Natuurlijk zijn er regels voor SMB. Er zijn ook tal van redenen om die regels zorgvuldig in acht te nemen. Overtredingen zijn sowieso nooit netjes. Maar om nou te zeggen dat SMB grote juridische risico’s met zich meebrengt? Dat valt waarschijnlijk reuze mee, zo blijkt uit een gesprek met de milieujuristen Steven Pieters en Chris Backes. Dat komt niet in de laatste plaats doordat veruit de meeste SMB’s gekoppeld zijn aan plannen waartegen niet direct bezwaar of beroep openstaat. Stel dat een provincie – per ongeluk of expres – een SMB voor een partiële streekplanherziening vergeet. Dat is niet slim, dan worden er kansen gemist, en het zou flauw zijn tegenover gemeentes, omdat die door zo’n nalatigheid mogelijk extra werk te verstouwen krijgen. Maar de rechter zal zich er niet over uitspreken. Behalve wanneer een plan een zogenoemde concrete beleidsbeslissing bevat, die immers bindend is voor de vervolgbesluitvorming. In dat geval, luidt de waarschuwing, “moet je vreselijk oppassen!” Want dan kan een tegenstanders wél bij de bestuursrechter aankloppen.
14 k e n m e r k e n 1 2 / 4 ; s e p t e m b e r 2 0 0 514Natuurlijk zijn er regels voor SMB. Er zijn ook tal van redenen om die regels zorgvuldig in acht te nemen. Overtredingen zijnsowieso nooit netjes. Maar om nou te zeggen dat SMB grote juridische risico's met zich meebrengt? Dat valt waarschijnlijkreuze mee, zo blijkt uit een gesprek met de milieujuristen Steven Pieters en Chris Backes. Dat komt niet in de laatste plaatsdoordat veruit de meeste SMB's gekoppeld zijn aan plannen waartegen niet direct bezwaar of beroep openstaat. Stel dat eenprovincie ? per ongeluk of expres ? een SMB voor een parti?le streekplanherziening vergeet. Dat is niet slim, dan worden erkansen gemist, en het zou flauw zijn tegenover gemeentes, omdat die door zo'n nalatigheid mogelijk extra werk te verstou-wen krijgen. Maar de rechter zal zich er niet over uitspreken. Behalve wanneer een plan een zogenoemde concrete beleids-beslissing bevat, die immers bindend is voor de vervolgbesluitvorming. In dat geval, luidt de waarschuwing, "moet je vreselijkoppassen!" Want dan kan een tegenstanders w?l bij de bestuursrechter aankloppen.Juridische risico's niet erg grootSMB: de regelsR i n k e B e r k e n b o s c hvinden? Natuurlijk is een wettelijke verplichtingook een soort vangnet. En als men mij vraagt hoehet zit met de juridische risico's, dan wil ik daarbest iets over zeggen. Maar ik draag liever deboodschap uit dat je SMB zou moeten zien alseen normaal onderdeel van een goede besluit-vorming. De houding zou moeten zijn: iederplan dat op de een of andere manier aanzienlijkemilieugevolgen zou kunnen hebben, daar hoortgewoon een goede milieuparagraaf bij. En diekan best uitwijzen dat het allemaal meevalt en ergeen schokkende dingen gebeuren. Maar dan isdat tenminste uitgezocht."Backes: "In geval van twijfel over de SMB-plichtzou ik zeggen: dan maar liever een keer te veeldan een keer te weinig. Eerlijk gezegd lijkt eenSMB mij trouwens helemaal niet zo ingewikkeld.Kijk, je hebt ook nu bij weet ik wat voor plannendoorgaans al een milieuparagraaf. Een SMB isniks anders! Daarmee kijk je naar het milieu, jelaat aan anderen zien wat daarover te melden is,klaar is Kees, inhoudelijk en procedureel. Datwerkt veel beter, zinvoller en effici?nter danwikken en wegen of de SMB-plicht nu wel ofniet van toepassing is." De bottom line, menenbeiden, is