Het Besluit luchtkwaliteit 2001 leidde aanvankelijk een nogal slapend bestaan. Maar daar is vanaf medio 2004 duidelijk verandering in gekomen. Sindsdien wordt er in de rechtspraak strikt getoetst. Dat is menig groot project noodlottig geworden. Vanaf afgelopen augustus is er een nieuw Besluit luchtkwaliteit 2005. Waarschijnlijk komt daar binnenkort weer nieuwe wetgeving overheen: de Tweede Kamer buigt zich momenteel over een wetsvoorstel terzake. De bedoeling van dit wetsvoorstel is om het de praktijk makkelijker te maken en – in het verlengde daarvan – te voorkomen dat maatschappelijke en bestuurlijk gewenste projecten aan luchtkwaliteitperikelen bezwijken. Of dat gaat lukken? Een beschouwing over luchtkwaliteitrecht: de achtergrond, de huidige stand van zaken, en het toekomstperspectief.
TOETS0106luchtkwaliteitDEluchTDE AUTEURSMonique Blokvoort (m.h.blokvoort@kienhuishoving.nl) en Marcel Soppe(m.a.a.soppe@kienhuishoving.nl) zijn als advocaat verbonden aanKienhuisHoving Advocaten en notarissen N.V. te Enschede. Marcel Soppeis tevens redacteur van TOETS.TOETS0106De kwaliteit van de lucht houdt de gemoederen in Nederlandal weer enige tijd bezig. Vooral overheden en bouwers zijnzich sinds 2004 bewust van het bestaan van de regelgevingover luchtkwaliteit. Sinds dat jaar maken kranten dikwijlsmelding van bouwprojecten die geen doorgang kunnen vinden of op zijn minst forse vertraging oplopen in verband met de luchtkwaliteit. Daarbij gaat het steeds om (te) hoge gehalten aan stikstofdioxide en/of fijn stof (zwevende deeltjes). Een en ander hangt samen met het Besluitluchtkwaliteit 2001, dat in 2005 is vervangen door het Besluit luchtkwaliteit 2005, dat op zijn beurt in de nabije toekomst weer het veld moet ruimen om plaats te maken voor nieuwe regelgeving met een geheel anderestructuur.Waar de opschudding in 2004 en 2005 groot was, valt de laatste tijd weleens te beluisteren dat de ergste kou inmiddels uit de lucht is, en de luchtstraks misschien zelfs weer helemaal opgeklaard zal zijn. De tijd zal hetleren. In afwachting daarvan kan het verhelderend zijn de zaken eens opeen rij te zetten, en daarbij en passant belangrijke jurisprudentie te memoreren.1 Besluit luchtkwaliteit 2001AchtergrondOm bij het begin te beginnen: waar zijn de perikelen rond luchtkwaliteiteigenlijk vandaan gekomen? De achtergrond voor de problematiek inkwestie vormen twee Europese richtlijnen uit 1996 en 1999: de kaderrichtlijn luchtkwaliteit1 en de eerste van een aantal dochterrichtlijnen2.Op grond van deze richtlijnen moeten de lidstaten in hun nationale regelgeving grenswaarden opnemen voor bepaalde stoffen die in de luchtvoorkomen, waaronder stikstofdioxide en fijn stof. Die grenswaardenmoeten op een bepaald tijdstip (veelal 1 januari 2005 of 1 januari 2010)worden gehaald. Daaraan voorafgaand moet er ingevolge de richtlijneneen beleid worden gevoerd dat erop gericht is de luchtkwaliteit zodanigte verbeteren dat de grenswaarden op de daarvoor geldende tijdstippenook daadwerkelijk in acht genomen kunnen worden.In Nederland zijn de grenswaarden voor het eerst opgenomen in het Besluit luchtkwaliteit 2001 (Blk 2001). Aan de grenswaarden voor fijn stofmoet met ingang van 1 januari 2005 zijn voldaan, aan die voor stikstofdiluchTkwaliTEiTrEchT:vrOEgEr,nuEninDETOEkOmSThetbesluitluchtkwaliteit2001leiddeaanvankelijkeennogalslapendbestaan.maardaarisvanafmedio2004duidelijkveranderingingekomen.Sindsdienwordterinderechtspraakstriktgetoetst.Datismeniggrootprojectnoodlottiggeworden.vanafafgelopenaugustusisereennieuwbesluitluchtkwaliteit2005.waarschijnlijkkomtdaarbinnenkortweernieuwewetgevingoverheen:deTweedekamerbuigtzichmomenteelovereenwetsvoorstelterzake.Debedoelingvanditwetsvoorstelisomhetdepraktijkmakkelijkertemakenen?inhetverlengdedaarvan?tevoorkomendatmaatschappelijkeenbestuurlijkgewensteprojectenaanluchtkwaliteitperikelenbezwijken.Ofdatgaatlukken?Eenbeschouwingoverluchtkwaliteitrecht:deachtergrond,dehuidigestandvanzaken,enhettoekomstperspectief.moniqueblokvoort&marcelSoppe1 