. Binnen het ont-werptraject blijkt er altijd, afhankelijk van technische mogelijkheden enkosten, in meer of mindere mate ruimte voor kwaliteit. Het is zaak om dieruimte op dat moment in de planvorming te benutten.3. Wat kunnen we? Welke mogelijkheden zijn er?In de derde stap zijn de uitgangspunten en ontwerpprincipes op maatgemaakt. Er is ingezoomd op de twaalf dijksecties en bekeken waar de ge-formuleerde ontwerpprincipes en uitgangspunten gelden en vooral waarde uitzonderingen voorkomen. Zo kan het zijn dat een ontwerpprincipegeldt voor het grootste deel van de sectie, maar dat er bijvoorbeeld op deplek waar een woning aan de dijk grenst geen ruimte is voor de standaardprincipes. Ook de plekken waar bijvoorbeeld ruimte tussen de dijk en deweg ontstaat, zijn punten van aandacht. Deze vormen een uitzondering opde standaard ontwerpprincipes. Een voorbeeld van een ontwerpprincipe is:`De weg dient zo dicht mogelijk tegen de dijk te liggen.' Op de plekkenwaar nu al inhammen voorkomen, kan deze wens vanuit Ruimtelijke Kwa-liteit niet worden vervuld en zal een locatiespecifiek ontwerp moeten wor-den gemaakt. De ontwerpprincipes en aandachtspunten voor het ontwerpzijn per dijksectie beschreven en verbeeld.SchetsontwerpBovengenoemde drie stappen zijn verwerkt in een Nota schetsontwerp.Deze is breed gedragen in adviesgroep en projectgroep. In de nota wordenTOETS040910Ruimtelijkekwaliteitde uitgangspunten en ontwerpprincipes vanuit Ruimtelijke Kwaliteit(samen het ontwerpkader) beschreven die input geven aan het technischontwerp. In de volgende fase van het planproces worden varianten ontwor-pen op basis van dat ontwerpkader en, uiteraard, op basis van de randvoor-waarden vanuit veiligheid en kosten. Om te monitoren hoe in de ontwer-pen rekening wordt gehouden met het ontwerpkader, worden in het MERde alternatieven getoetst op het criterium `de mate waarin alternatief aan-sluit bij het ontwerpkader'.ConclusiesRuimtelijke Kwaliteit is een wezenlijk onderdeel van elk project: elk pro-ject biedt ruimte voor het cre?ren van meer Ruimtelijke Kwaliteit. Het begrip biedt handvatten om niet-tastbare, abstracte belevingsaspecten meete nemen in het planproces. Het belang daarvan is niet nieuw en wordt alsinds Vitruvius erkend. Binnen diens definitie van een perfect ontwerp enbinnen de Ruimtelijke Kwaliteitsdefinitie van nu vormt belevingswaarde(of schoonheid, venustas) de grootste uitdaging. Het is het meest ongrijp-bare maar tegelijkertijd ook het meest veelbetekenende onderdeel van dedefinitie. Door alle aspecten van Ruimtelijke Kwaliteit, en met name debelevingswaarden, al vroeg in het planproces mee te nemen, kan een ge-dragen en evenwichtig plan totstandkomen.De case Dijkversterking Edam-Amsterdam maakt duidelijk dat het moge-lijk is om Ruimtelijke Kwaliteit daadwerkelijk mee te nemen in de planvor-ming. De belangrijkste stap binnen het project was in dit verband de stapwaarbij via bouwstenen de ontwerpprincipes vanuit Ruimtelijke Kwaliteitconcreet zijn gemaakt in tekst en beeld. Dit is alleen mogelijk wanneervanaf het begin van het planproces de Ruimtelijke Kwaliteit van een gebiedeen prominent agendapunt is. Een gedegen ruimtelijke analyse die zo snelmogelijk is toegespitst op de `knoppen waaraan uiteindelijk gedraaid gaatworden' draagt bij aan een goede afstemming tussen Ruimtelijke Kwaliteiten technisch ontwerp.Het is belangrijk om bevindingen en uitgangspunten met betrekking totde Ruimtelijke Kwaliteit breed in tekst en beeld te communiceren ensamen met betrokkenen aan te scherpen. Op deze manier krijgen de bele-vingswaarden en dus de ervaringen en verhalen van betrokkenen eenplaats in de visievorming en in het ontwerp, in plaats van dat zij slechts,zoals niet zelden in de praktijk van m.e.r.-procedures, hooguit achteraf ge-toetst worden. Naast het vormgeven van de werkelijke ingreep (het ont-werp) is het creatief vormgeven van het proces onmisbaar. Het gaat eromop de juiste momenten aandacht te geven aan Ruimtelijke Kwaliteit. Hulp-middelen daarbij zijn tijdige voorlichtingsavonden, keukentafelgesprek-ken, brainstormsessies en andere ontmoetingen gericht op kennis van enbegrip voor de kwaliteit van het gebied en op de noodzaak van de ingreep.Elk planproces is anders en vraagt om maatwerk. Door niet alleen het ont-werp maar ook het proces op een creatieve manier vorm te geven, ontstaatgrote meerwaarde voor de voortgang van het planproces en uiteindelijkvoor het gebied waar de ingreep plaatsvindt.In de tweede stap worden beelden gebruikt om bouwstenen en ontwerpprincipes te visualiseren.De derde stap: ontwerpprincipes.
Reacties