dat overheidsinstanties er goed aanDe Commissie voor de milieueffectrappor-tage krijgt de laatste tijd regelmatig, ge-middeld zo'n drie keer per dag, telefoon-tjes of mailtjes over SMB. Gaan die over dejuridische kant van de zaak ? wat meestal het ge-val is ? dan komen ze terecht bij de juridischeexpert van het secretariaat van de Commissie, teweten Steven Pieters. Hij probeert natuurlijkeerst de vraag in kwestie zo goed mogelijk tebeantwoorden. Daar laat hij vaak een onge-vraagd advies op volgen: "Bekijk het nou niet al-leen met een juridische bril op. Kijk niet alleennaar de juridische onderkant."Ook Chris Backes, hoogleraar milieurecht bij hetCentrum voor Omgevingsrecht en Beleid van deUniversiteit Utrecht, vindt "dat je vooral nietkrampachtig moet doen" over de SMB-plicht."Probeer nou niet uit alle macht en gekunsteldde grenzen van die verplichting op te zoeken.Daar krijg je alleen maar problemen mee."Pieters: "Ik ben er nooit zo gelukkig mee als deinvalshoek is: we doen het alleen als het juri-disch echt moet. Ik begrijp best dat een deel vanhet publiek het zo benadert, en dat men risico-inschattingen gaat maken: kom ik ermee weg alsik het toch niet doe, wat zou de rechter daarvandoen `milieu' systematisch mee te nemen bij devoorbereiding van plannen die aanzienlijkemilieugevolgen kunnen hebben. En zolang zedat maar serieus praktiseren, zullen ze niet snelin juridische problemen verzeild raken, zo is deinschatting van Pieters en Backes.Tot zover het goede nieuws voor rijk, provinciesen gemeenten. Er is beslist geen reden voorpaniek. Toch zijn er, blijkt uit het gesprek, weldegelijk specifieke juridische aandachtspuntente benoemen. Om te beginnen bijvoorbeeld metbetrekking tot de werkingssfeer, waarin op ditmoment nog een onduidelijk open eindje zit."Een soort SMB-beoordelingsplicht," zoalsPieters het noemt.`SMB-beoordelingsplicht'Duidelijk is dat SMB verplicht is voor (a) plan-nen die het kader vormen voor m.e.r.-plichtigeof m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten en(b) plannen die gevolgen hebben voor Vogel- enHabitatrichtlijngebieden. Dat staat in artikel 3van de Europese richtlijn 2001/42/EG. Dit is ookhet uitgangspunt voor het op deze richtlijn geba-seerde wetsvoorstel voor de implementatie vanSMB in de Nederlandse Wet milieubeheer.15i n t e r v i e wk e n m e r k e n 1 2 / 4 ; s e p t e m b e r 2 0 0 5gen de provincies er een stevige portie werk bij."En de gemeenten? Pieters: "Anders dan bijstreekplannen is het bij bestemmingsplannenbeslist niet zo dat die voortaan allemaal SMB-plichtig zijn. Dat schrikbeeld voor gemeentenklopt niet. Bij bestemmingsplannen die kleineactiviteiten regelen, is het niet aan de orde. Endaarover gaat het merendeel van de besluitenvan gemeenten. Bij een bejaardenhuis of zo, ofbij een paar woningen, of zelfs bij enkele hon-derden woningen zit je nog steeds onder dem.e.r.-drempels en ligt daarin dus ook geengrondslag voor een SMB."Bij bestemmingsplannen hangt het er helemaalvanaf wat zo'n plan nu precies bewerkstelligt ofmogelijk maakt. Voor globale bestemmingsplan-nen is meestal wel helder hoe het zit. Die vallenonder het SMB-regiem zodra ze het kader vor-men voor m.e.r.-(beoordelings)plichtige activi-teiten of er gevolgen voor Vogel- en Habitat-richtlijngebieden in het geding kunnen zijn. Bijconcrete bestemmingsplannen, uitwerkings-plannen of `artikel 19-plannen' kan het een stukingewikkelder zijn. Die zijn m.e.r.