Richtlijn 96/62/EG van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit.2 Richtlijn 99/30/EG van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht.bijnagEklaarD?TOETS0106oxide vanaf 1 januari 2010. Tot die data voorziet het Blk 2001 in zogehetenplandrempels. Deze geven een kwaliteitsniveau aan waarboven het makenvan plannen verplicht is. Die plannen moeten maatregelen bevatten diebewerkstelligen dat tijdig aan de grenswaarden wordt voldaan.Rechterlijke toetsingHet Blk 2001 leidde aanvankelijk een nogal slapend bestaan. Voor zover erin rechte al een beroep op werd gedaan, werd er door de bestuursrechterzeer terughoudend aan getoetst. Er vloeide nimmer bloed uit voort, in diezin dat de uitvoering van een project vanwege het Blk 2001 vertraging opliep, laat staan dat de uitvoering ervan vanwege de luchtkwaliteiteisen inhet geheel niet mogelijk zou zijn.De rechterlijke toetsingswijze heeft echter een even onvoorzienbare alsvoor de uitvoeringspraktijk drastische wending genomen. Middels een forsaantal uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad vanState uit 2004 en 2005 werd duidelijk dat de Afdeling het Blk 2001 strengis gaan interpreteren en strikt is gaan toepassen.De hoofdlijn van de uitspraken van de Afdeling is dat projecten die leidentot een (verdere) overschrijding van een grenswaarde geen doorgang mogen vinden. Wordt een plandrempel overschreden, dan mag een projectalleen dan worden uitgevoerd als voldoende is gemotiveerd dat die overschrijding niet tot gevolg heeft dat niet tijdig aan de grenswaarde wordtvoldaan. Veel besluiten werden vernietigd reeds vanwege de constateringdat er geen of nauwelijks onderzoek naar de gevolgen van het project voor deluchtkwaliteit was verricht. Momenteel is in de praktijk genoegzaam bekenddat voorafgaand aan de besluitvorming over de meeste projecten een onderzoek naar de effecten op de luchtkwaliteit een must is.DErEchTErlijkETOETSingSwijzEhEEfTEEnOnvOOrziEnbarEEnvOOrDEuiTvOEringSprakTijkDraSTiSchEwEnDinggEnOmEnDe jurisprudentie handelde overigens niet alleen om projecten die van invloed zijn op de luchtkwaliteit, zoals wegverbredingen, de aanleg van eenbedrijventerrein of de bouw van een nieuwe woonwijk (vanwege de daarmeegepaard gaande nieuwe verkeersbewegingen). De nieuwe jurisprudentie zagook op projecten die zelf geen invloed hadden op de luchtkwaliteit, maar welworden uitgevoerd in een gebied waar de normstelling uit het Blk 2001 (waarschijnlijk) niet zou worden gehaald. Het Blk 2001 gaf de rechter in beginselgeen ruimte soepeler om te gaan met dat soort projecten.Zelfs indien de grenswaarden weliswaar zouden worden overschreden,maar het project zou leiden tot een vermindering van die overschrijding,was de Afdeling bestuursrechtspraak niet altijd tevreden. Uit een uitspraakover de verbreding van de rijksweg A2 bleek dat dan ook nog nagegaanmoet worden of de verbetering van de luchtkwaliteit wel in voldoendemate bijdraagt aan de (landelijke) verwezenlijking van de grenswaardenen of het in dat kader bezien niet nodig zou zijn nog verdergaande maatregelen te treffen om een nog verdere reductie te behalen. In slechts ??ngeval oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat de grenswaardenweliswaar zouden worden overschreden, maar het project toch doorgangmocht vinden omdat het per saldo tot een belangrijke verbetering van deluchtkwaliteit leidt. Die verbetering zou zijn gelegen in een verminderingvan het aantal personen dat aan de slechte lucht wordt blootgesteld4.De omstandigheid dat in