Dit nummer van Toets is het laatste nummer van jaargang 15 van het blad dat in 1993 begon als kenMERken, tijdschrift voor milieueffectrapportage. Wat staat er in die 15 jaargangen? Zijn er trends aan te wijzen? Heeft de waan van de dag geheerst of hebben de auteurs oog voor blijvende zaken? In dit artikel wordt aan de hand van een overzicht van alle artikelen teruggeblikt op 15 jaar kenMERken / Toets.
TOETS0608 DEkEnMERkEnvanDRiEbOEiEnDEluSTRaTOETS:vijfTiEnjaaRgETuRfDDitnummervanToetsishetlaatstenummervanjaargang15vanhetbladdatin1993begonalskenMERken,tijdschriftvoormilieueffectrapportage.Watstaaterindie15jaargangen?Zijnertrendsaantewijzen?Heeftdewaanvandedaggeheerstofhebbendeauteursoogvoorblijvendezaken?inditartikelwordtaandehandvaneenoverzichtvanalleartikelenteruggebliktop15jaarkenMERken/Toets.lexRuniaJUBILEUMDE AUTEURLex Runia (06-22976213, lex.runia@oranjewoud.nl) is senior-adviseur ruim-te en milieu bij Ingenieursbureau Oranjewoud BV en redacteur van Toets.`In het huis van de timmerman klemmen alle deuren', hoordeik eens (overigens in een vergadering over een MER) opmerken.En zoals bij veel tegelwijsheden blijkt ook deze op te gaan ?denk maar aan slecht geautomatiseerde IT'ers, spelfouten inpowerpointsheets over kwaliteitscontrole of langs elkaar heenpratende communicatiedeskundigen. Evaluatie is ??n van de essenti?lekenmerken van m.e.r. En dus moet ook een tijdschrift over m.e.r. evalueren.Het jubileum van Toets was de aanleiding voor dit artikel: een terugblik op15 jaargangen van Toets. Wat is er in die jaren gepubliceerd? Is de inhoudfoto:www.flickr.com/SBA73van Toets met de ontwikkeling van m.e.r. meegegroeid? Weerspiegelt Toetsde maatschappelijke trends, zijn de wijzigingen in wet- en regelgeving her-kenbaar? En uiteraard: kunnen we nog iets leren van een terugblik?TOETS0608Methodiek: subjectief turvenOm dit artikel te kunnen schrijven zijn de 15 jaargangendoorgenomen: in totaal (15 keer 6) min 1 (2002 had een ge-combineerd nummer 5/6) is 89 nummers. Per nummer ishet aantal pagina's geturfd. Daarbij is alleen gekeken naarde `echte' artikelen, per nummer drie tot vijf. De overigepagina's, met in de loop der jaren geleidelijk veranderende,maar deels ook vaste rubrieken als `vraag en antwoord',kort nieuws en jurisprudentie, zijn buiten beschouwinggelaten.Een globale scan vooraf was de basis voor de categorie?n:? case studies: in deze categorie vallen artikelen over eenconcreet project of MER;? proces en procedure: artikelen ? overigens vaak aan dehand van concrete projecten ? over de aanpak van hetproces en/of de procedure;? milieuthema's: artikelen over de aanpak van effect-beschrijving;? zelfreflectie: deze categorie omvat artikelen waarinwordt terug- of vooruitgeblikt, verslagen van discussie-bijeenkomsten over m.e.r., interviews en dergelijke;? komende wet- en regelgeving: artikelen over nieuwe wet-en regelgeving op het gebied van m.e.r. en ? vooral sindsde transformatie tot Toets ? andere relevante beleidster-reinen;? inhoudelijke tips en trucs: artikelen in deze categoriebevatten praktische aanbevelingen, vooral gericht op hetvervaardigen van het milieueffectrapport zelf.Binnen de case studies en de milieuthema's is een verdereverfijning aangebracht. De toedeling van de artikelen aaneen rubriek is arbitrair: in veel gevallen komt een artikel inaanmerking voor meerdere categorie?n. Vooral de grenstussen de categorie?n case study en proces & procedure isbij veel artikelen lastig te trekken. Een aparte categorie isSMB/planMER. Artikelen hierover komen pas na 2004 voor.De verdeling op hoofdlijnenOm de resultaten en trends enigszins zichtbaar te maken,is de periode van vijftien jaar verdeeld in drie stukken. Delaatste vijf jaargangen 2004 t/m 2008 bevatten twee belang-rijke wijzigingen: de overgang van kenMERken naar Toets(in 2006) en de introductie van SMB en planMER. In de loopder jaren is het aandeel van de case studies en proces enprocedures grosso modo constant gebleven: samen onge-veer 40%, met overigens per jaar wel duidelijke