-(beoorde-lings)plichtig indien daarin een besluit wordtbeklonken over de realisatie van een activiteitzeker weten dat iemand erover begint te mop-peren. Je kunt er bijvoorbeeld in de Memorievan Toelichting duidelijkheid over geven, metiets als: het is een open-eindbepaling voor toe-komstige dingen die we nu nog niet kunnenvoorzien, maar waarschijnlijk gaat het om geval-len die zich nooit voor zullen doen. Hoe danook, als er aandacht aan wordt besteed, dan is ertenminste iets om op terug te vallen als het toteen procedure komt."Streekplan, bestemmingsplanVoor het overige is wat de werkingssfeer betreftin elk geval duidelijk dat de SMB-plicht in depraktijk van toepassing zal zijn op elk streekplanen elke parti?le streekplanherziening. "Het gaatin streekplannen immers altijd juist over die din-gen waar ook m.e.r. over gaat: woningbouw, be-drijventerreinen, glastuinbouwgebieden," zegtPieters. "Als een streekplan niet op de een ofandere manier een kader schept voor dit soortm.e.r.-plichtige activiteiten, dan doe je eigenlijkniets met zo'n plan. En omdat zo'n kader er altijdin zit, is een streekplan of een parti?le streek-planherziening zonder dat daar een SMB aan tepas komt niet goed voorstelbaar. Met SMB krij-Maar ? en nu komt het ? in datzelfde artikel3 staat tevens dat er bij eventuele andere plan-nen `aanzienlijke milieueffecten' in het gedingkunnen zijn die aanleiding zouden kunnen ofmoeten vormen voor een SMB. Het is aan de lid-staten om dit `door een onderzoek per geval ofdoor specificatie van soorten plannen en pro-gramma's, of door een combinatie van beidewerkwijzen' nader in te vullen.Een soort restcategorie dus? "Zoiets," zegt Pie-ters. "Ik zeg er meteen eerlijk bij dat ik niet weetom wat voor soort plannen het hierbij dan pre-cies zou kunnen gaan, maar op dit punt laat hethuidige wetsvoorstel nog een gat vallen. Daar zitnog een soort bottleneck. Het is in elk gevalabsoluut een blinde vlek."Backes: "Wellicht kun je zeggen: die categoriebestaat bij ons helemaal niet, met die kaderstel-lende plannen en die plannen met gevolgen voorVogel- en Habitatrichtlijngebieden hebben wealles al afgedekt. Prima, maar zeg dat dan."Pieters: "Omdat anders slimme juristen dat gatmisschien gaan gebruiken."Backes: "Volgens mij zit hier het voornaamsteaandachtspunt als je nog iets aan de wet zoukunnen wijzigen. Als je er niets over zegt, kun jeSteven Pieters:"Bekijk het nou niet alleen meteen juridische bril op."Chris Backes:"Vooral niet krampachtig doen."16 k e n m e r k e n 1 2 / 4 ; s e p t e m b e r 2 0 0 5de vraag op wat de juridische consequenties zou-den kunnen zijn van het ? per ongeluk of expres? vergeten van SMB. De vraag is des te logischeromdat het in de praktijk bij zo'n 90% van de be-zwaar- en beroepprocedures waarin milieueffect-rapportage een rol speelt nu juist daarom draait:had er in geval X wel of geen m.e.r. toegepastmoeten worden? Komt er, naar analogie daar-van, straks ook een stoet van procedures waarinhet ontbreken van een SMB de inzet van het ge-schil is?Het antwoord luidt: nee. Er is namelijk een we-zenlijk verschil tussen m.e.r. en SMB. M.e.r. is inprincipe altijd gekoppeld aan een besluit waarte-gen beroep en bezwaar openstaat ? een appel-label besluit. Als appellant kun je daarom ook derechter vragen naar diens oordeel over het ont-breken van een MER. De m.e.r.