de nabijheid van de beoogde locatie voor eenproject geen gevoelige bestemmingen (zoals woningen) aanwezig waren,deed er blijkens de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraakniet toe. Ook op die locaties moest gewoon aan de grenswaarden wordenvoldaan. Het Blk 2001 had immers ? in navolging van de Europese richtlijnen ? betrekking op de buitenlucht als geheel. Ook de miskenning van ditgegeven heeft vele besluiten de kop gekost.Nederland op slot?Bouwend en bestuurlijk Nederland voelden de nieuwe lijn in de rechtspraak als onrechtvaardig, vooral omdat de emissies fijn stof op veel plaatsen in ons land al zo groot zijn (achtergrondconcentraties) dat reedsdaardoor de grenswaarden (zullen) worden overschreden. De hoge achtergrondconcentraties zijn voor een deel van natuurlijke oorsprong (zeezout,bodemstof), worden deels veroorzaakt door verkeer en worden daarnaastvoor een belangrijk deel bepaald door industrie, niet alleen in Nederlandmaar ook daarbuiten (Ruhrgebied). De rechtspraak leidde zodoende bij velen tot de conclusie dat de luchtkwaliteitregelgeving ervoor had gezorgddat Nederland op slot zat.2 Besluit luchtkwaliteit 2005Belangrijke verschillenDe wetgever heeft ingezien dat het Blk 2001 tot maatschappelijk ongewenste problemen leidde. Reeds op 25 november 2004 liet de eerst verantwoordelijke staatssecretaris de Tweede Kamer weten van plan te zijn eennieuwe regeling tot stand te brengen. Die nieuwe regeling wordt gevormddoor het Besluit luchtkwaliteit 2005 (Blk 2005), dat in werking is getredenop 5 augustus 2005. Wordt de tekst van het Blk 2001 naast die van het Blk2005 gelegd, dan blijkt dat een groot deel van de bepalingen ongewijzigdis gebleven.luchtkwaliteit3 ABRvS 15 september 2004, nr. 200401178/1.4 Zie de uitspraak over de rondweg Almelo,ABRvS 21 juli 2004, nr. 200305714/1. In andere uitspraken (bijvoorbeeld over het Stationseiland Amsterdam,ABRvS 9 februari 2005, nr. 20040323/1)wordt de mogelijkheid van saldering wel genoemd, maar alleen in de uitspraak over de rondweg Almelo oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat salderen daadwerkelijk was toegestaan.TOETS0106Toch is er een aantal belangrijke verschillen, waarmee de problemen vanhet Blk 2001 voor een belangrijk deel zijn opgelost. Zo biedt het Blk 2005de mogelijkheid om stoffen die van nature in de lucht voorkomen en dieniet schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens, buiten beschouwingte laten. Deze stoffen (met name zeezout) bepalen, als gezegd, voor eenbelangrijk deel de achtergrondconcentratie fijn stof. Een andere belangrijke verbetering is dat projecten die de luchtkwaliteit niet verslechteren,onder het Blk 2005 w?l doorgang kunnen vinden. Artikel 7, lid onder aBlk 2005 bepaalt dat aan projecten medewerking kan worden verleend indien daardoor de concentratie in de buitenlucht van de betreffende stof`per saldo verbetert of tenminste gelijk blijft'.De vraag bleef toen nog wel, wanneer en hoe snel de Afdeling bestuursrechtspraak zou aannemen dat aan deze voorwaarden wordt voldaan.Inmiddels is duidelijk geworden dat aan artikel 7, lid onder a Blk 2005wordt voldaan, indien het betreffende project geen re?el effect heeft opde luchtkwaliteit in de omgeving. Tot dat oordeel kwam de Afdeling bestuursrechtspraak bijvoorbeeld ten aanzien van de milieuvergunning diewas verleend ten behoeve van het voetbalstadion van ADO Den Haag5.B&W van Den Haag hadden op goede gronden aangenomen dat de bijdrage van het verkeer dat samenhangt met het in werking zijn van dezeinrichting geen re?el effect heeft op de luchtkwaliteit. In sommige gevallen neemt de Afdeling bestuursrechtspraak zelfs zonder luchtkwaliteitonderzoek aan dat het project geen gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit6.SaldomethodeMaar