fluctuaties.In andere categorie?n (het duidelijkst bij de categorie?nmilieuthema's en zelfreflectie) zijn duidelijk trends aan-wezig. In de beginperiode namen artikelen in de categoriezelfreflectie veel ruimte in beslag. Voorbeelden uit dezecase study proces enproceduremilieu-thema's zelf-reflextie tips en trucs komende wet-en regelgevingSMB/PLAN M.E.R.94-9899-0404-08302520151050percentagebladzijden5101520253035404550percentagebladzijden94-9899-0404-08categorie zijn interviews met vertegenwoordigers van de Commissie m.e.r. en publicatiesover het project m.e.r. 2000+. In recente jaargangen is zelfreflectie ? afgezien van dit laatstenummer van 2008 ? bijna niet meer aan de orde. De omslagen van de eerste jaargangenillustreren de neiging tot zelfreflectie: op de omslagen staan foto's van bij m.e.r. betrokkenpersonen, die in het betreffende nummers een bijdrage leveren aan de discussie over m.e.r.In latere jaren toont de buitenkant van Toets vooral mooie, bij een artikel passende plaatjes;de persoonlijke noot is weg. Behalve dan weer in dit nummer...De trend bij de categorie milieuthema's is andersom: van ongeveer 10% van de pagina's in deeerste jaargangen naar ongeveer een kwart in de laatste vijf jaren. Ook hier zijn er fluctuatiestussen de jaren. Overigens gaat een groot deel van de artikelen in deze categorie over natuur,flora en fauna: de overige milieuthema's komen slechts incidenteel aan bod.Ook in de categorie komende wet- en regelgeving is een toename van het aantal pagina'szichtbaar: van ongeveer 5% in de eerste jaren tot meer dan 10% in de laatste vijf jaar. Bijnadere beschouwing blijkt deze categorie in zekere zin de tegenhanger van de zelfreflectie.Waar in de eerste jaargangen veel discussie werd gevoerd over het fenomeen m.e.r. en hoe dat010203040501994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008percentagebladzijdenzelfreflextie25denTOETS0608JUBILEUMfunctioneerde, beter moest, anders kon, niet mocht verslechteren enzovoort (en geturfd alszelfreflectie), bevatten de laatste jaargangen vooral aankondigingen en toelichtingen bijkomende wetten en regels: dus geen bijdrage aan de ontwikkeling van beleid. Die aankon-digingen gaan niet alleen over m.e.r. ? want dat ligt na de introductie en met de nodige artike-len begeleidde vernieuwing van de wet en het Besluit m.e.r. van 2006 duidelijk vast ? maarover andere aspecten, zoals de luchtkwaliteit, natuur of archeologie en monumenten, en watde nieuwe regels betekenen voor m.e.r. Je zou kunnen concluderen dat kenMERken wildebijdragen aan het ontwikkelen van het instrument m.e.r. als geheel, terwijl in de latere jarende nadruk meer ligt op het bijdragen aan de zo goed mogelijke toepassing van m.e.r.inDEbEginjaREngingHETOMHETvERbETEREnvanHETinSTRuMEnTM.E.R.alSgEHEEl,laTERMEEROMEEnZOgOEDMOgElijkgEbRuikvanM.E.R.Een duidelijk dalende trend is waarneembaar bij de rubriek inhoudelijke tips en trucs. Vanongeveer 10% in de eerste jaargangen daalt dit tot ongeveer 1% in de laatste jaargangen. Is diteen teken van groeistuipen in m.e.r.? In de eerste jaren aan de ene kant veel discussie over`welke kant op met m.e.r.' en parallel daaraan veel down to earth aandacht voor het schrijvenvan een MER, samenvatting en dergelijke. Overigens zijn deze artikelen voor MER-makersnog steeds de moeite waard.Zowel uit de omvang en inhoud van de categorie proces en procedure, als uit de aard vanprojecten die in de case studies aan de orde komen, blijkt dat Toets sterk is gericht op m.e.r.in relatie tot ruimtelijke ordening. Artikelen over woon- en werklocaties vormen de meerder-heid van de case studies. De scope van de artikelen varieert van locatieonderzoeken en plan-nen op provinciaal niveau, tot m.e.r. over concrete projecten.Trend in auteursNaast de trends naar inhoud is een duidelijke trend waarneembaar in de auteurs van deartikelen. In recente jaargangen wordt het overgrote deel van de artikelen geleverd doorauteurs die zijn verbonden aan adviesbureaus. Bijdragen vanuit de Commissie m.e.r. en van-uit