-jurisprudentiebevat legio voorbeelden van gevallen waarin derechter vervolgens oordeelde dat de initiatief-nemer alsnog een MER moest maken.Het punt is nu dat het bij SMB heel vaak gaatom plannen waartegen n?et direct bezwaar ofberoep openstaat. Bezwaar of beroep is alleenmaar mogelijk bij plannen waarin concrete be-leidsbeslissingen (cbb's) of anderszins bindendekeuzes voor de vervolgbesluitvorming zijn ver-vat. Bijvoorbeeld een keuze van het rijk in eenPKB waaraan een provincie vervolgens uitwer-king m?et geven, of een concrete beleidsbeslis-sing in het streekplan van provincie X die bin-dend is voor een gemeente Y. Ook eenverkeers- en vervoersplan kan wettelijk bin-dende elementen bevatten."Bij plannen met concrete beleidsbeslissingenmoet je vreselijk oppassen," waarschuwt Backes.Een overheidsinstantie die in zo'n geval de SMB`vergeten' is, kan daarvoor de rekening gepresen-teerd krijgen door de rechter. Mits ? dat spreektvanzelf ? er iemand is die in het geweer komt te-die boven de drempel voor m.e.r.-(beoorde-lings)plicht uitkomt en waarvoor niet tegelijker-tijd ook een milieuvergunning nodig is. Bijvoor-beeld de realisatie van een woonwijk met meerdan 2000 woningen. Vormt een concreet be-stemmingsplan echter het kader voor een ver-gunningverlening waarbij later m.e.r. toegepastmoet worden, dan is dat bestemmingsplan opzichzelf weer SMB-plichtig en dus niet m.e.r.-plichtig. Voorbeeldje: gemeente X moet het be-stemmingsplan aanpassen omdat bedrijf Y ophet grondgebied van deze gemeente een m.e.r.-plichtige fabriek wil bouwen. In dat geval moethet bedrijf z'n vergunningaanvragen vergezelddoen gaan van een MER, maar is voor de aan-passing van het bestemmingsplan een SMB vangemeentewege vereist.En dan zijn dit nog maar een paar voorbeeldenvan wat er zoal mogelijk is. De boodschap aangemeenten is dan ook om per geval precies te be-kijken hoe een en ander juridisch correct gere-geld moet worden. Daarbij valt volgens Pietersgeenszins uit te sluiten dat men SMB soms ge-woonweg zal vergeten. Ook bij milieueffectrap-portage is dat immers wel gebeurd toen de rege-ling nog jong en vers was.Pieters: "Weet je waarbij SMB meteen al vergetenis? De Nota Ruimte! Dat mag je gerust opschrij-ven. Leuk voor VROM. De Nota Ruimte is eenplanologische kernbeslissing, die nog definitiefmoet worden vastgesteld, terwijl de SMB-perio-de op 21 juli 2004 begonnen is. Er is een over-gangsregeling voor plannen die voor 21 juli2004 zijn ingeleid en voor 21 juli 2006 zijn vast-gesteld. Dus als het lukt de Nota Ruimte voor 21juli 2006 helemaal rond te krijgen, dan zou hetkunnen. Maar lukt dat niet, dan is het onterechtdat er geen SMB gedaan is."OntwijkenJe kunt iets echt helemaal per ongeluk vergeten,maar je kunt dat natuurlijk ook een beetje ex-pres doen, lees: proberen de SMB-plicht te ont-wijken. Opnieuw valt hier een parallel met dem.e.r.-plicht te trekken. Denk hierbij aan de sa-lamitactiek die in het verleden wel eens werdtoegepast: een project zodanig opknippen of fa-seren dat alle stukjes ervan precies onder dem.e.r.-plichtdrempel bleven. Of kiezen voor deeen of andere informele planfiguur, met als ge-volg dat de feitelijke m.e.r.