ook indien door een project sprake zal zijn van een `beperkte' toename van de concentratie van de betreffende stof in de lucht, is onder het Blk2005 niet zonder meer uitgesloten dat het project doorgang kan vinden.Artikel 7, lid onder b Blk 2005 maakt doorgang van het project ook danmogelijk indien de luchtkwaliteit door een samenhangende maatregel ofeen optredend effect per saldo verbetert. Deze zogenaamde saldomethoderoept wel de nodige ? en niet bepaald onbelangrijke (!) ? vragen op:? Wat moet bijvoorbeeld worden verstaan onder een `beperkte' toenamevan de concentratie?? Wanneer hangt een maatregel voldoende samen met het project?? In hoeverre moet er samenhang bestaan tussen het plangebied en hetsalderingsgebied?? Wanneer is `per saldo' sprake van een verbetering?? Hoe groot moet de verbetering zijn?De vrij recent (maart 2006) door de staatssecretaris van VROM uitgevaardigde Regeling saldering luchtkwaliteit 2005 biedt in dat opzicht nauwelijks enige verheldering. Verder ontbreekt vooralsnog terzake relevanterechtspraak.7 Dit neemt niet weg dat ??n ding zeker is: indien in de praktijk de saldomethode wordt gebruikt, zal de desbetreffende besluitvorming gepaard moeten gaan met een zeer gedegen onderbouwing waarinde toepassing van deze methode in het concrete geval gedetailleerd uitde doeken wordt gedaan.5 ABRvS 18 januari 2006, nr. 200507534/1.6 Zie bijvoorbeeld ABRvS 21 november 2005, nr. 200507573/2 (Omnizorgcentrum Apeldoorn).7 Ten tijde van het afsluiten van de tekst van deze bijdrage, was ons nog maar ??n uitspraak bekend over de toepassing van de saldomethode. Het betreft de uitspraak van de Voorzieningenrechter vande rechtbank van Roermond van 17 maart 2006 (LJN-nr.AV6390).Wordt de Voorzieningenrechter gevolgd, dan lijkt de rechter een saldering in het concrete geval nogal terughoudend te toetsen.FOTO:EUROPEANCOMMUNITY2006TOETS01063 De toekomst: het wetsvoorstelDe ontkoppelingsgedachteMomenteel is een wetsvoorstel inzake luchtkwaliteit bij de Tweede Kamerin behandeling. Indien dit wetsvoorstel kracht van wet verkrijgt, wordthet Blk 2005 ingetrokken. Belangrijkste drijfveer voor het scheppen vaneen nieuw wettelijk kader is gelegen in de omstandigheid dat de luchtkwaliteit op bepaalde plaatsen in Nederland (onder meer in de grote steden inde Randstad) zodanig slecht is dat daar vrijwel geen enkele luchtkwaliteitbe?nvloedende ingreep mogelijk is zonder in strijd te komen met de geldende luchtkwaliteitregels. De saldobenadering uit het Blk 2005 biedt indie gevallen nauwelijks uitkomst. Dat wordt als zeer klemmend ervarenomdat daarmee bestuurlijk noodzakelijk geachte projecten (zoals infrastructurele ingrepen, de bouw van nieuwe woonwijken) noodzakelijkerwijsin de ijskast zijn beland. Voorts wordt het in de bouwpraktijk als uitermatebezwarend ervaren dat vrijwel alle overheidsbesluiten over luchtkwaliteitbe?nvloedende activiteiten steeds weer indringend aan de wettelijke luchtkwaliteitregels moeten worden getoetst.hETwETSvOOrSTElzalDOOrDEprakTijkOngETwijfElDmEThETnODigEEnThOuSiaSmEwOrDEnOnThaalDBij dit alles heerst het gevoel dat de rechter in die toetsing elk foutje lijktaf te straffen.9 Dat gevoel heeft geleid tot een luide en breed onderschrevenroep om ontkoppeling: een veel gehoorde en steeds terugkerende term inde discussie over hoe het nu verder zou moeten met het luchtkwaliteitrecht.Kern van de ontkoppelingsgedachte is dat met name ruimtelijke ordeningsbesluiten niet aan de luchtkwaliteiteisen zouden behoeven te worden getoetst. Grootschalige infrastructurele ingrepen en woningbouwprojecten zouden als direct gevolg daarvan niet meer kunnen wordengefrustreerd door luchtkwaliteitperikelen.Andere structuurHet wetsvoorstel heeft een wezenlijk andere structuur dan het Blk 2005.Het