Europese landen moeten meer gaan samenwerken op het gebied van energie- en klimaatbeleid. Dat blijkt uit een analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Er is weinig oog voor de effecten die maatregelen in het eigen land hebben op de buurlanden en andersom.
Betere afstemming tussen Europese landen maakt het makkelijker en goedkoper om maatregelen te nemen voor energie- en klimaatgerelateerde problemen. Op dit moment zijn de plannen om de economie koolstofarm te maken nog erg nationaal, blijkt uit de analyse. Er wordt nog weinig rekening gehouden met de sterk gekoppelde energiemarkten, grensoverschrijdende gas- en elektriciteitsinfrastructuur, internationaal opererende energiebedrijven en netwerkbeheerders, en technologieontwikkeling. Uit de analyse blijkt bijvoorbeeld dat de uitbreiding van duurzame energie in Duitsland zorgt voor pieken op het Nederlandse elektriciteitsnet.
Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk hebben ambitieuze plannen voor het verwezenlijken van de klimaat- en energieafspraken. Deze plannen gaan v verder dan de Europese verplichtingen. Het beleid in deze landen is gebaseerd op bredere ambities rond innovatie en kansen voor de industrie, en kan rekenen op breed politiek en maatschappelijk draagvlak. Bovendien is het hoogste politieke niveau er actief bij betrokken. In Nederland ligt de focus vooralsnog op het kosteneffectief voldoen aan de Europese verplichtingen voor 2020.
Reacties