-plicht doorschoofnaar de plan- en besluitvorming op lagere ni-veaus. De VINEX ? weet u nog? ? was van dit laat-ste een voorbeeld: die gaf officieel alleen `ontwik-kelingsrichtingen' voor verstedelijking aan. Eenmilieueffectrapportage was daarom niet nodig,meende VROM indertijd. Maar de bouwopgavebleek in de praktijk vervolgens dermate groot dater bij de uitwerking door provincies en gemeentesqua locaties niets meer te kiezen viel. En dit ter-wijl bij verstedelijking nu juist locatiekeuzes hetzwaarst aantikken in de milieueffecten.Het zou kunnen, veronderstelt Pieters, dat eenenkele overheidsinstantie straks op dezelfde ma-nier de SMB-dans probeert te ontspringen."Werken met visies, met beleidsnota's ? daaropis SMB niet van toepassing. Een beleidsnota bij-voorbeeld is vooral een politieke afspraak, diegetoetst kan worden door de politiek. Maar eenbeleidsnota heeft juridisch gezien geen hard-heid.""Als men op hoger niveau echt geen SMB wil,dan zakt het gewoon af naar beneden. Dat heb-ben we ook bij m.e.r. gezien. Dit betekent weldat men kansen laat liggen om heel strategischmilieuaspecten mee af te wegen. Bovendien:vroeg of laat kom je een keer aan een streekplantoe, op een bepaald moment moet je een keereen bestemmingsplan vaststellen. Als er dan eer-der in de keten geen SMB gedaan is, dan moetmen op het lagere niveau dus blanco beginnen.Er is geen strategische milieu-informatie waaropje kunt voortborduren. Doorschuiven van deSMB-plicht naar lagere niveaus heeft dus in elkgeval praktische consequenties."Concrete beleidsbeslissingenPraktische consequenties, het zal best. Het ismisschien niet aardig en niet chique om collega'sbij een lagere overheid op te zadelen met extrawerk. Maar in het gezelschap van twee terzakekundige milieujuristen dringt zich toch vooralOnrechtmatige overheidsdaad?Meestal zitten er geen concrete beleidsbeslissingen in een streekplan, structuurplan of bestem-mingsplan. Dan is direct bezwaar en beroep niet mogelijk en kun je als tegenstander langs die wegook niet protesteren als je vindt dat een SMB ten onrechte achterwege is gelaten. Althans: niet bijde bestuursrechter.Steven Pieters: "In principe is het wel mogelijk naar de gewone rechter te stappen en het besluit aante vechten als `onrechtmatige overheidsdaad'. Maar dat is een lastige beroepsgang. Dan moet jekunnen aantonen dat er duidelijke, zwaarwegende nadelen aan dat besluit kleven in de privatesfeer. Als dat al lukt, dan is het nog maar de vraag welke sanctie de rechter daar vervolgens aan wilkoppelen. De uitkomst is in elk geval hoogst onzeker. De gang naar de gewone rechter is echt eenescape, en allerminst geschikt voor wissewasjes. Of dit in de toekomst gaat gebeuren? Tja, dat is na-tuurlijk speculeren. In elk geval niet vaak, lijkt mij. Aan de andere kant, we hebben in Nederlandeen redelijk actief bezwaar- en beroepcircuit. Als het voor een professioneel georganiseerde belan-gengroep echt de moeite waard is, dan zou het kunnen dat ze via die `onrechtmatige overheids-daad' in het geweer komen."Het juridische risicovan SMB overslaan isin de meeste gevallenheel gering.17k e n m e r k e n 1 2 / 4 ; s e p t e m b e r 2 0 0 5gen het ontbreken van een SMB, want als er nie-mand protesteert, zal de rechter zich er ook nietover uitspreken.Niet terugrekenenPlannen met cbb's zijn in de praktijk een stukschaarser dan plannen zonder cbb's. Bij het ge-middelde streekplan, structuurplan of bestem-mingsplan kan een tegenstander met zijn grie-ven over het ontbreken van een SMB dus nietterecht bij de bestuursrechter.Intussen heeft het overslaan van SMB op een ho-ger niveau wel de onvermijdelijke consequentiedie Pieters zojuist al noemde: "Dan zakt het ge-woon af naar beneden." Dit