voorziet in een aanpak die erop is gericht om door middel van eenstelsel van door het Rijk, provincies en gemeenten op te stellen plannen deluchtkwaliteit in Nederland in overeenstemming te brengen met de grenswaarden zoals opgenomen in de EGrichtlijnen. De regie van dit stelsel ligtnadrukkelijk bij het Rijk dat het zogeheten nationaal programma vanmaatregelen zal moeten vaststellen. Daarin wordt behalve het generiekebeleid (gebiedsgewijs) aangegeven welke maatregelen er getroffen zullenworden om de grenswaarden voor de luchtkwaliteit op zo kort mogelijketermijn te halen. Voorts wordt in het nationaal programma verdisconteerddat er nieuwe luchtkwaliteitverslechterende projecten zullen worden uitgevoerd. Provincies en agemeenten kunnen aanvullende luchtkwaliteit(actie)plannen opstellen. Deze aanvullende plannen moeten worden gezienals een modificatie van het nationaal programma van maatregelen.Niet duidelijk is hoe concreet de luchtkwaliteitverslechterende projectenin het nationaal programma van maatregelen zullen worden aangeduid.Het is vooralsnog waarschijnlijk dat een aantal projecten (denk aan projecten als de aanleg van de Tweede Maasvlakte, de wegaanpassingen waarvoorde Spoedwet wegverbreding is bedoeld en de toekomstige ontwikkelingluchtkwaliteitInfoRmATIE ovER lUchTkwAlITEIT op InTERnETUitgebreide informatie over luchtkwaliteit is om te beginnen te vinden in het`Dossier Luchtkwaliteit' op www.vrom.nl. Dit dossier bevat, onder veel meer,de teksten van:? het Besluit luchtkwaliteit 2005;? de Meetregeling luchtkwaliteit 2005 (waarin de `zeezout-aftrek' isopgenomen);? de Regeling saldering luchtkwaliteit 2005;? het Wetsvoorstel Wet luchtkwaliteit, en de Memorie van Toelichting daarbij;het wetsvoorstel is op 17 maart 2006 aangeboden aan de Tweede Kamer.In dit artikel verwijzen voetnoten naar relevante jurisprudentie. Uitsprakenvan de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn te vindenvia `uitspraken zoeken' op www.raadvanstate.nl.Als jurisprudentie betrekking heeft op m.e.r.-plichtige projecten, dan isbasisinformatie over de betreffende projecten te vinden op de website vande Commissie voor de milieueffectrapportage: www.commissiemer.nl.Verder is informatie te verkrijgen (ook telefonisch en per e-mail) via dehelpdesk van InfoMil: www.infomil.nl. InfoMil is momenteel doende een`Dossier Ruimtelijke Ordening en Luchtkwaliteit' op te bouwen, dat uit eenaantal modules gaat bestaan. De modules `Inleiding' en `Besluit luchtkwaliteit2005' zijn inmiddels ingevuld.V??r juli 2006 worden de modules `Jurispru-dentie' en `Robuuste onderbouwing van ruimtelijke plannen' toegevoegd.8 Wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen), Kamerstukken 30 489 (te raadplegen via www.parlement.nl)9 Dat gevoel is heden ten dage niet meer volledig overeenkomstig de juridische werkelijkheid. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de afgelopen maanden een aantal uitspraken gewezen waaruit blijktdat het niet voldoen aan de uit het luchtkwaliteitrecht voortvloeiende eisen onder omstandigheden met de mantel der liefde worden kan worden bedekt. Zie voor illustratieve uitspraken ABRvS 14 december2005, nr. 200501574/1 (woningbouw Loenen) en ABRvS 5 april 2006, nr. 200506157/1 (Factory Outlet Center Roosendaal).TOETS0106van Schiphol) met name zullen worden genoemd. Voor andersoortige projecten zal naar verwachting met een globale beschrijving wordenvolstaan. Daarbij kan gedacht worden aan een projectbeschrijving inhoudende de realisatie van 20.000 woningen in een bepaalde regio. Waar dezewoningen precies zullen worden gebouwd, wordt dan in het middengelaten.