Op mijn laatste blog over veenoxidatie kreeg ik een LTO-reactie. Ik moest maar eens een blog schrijven over de uitstoot van broeikasgassen uit natuurgebieden. Off the record had men van onderzoeksinstellingen vernomen dat als gevolg van de vernatting van natuurgebieden, niet alleen CO2 maar ook veel schadelijker broeikasgassen vrijkomen. Op deze uitnodiging ga ik hieronder graag in.
De stellingname dat de uitstoot van broeikasgassen toeneemt bij natuurontwikkeling en vernatting kom ik alleen tegen bij gerenommeerde ecologische kennisinstituten als boerderij.nl en veeteelt.nl. Gelukkig is er reeds in 2010 gedegen onderzoek gedaan naar dit thema. In een studie van Kroon e.a. (2010) zijn berekeningen uitgevoerd van de emissie van hele polders. Deze berekeningen zijn gebaseerd op kleinschalige metingen bij graslanden, sloten en plassen, aangevuld met metingen van atmosferische gradiënten. Daarbij werden drie polders onderzocht:
De hoofdconclusie is dat intensief beheerde veenweidegebieden kunnen veranderen van een bron naar een opslag van broeikasgassen als de waterstand wordt verhoogd en de landbouwintensiteit verlaagd. Het gaat daarbij om drie broeikasgassen; CO2, methaan (CH4) en lachgas (N2O). Lachgas en methaan zijn sterkere broeikasgassen dan CO2. Het opwarmingseffect van 1 kg lachgas is gelijk aan 296 kg CO2, en van 1 kg methaan is dat 23 kg CO2.
In de conventioneel beheerde polder Oukoop werden de hoogste emissies van CO2 en N2O vastgesteld, een totale netto jaarlijkse emissie van ongeveer 12 ton CO2-equivalenten per ha. In de onbemeste, enigszins vernatte polder Stein bleek de emissie van lachgas, methaan en CO2 verlaagd tot een netto jaaremissie van 10 ton CO2-equivalenten per ha. In het onbemeste, sterk vernatte deel van de Horstermeer werd een grote netto vastlegging van kooldioxide gemeten. De methaanemissie per hectare bleek weliswaar iets verhoogd, maar de totale balans was hier een netto vastlegging van 7 ton CO2-equivalenten per ha per jaar.
De conclusie van mijn vorige blog blijft daarom overeind. Vernatting van veenweidegebieden heeft grote voordelen vanuit klimaat, natuur en waterkwaliteit en bespaart de samenleving zeer veel belastinggeld doordat verzakking van woningen, wegen, waterkeringen, gemalen, kabels, leidingen etc. grotendeels of geheel achterwege blijft. We moeten hier dus toe naar een mengvorm van natte natuur en extensieve melkveehouderij waar we voldoende, iets duurdere kwaliteitszuivel voor de omliggende stedelijke gebieden produceren. Laagwaardige bulkproductie voor het (verre) buitenland moet hier stoppen. Kortom; een heldere beleidslijn voor omgevingsvisies en –plannen voor deze gebieden.
Reacties