roept de vraag op ofhet misschien zo zou kunnen wezen dat `onzorg-vuldige besluitvorming' op het hogere niveaueen punt van aandacht wordt wanneer er oplager niveau een besluit wordt genomen waarte-gen w?l bezwaar en beroep mogelijk is. Denkbijvoorbeeld aan een situatie waarin een ge-meente een nieuw bestemmingsplan vaststeltteneinde ? geheel in lijn met een eerder zonderSMB vastgesteld streekplan ? de aanleg van eengroot bedrijventerrein mogelijk te maken. Datvereist in elk geval een m.e.r. op inrichtingsni-veau. Maar: hebben tegenstanders in zo'n gevaleen punt als ze aanvoeren dat de provincie bijhet vaststellen van dat streekplan een SMB hadmoeten doen? En dat de gemeente, nu de pro-vincie in gebreke is gebleven, het nieuwe be-stemmingsplan pas kan vaststellen als eerst deprovincies alsnog het ontbrekende milieurap-port aanlevert?Backes: "De rechter controleert het besluit dataan de orde is. Of er in de strategische besluitendie daaraan vooraf zijn gegaan fouten zitten, datis in de regel niet van belang. Is er voor datstreekplan geen SMB gedaan, of een SMB waar-aan iets mankeert, of wat dan ook ? dat is voorde vaststelling van dat bestemmingsplan weinigrelevant. Hetzelfde geldt voor een milieuvergun-ning. Dan kun je wel zeggen: die vergunning ism.e.r.-plichtig en achteraf beschouwd was planX daarvoor kaderstellend, voor plan X is destijdsgeen SMB gedaan, enzovoort, enzovoort. Datmag allemaal zo zijn, maar als er bij die milieu-vergunning w?l fatsoenlijk onderzoek is gedaan,als de milieufeiten ergens goed op tafel zijn ge-komen, is er niets aan de hand."Kortom, de rechter gaat dus niet terugrekenenen alsnog een bekeuring uitdelen voor nalatig-heid in een eerder stadium, hogerop in de keten.Backes: "Dat m?g hij niet. Er is doorgaans geeni n t e r v i e wwettelijke koppeling tussen strategische plannenen daaropvolgende concrete besluiten. Het juri-dische risico wanneer SMB wordt overgeslagenis volgens mij in de meeste gevallen heel gering."Inhoudelijke kwaliteitEen volgend onderwerp is de inhoudelijke kwa-liteit van SMB's: zijn er op dat punt juridische ri-sico's in het spel?Bij milieueffectrapportages toetst de Commissiem.e.r. elk milieueffectrapport. Levert dit eenpositief toetsingsadvies op, dan staat de initia-tiefnemer er sterker voor zodra een appellantde inhoudelijke kwaliteit van de geleverde mi-lieu- informatie ter discussie stelt. Immers, uitde jurisprudentie blijkt dat de rechter nagenoegaltijd voluit vertrouwt op het oordeel van deCommissie. Sinds m.e.r. werd ingevoerd, is hetslechts een enkele keer voorgekomen dat eenrechter ? ondanks een positief toetsingsadvies ?vond dat er toch meer informatie beschikbaarmoest komen.De Europese richtlijn voor strategische milieu-beoordeling stelt een onafhankelijke toetsingvan SMB-rapporten niet verplicht. En in hetwetsvoorstel voor de implementatie van SMB inNederland is vooralsnog het uitgangspunt dattoetsing door de Commissie alleen verplicht isbij plannen met consequenties voor Vogel- enHabitatrichtlijngebieden en/of de ecologischehoofdstructuur.Wel bestaat voor een overheidsinstantie te allentijde de mogelijkheid vrijwillig de Commissiem.e.r. te benaderen. Er zijn ook allerlei redenenaan te geven om dit inderdaad te doen. Bijvoor-beeld dat de onderzoeksresultaten er geloof-waardiger door worden. Pieters: "Bij m.e.r. hebje een aparte initiatiefnemer en een apart be-voegd gezag. Bij SMB