het ministerie VROM ? de wetgever ? komen in delatere jaargangen slechts sporadisch voor, terwijl in de be-ginjaren juist auteurs vanuit deze hoek veel bijdragenleverden. Alleen de introductie van SMB en planMER leid-de tot een tijdelijke opleving van bijdragen door VROM.Ook is waarneembaar dat bijdragen door professioneleschrijvers in de loop van 15 jaar steeds schaarser zijngeworden. In de eerste jaargangen leverden deze auteurseen groot deel van de artikelen. Hier ligt een relatie metde inhoudelijke trends: de bijdragen van professioneleschrijvers omvatten onder meer interviews en algemenebeschouwingen, die vallen binnen de categorie zelfreflec-tie. De auteurs vanuit adviesbureaus, die in de latere jaar-gangen de overhand hebben, zijn meer gericht op een zooptimaal mogelijke toepassing van m.e.r. en minder bezigmet zelfreflectie. Evident is dat auteurs van adviesbureausandere belangen hebben bij publiceren dan auteurs van-uit de Commissie en het ministerie.Auteurs uit wetenschappelijke hoek zijn schaars: de inci-dentele bijdragen van echte wetenschappers gaan overmethoden en technieken, evaluaties of jurisprudentie.Opvallende ontbrekersWat heeft ontbroken in de 15 jaargangen Toets? En heb-ben we dat gemist?Iedere MER-maker kent milieueffectrapportages die nietzijn gegaan zoals bedoeld. Daarvoor kunnen veel oorza-ken bestaan: inhoudelijke problemen, discussies over con-tractzaken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, on-enigheid tussen betrokken overheden en bestuurders,problemen door communicatie, en last but not least hetafkeuren van een MER door de Raad van State. Van foutenkun je leren, is een andere tegeltjeswijsheid. En hoewel jedus juist in Toets ook aandacht zou verwachten voor bloo-pers, blijkt dat nauwelijks te gebeuren. Overigens niet ver-wonderlijk gezien de populatie van auteurs.Via de omweg van de jurisprudentiepagina's komen deMER-projecten die mis zijn gegaan bij de Raad van Stateaan de orde. Maar dan gaat het om de juridische aspecten,beschouwd door een buitenstaander, en niet om een te-rugblik door de partijen die bij dat MER betrokken waren.Juridische lering is er dan te trekken, maar onbesprokenblijft of er ook andere lessen kunnen worden geleerd.Het ontbreken van ? zoals dat door de makers wordt erva-ren ? hoofdpijnprojecten is verklaarbaar. Het blad wordtimmers voor een groot deel gevuld door MER-makers, dieer geen belang bij hebben om slecht gelopen projecten teetaleren. Daarnaast lenen sommige oorzaken van foutlopende projecten ? zoals contractuele discussies, die hunweerslag kunnen hebben in de kwaliteit van het MER ?case study proces enproceduremilieu-thema's zelf-reflextie tips en trucs komende wet-en regelgevingSMB/PLAN M.E.R.94-9899-0404-08302520151050percentagebladzijden05101520253035404550percentagebladzijden94-9899-0404-08RO wonen enwerkenRO infrastructuur dijken en rivieren windenergie industrie groene ruimte enlandinrichtingzich niet voor de openbaarheid. In veel artikelen in decategorie?n case study en proces & procedure wordt overi-gens wel ingegaan op minder goed verlopen onderdelen vanprojecten en worden suggesties voor verbetering gedaan.vanfOuTEnkunjElEREn...,MaaREcHTEblOOpERSkOMjEniETTEgEnEvenals in de m.e.r.-praktijk krijgt evaluatie ook in Toetsniet veel aandacht. In zes jaargangen wordt helemaal geenaandacht aan evaluatie besteed, in de overige jaargangengaat het om ??n tot twee artikelen, maximaal ongeveer5-7%. Evaluatie verdient meer aandacht!Lacunes zijn er ook bij de behandelde milieuaspecten.Naast natuur ? in alle jaargangen goed vertegenwoordigd? komen andere milieuthema's mondjesmaat voor: vanhet scala m.e.r.-milieuaspecten komt slechts een klein aan-tal als hoofdonderwerp in artikelen aan de orde. Over ge-luid ? over het algemeen een belangrijk aspect in m.e.r. ?zijn in 15 jaar slechts enkele artikelen geschreven. Anderemilieuthema's, zoals de effecten op grondwatersystemen(geohydrologie) komen helemaal niet in beeld. Weten wegenoeg over die onderwerpen? Of vinden er ten aanzienvan die milieuthema's geen ontwikkelingen plaats in me-thoden en technieken?Ook ten aanzien van de aard van aard van projecten zijn erontbrekende categorie?n. Zo is m.e.r. over wegen, die tocheen groot deel van de m.e.r.