`In betekenende mate'Hamvraag voor de praktijk is of en zo ja hoe de besluitvorming over concreteprojecten dient te worden getoetst aan de luchtkwaliteiteisen. Het wetsvoorstel heeft als uitgangspunt dat toetsing alleen dan aan de orde komtindien een project `in betekenende mate' bijdraagt aan de verslechteringvan de luchtkwaliteit. De vage term `in betekenende mate' zal nader worden uitgewerkt in een door de regering vast te stellen Algemene Maatregelvan Bestuur. Het is vooralsnog niet duidelijk hoe die uitwerking gestaltezal krijgen. In de Haagse wandelgangen valt echter het idee te beluisterenom aan te sluiten bij de drempels van de m.e.r.(beoordelings)plichtige activiteiten. Als een project niet m.e.r.(beoordelings)plichtig zou zijn, zou ergeen sprake zijn van het in betekenende mate be?nvloeden van de luchtkwaliteit.Wanneer een project in betekenende mate bijdraagt aan de verslechteringvan de luchtkwaliteit, behoeft de besluitvorming erover niet aan de luchtkwaliteitnormen te worden getoetst indien het project inpasbaar is binnen het nationale programma van maatregelen. In zoverre voorziet hetwetsvoorstel dus in de hiervoor aangestipte ontkoppeling.10 Deze ontkoppeling moet vooral de redding betekenen voor de projecten die onder vigeur van het Blk 2005 niet of nauwelijks tot uitvoering kunnen wordengebracht. Voor projecten die in betekenende mate bijdragen aan luchtverontreiniging en die niet zijn voorzien in het nationale programma vanmaatregelen, geldt hetzelfde toetsingsregime als thans is voorzien in hetBlk 2005. De saldomethode blijft derhalve gehandhaafd. Dat betekent onder meer dat de ongetwijfeld op stapel staande stroom aan jurisprudentieover de (on)mogelijkheden van de salderingsregeling, haar schaduw vooruit zal werpen op het komende luchtkwaliteitrecht.Stroom jurisprudentieHet wetsvoorstel zal door de praktijk ongetwijfeld met het nodige enthousiasme worden onthaald. Ingevolge dit voorstel zal de luchtkwaliteit bij talvan projecten geen belemmerende factor meer kunnen zijn. Anderzijdszullen er ook geluiden opklinken dat het allemaal nog niet ver genoeg gaaten dat de wetgever moet streven naar een volledige ontkoppeling tussen de(ruimtelijke ordenings)besluitvorming over concrete projecten en de luchtkwaliteiteisen. Juist in dat verband is het goed op te merken dat de regering van mening is dat zij de grenzen van wat de EGrichtlijnen toelaten,heeft opgezocht. Die mening lijkt zeker gegrond. Wij volstaan in dat verband met de opmerking dat de Raad van State in zijn advies over het wetsvoorstel ten aanzien van meerdere aspecten (waaronder het daarin opgenomen planstelsel en het salderingsprincipe) aangeeft dat het niet duidelijkis of de door de regering voorgestane regeling volledig spoort met het Europees recht. De Raad van State merkt daarbij op dat het uiteindelijk aanhet Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is om daarover eenoordeel te vellen.11Alleen al die opmerking zal munitie leveren aan de rechtspraktijk. De verwachting is zonder meer gerechtvaardigd dat wanneer het wetsvoorsteldaadwerkelijk kracht van wet verkrijgt, deze wet in rechte ten volle zalworden bestreden en dat er alsdan wederom een stroom jurisprudentie opgang zal komen waarvan de inhoud vanwege de communautaire achtergrond onvoorspelbaar is.10 Een verdergaande ontkoppeling acht de regering in verband met de EG-luchtkwaliteitrichtlijnen niet mogelijk.11 Tot op heden is er betrekkelijk weinig jurisprudentie van dit Hof over de EG-luchtkwaliteitrichtlijnen. Dat is jammer, aangezien de reikwijdte van die richtlijnen niet op alle punten even duidelijk is.FOTO:?NEASDe hoge achtergrondconcentraties zijn voor een deel van natuurlijke oorsprong (zeezout, bodemstof),worden deels veroorzaakt door verkeer en worden daarnaast voor een belangrijk deel bepaald doorindustrie, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten (Ruhrgebied).
Reacties