niet; daar doet een over-heidsinstantie alles zelf. Als je zelf je eigen on-derzoek gaat toetsen, heb je de schijn snel tegen,en zal de buitenwacht ook kritischer zijn."Backes: "Maar dan kom ik toch weer met dat on-derscheid tussen plannen waar dingen in zittendie bindend zijn voor de vervolgbesluitvorming,en alle overige plannen ? dat zijn er veel meer ?waar een rechterlijke toetsing ?berhaupt niet aande orde is. Daar vindt dus ook geen inhoudelijketoetsing plaats. Het is uiteraard mooi als eenoverheidsinstantie het heel zorgvuldig wil doen.Als een plan ingewikkeld of controversieel is,kun je er ook zeker baat bij hebben de Commis-sie ernaar te laten kijken. Maar als je louter rede-neert vanuit de vraag `welk juridisch risico loopik?' ? dat risico maak je niet kleiner door deCommissie in te schakelen. Ik zou zeggen: zelfsals er fouten in het onderzoek zitten, so what?"Gerenommeerde bureausBij plannen met cbb's daarentegen is het volgensBackes wel een goed idee om externe ondersteu-ning te arrangeren. "Die plannen zijn het meestrisicovol. Die plannen kunnen wel getoetst wor-den door de rechter. Voor die plannen verwachtik ook dat de lijn wordt doorgetrokken die thansin de m.e.r.-jurisprudentie zit. Dan zal de rech-ter zeggen: als iets bindend is, kan het later nietmeer ter discussie worden gesteld, dus moet alleinformatie uitgewerkt tot op bestemmingsplan-niveau bij het besluit over dit plan aanwezig zijn.In zo'n geval kan het je zeker helpen als de Com-missie m.e.r. ernaar gekeken heeft, of een be-kend bureau zoals Alterra of zo. Als ik kijk naarde jurisprudentie, hoeft het niet noodzakelijk deCommissie m.e.r. te zijn. Rapporten van gere-nommeerde bureaus hebben een vergelijkbaargewicht."Pieters: "Inderdaad, het is al jarenlang de lijn inde jurisprudentie dat je met een heel zwaar ver-haal moet komen om een rapport van een gere-nommeerd bureau van tafel te krijgen. Wel is hetzo dat de Commissie ook vooraf een advies geeftover de inhoudsafbakening van het onderzoek.Als een bureau een onderwerp niet uitwerkt,eenvoudigweg omdat dit in de onderzoeksop-dracht niet is aangegeven, dan is dat geen foutvan het bureau. Maar het betekent wel dat je alsoverheidsinstantie met een gat in je informatiekan komen te zitten. En dat je daardoor kwets-baarder wordt."Backes: "Dat is juist. En dat pleit ervoor om bijplannen met bindende werking voor de vervolg-besluitvorming inderdaad de Commissie m.e.r.in te schakelen, althans: als er ingewikkelde ofcontroversi?le dingen spelen. Bij standaarddin-gen is het niet nodig, lijkt mij."Letter en geestSMB-jurisprudentie is er op dit moment nogniet. Die zal er ongetwijfeld w?l gaan komen.Maar met andere aanleidingen en invalshoekendan de m.e.r.-jurisprudentie, zoveel is duide-lijk.Keren wij thans weer terug naar de kernbood-schap waarmee dit gespreksverslag ook begon:je moet SMB vooral niet alleen maar met eenjuridische bril bekijken. De letter van de rege-ling is heus belangrijk, maar de geest ervan isbelangrijker. Of zoals Pieters het verwoordt:"Stel bij ieder plan de vraag: spelen hier aan-zienlijke milieugevolgen die ik bij mijn afwe-ging zou willen betrekken? Zo ja, dan moet jedat gewoon doen. Als d?t de basishouding is,dan voorkom je bijna automatisch juridischeproblemen." vAls je zelf je eigen onder-zoek gaat toetsen, heb jede schijn snel tegen.Als men op hogerniveau echt geen SMBwil, zakt het gewoon afnaar beneden.
Reacties