-projecten vormen, aanleidingvoor slechts enkele artikelen. Case studies over bijvoorbeeld trac?-m.e.r.-procedures, voor debetrokken adviesbureaus en Rijkswaterstaat toch omvangrijke projecten, komen nagenoegniet voor. Wel zijn er artikelen over aspecten uit dergelijke studies, zoals enkele artikelenover ervaringen met presentatietechnieken in trac?studies.Windenergie is een sector in opkomst. Toets heeft daaraan nog weinig aandacht besteed. Ookm.e.r. gekoppeld aan vergunningen komt slechts zeer beperkt aan de orde: enkele artikelenover diep grondwater en over overkoepelende milieuvergunningen. Kippen, varkens of afval-verwerking komen niet in artikelen voor.Er zijn ook opvallende aanwezigen. Naast artikelen waarin specifieke onderwerpen aan bodkomen (zoals GIS, belevingswaardenonderzoek of MKBA) wil ik er ??n noemen, namelijk deaandacht voor klimaat en duurzaamheid. Na ??n pagina in 1995 (over het StructuurschemaElektriciteitsVoorziening en het belang van CO2) komt pas in 2008 de aandacht voor duur-zaamheid in beeld.foto:www.flickr.com/vineyArdS010203040501994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008percentagebladzijdenzelfreflextie1520251994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 20080510evaluatiepercentagebladzijdenTOETS060810TOETS060811Natuur blijft boeienSlechts twee van de 15 jaargangen bevatten geen artikelen over het themanatuur, flora en fauna. Geen van de milieuthema's krijgt zoveel aandachtals natuur: in 2006 is ongeveer een kwart van alle pagina's hieraan gewijd.Zijn de effecten op natuur, flora en fauna zo maatgevend in m.e.r.? Is m.e.r.zo verweven met de ingewikkelde regelgeving over natuur dat veel aandachtnodig is? Of vinden we het gewoon interessant?Tot slotHet turven van pagina's is geen wetenschappelijke analyse van 15 jaar Toetsin samenhang tot de zich ontwikkelende omgeving. Trends worden welzichtbaar, maar echte verklaringen vragen meer onderzoek. Kunnen weconclusies verbinden aan de geconstateerd trends en lacunes?Vijftien jaargangen Toets laten in ieder geval zien dat de wereld van m.e.r.zeer breed en divers is. En duidelijk is ook dat MER-makers elke vraag op-nieuw creatief aanpakken en een goede aanpak kunnen verzinnen. De bij-dragen in Toets kunnen daarbij inspiratie opleveren. De breedte van de bij-dragen illustreert dat MER-makers maatwerkers zijn. Toch: de geconstateer-de lacunes (en er zijn er waarschijnlijk meer) geven de verwachting dat ermeer inspirerende idee?n aanwezig zijn. Het gegeven dat Toets een bladvoor en door MER-makers is, leidt wellicht tot het onderbelicht blijven vanbepaalde onderwerpen.MER-MakERSZijnMaaTWERkERSEen constatering ? die overigens los staat van bovenstaande analyse ? is datm.e.r. over het algemeen een volgend en faciliterend instrument is. Immers,een initiatiefnemer wil iets realiseren of een besluit nemen, m.e.r. maaktdat mogelijk. M.e.r. levert daarbij wel een bijdrage aan het verbeteren van deoplossing en het stroomlijnen van het proces, maar draagt in feite niet bijaan het formuleren van problematiek en doel. Ook Toets heeft in zekere zin? zeker in de recente jaargangen ? deze faciliterende rol: door het aandra-gen van informatie kan m.e.r. beter gaan functioneren. Een interessantevraag is of de methoden, technieken en ervaringen van m.e.r. niet, in eenvorm van ex ante evaluatie, kunnen bijdragen aan het formuleren van be-leidsdoelstellingen voor (bijvoorbeeld) milieubeleid. Wat zijn de milieuvra-gen waarmee we in de toekomst te maken krijgen? En welke beleid moetdaarvoor worden ontwikkeld? En kan Toets dan een platform zijn om dit uitte dragen? 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 20080051015202530354045501994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008percentagebladzijdennatuurJUBILEUM
Reacties