Vanaf het midden van de jaren tachtig is er steeds meer aandacht voor integraal waterbeheer. Integraal waterbeheer gaat uit van het water als een systeem: thema’s als wateroverlast, waterschaarste, waterkwaliteit en de maatschappelijke functies van het watersysteem kunnen niet los van elkaar worden gezien. De voorgenomen integratie van negen bestaande waterwetgevingen in één overkoepelende Waterwet moet het juridische instrumentarium bieden voor het gewenste integrale waterbeheer. Wanneer zo’n integrale en overkoepelende Waterwet er komt? Wellicht al begin 2009. Dit artikel blikt vooruit: wat kunnen de waterbeheerders – en de door hen ingehuurde adviseurs – verwachten?
TOETS010810DE AUTEURsIneke Noordhoek (06-27060672, b.noordhoek@arcadis.nl) en MarjanPoortinga (06-27060796, m.a.poortinga@arcadis.nl) zijn beiden `legalconsultants' bij ARCADIS.De integratie van de bestaande waterwetgeving in ??n Water-wet (zie kader `Welke wetten komen samen in de nieuweWaterwet?') moet de juridische instrumenten bieden voorhet gewenste integrale waterbeheer. De wetgevingsoperatiesluit aan op het adviesrapport Waterbeleid voor de 21eeeuw (WB 21), dat werd opgesteld naar aanleiding van de wateroverlast in1995 en 1998, en op de eisen die voortvloeien uit de Europese Kaderricht-lijn Water (KRW). Het wetsvoorstel voor de nieuwe Waterwet is in oktober2006 bij de Tweede Kamer ingediend.De verwachting is dat de Waterwet niet eerder dan 1 januari 2009 zal wor-den ingevoerd. Die datum lijkt nog ver weg, maar daar staat tegenover datmenig waterschap in Nederland reeds nu volop aan de slag is (of zou moe-ten zijn) met planvorming voor de periode vanaf 2010 tot 2015 (en veel ver-der). Voor rijk en provincies geldt eveneens: er is geen tijd te verliezen.Ons belangrijkste advies geven we meteen al in het begin van dit artikelweg: kijk regelmatig op www.waterwet.nl. Dat is d? site waar u de actueleontwikkelingen kunt volgen.En voor wie meer wil weten over de achtergronden en de perspectieven vande nieuwe Waterwet: dit artikel biedt een kennismakend overzicht.DoelstellingenennormenDe Waterwet benoemt drie doelstellingen: (1) het voorkomen/beperken vanwateroverlast en waterschaarste, (2) de bescherming en verbetering van dechemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en (3) de vervullingvan maatschappelijke functies door watersystemen. Nieuw ten opzichte vande geldende waterwet- en regelgeving is dat deze doelstellingen in de wetzelf zijn verankerd (artikel 2.1) en worden vertaald naar normen die daar-mee rechtstreeks verband houden.De normen die in de wet, of op basis daarvan in het Waterbesluit ofandere lagere regelgeving worden uitgewerkt, hebben betrekking op veilig-heid, waterkwantiteit, waterkwaliteit en op de maatschappelijke functiesvan het watersysteem. De normstelsels die uit de Waterwet voortvloeienkennen we al van de bestaande waterwetten. De veiligheidsnormen zijnovergenomen uit de Wet op de waterkering. Voor de waterkwaliteit wordteen rechtstreekse koppeling gelegd naar artikel 4 van de KRW en hoofd-stuk 5 van de Wet milieubeheer. Op het gebied van waterkwantiteit vormtde Waterwet de basis voor besluiten over waterpeilen die we kennen vande Wet op de waterhuishouding.Daarnaast is de mogelijkheid opgenomen een rangorde vast te stellen vanmaatschappelijke en ecologische behoeften bij watertekorten en wordenwettelijke normen vastgesteld met het oog op de bergings- en afvoercapaci-teit van regionale wateren. Met betrekking tot functievervulling moet dewaterbeheerder de nodige maatregelen nemen voor het veilig en doelmatiggebruik van waterstaatswerken overeenkomstig de in de waterplannen (ziehet kader `Plannen') toegekende functies, en dit zodanig dat aan de normendie bij een bepaalde functie horen wordt voldaan.IntegralewetgevingIn de Waterwet worden negen bestaande wetten ge?ntegreerd (zie opnieuwhet kader `Welke wetten komen samen in de nieuwe Waterwet?'). Boven-waterwetNEgENbESTaaNDEwETTENgE?NTEgrEErDDENIEuwEwaTErwETVanafhetmiddenvandejarentachtigisersteedsmeeraandachtvoorintegraalwaterbeheer.Integraalwaterbeheergaatuitvanhetwateralseensysteem:thema'salswateroverlast,waterschaarste,waterkwaliteitendemaatschappelijkefunctiesvanhetwatersysteemkunnennietlosvanelkaarwordengezien.Devoorgenomenintegratievannegenbestaandewaterwetgevingenin??noverkoepelendewaterwetmoethetjuridischeinstrumentariumbiedenvoorhetgewensteintegralewaterbeheer.wanneerzo'nintegraleenoverkoepelendewaterweterkomt?wellichtalbegin2009.Ditartikelbliktvooruit:watkunnendewaterbeheerders?endedoorheningehuurdeadviseurs?verwachten?InekeNoordhoekenMarjanPoortingaTOETS010811dien wordt al hetgeen de Wet bodembescherming regelt omtrent water-bodems naar de Waterwet overgeheveld. Uitgangspunt in de Waterwet isdat de waterbodem onderdeel uitmaakt van het watersysteem. Het is debedoeling dat ook de onlangs in de Wet op de waterhuishouding opgeno-men gemeentelijke watertaken uiteindelijk onderdeel gaan uitmakenvan de Waterwet. De drinkwatervoorziening valt buiten deze integratie-slag. Daarvoor is een nieuwe Drinkwaterwet in voorbereiding.De beoogde integraliteit komt naast de doelstellingen ook terug in deopbouw van de wet. Zo kent de wet bijvoorbeeld hoofdstukken als `nor-men', `beheer', `plannen' en `vergunningen', en geen hoofdstukken overthema's als `verontreiniging oppervlaktewater' of `grondwater'.Aan de nieuwe Waterwet wordt een Algemene maatregel van bestuur(Amvb) gekoppeld. Dit is het Waterbesluit, waarvan een eerste concept albeschikbaar is. Het Waterbesluit regelt die aspecten waarbij bovenregio-nale belangen of internationale verplichtingen een rol spelen. Zo wordtonder andere bepaald voor welke rijkswateren de minister de peilbeslui-ten vaststelt, wat de rangorde is bij watertekorten en hoe het nationalewaterplan en beheerplan rijkswateren moeten worden voorbereid. Dewatervergunningen, algemene regels en financi?le bepalingen wordenhierin ook nader uitgewerkt.DecentraleregelgevingDe wet kan worden gezien als een raamwet. Veel bepalingen worden naderuitgewerkt, onder meer in het Waterbesluit (Amvb), in een ministeri?leregeling (Waterregeling) en op decentraal niveau in de vorm van verorde-ningen van de provincie. Er is voor gekozen om in beginsel alleen bij boven-regionale belangen of internationale verplichtingen centrale regels vanuithet Rijk te stellen. De decentrale overheden worden zoveel mogelijk vrij ge-laten om zelf in de benodigde regelgeving ter uitvoering van hun water-Foto:scx.huPlaNNENInhetwetsvoorstelwordtgesprokenovereennationaaleneenregionaal waterplan. Deze beleidsmatige plannen kennen we nu uit dewwhalsdeNotawaterhuishoudingenhetPlanopdewaterhuishouding.Indewaterplannenwordendehoofdlijnenvastgelegdvanhet nationale respectievelijk regionale waterbeleid, en de daartoebehorenderuimtelijkeaspecten.uitdehuidigewwhkomenookdebeheerplannenvoorrijkswaterenenregionalewaterenterug.Ineenbeheerplanwordtondermeerhetprogrammavanmaatregelenenvoorzieningenopgenomendatnodigismethetoogopdeontwikkeling,werkingenbeschermingvan(rijksdanwelregionale)waterenendewijzewaarophetbeheerbijnormaleomstandighedeneningevalvancalamiteitenwordtgevoerd.HetnationalewaterplanomvatonderanderedevierNederlandsegedeeltenvanstroomgebiedbeheerplannenvoorrijn,Maas,ScheldeenEems.InalleandereplannenwordendemaatregelenvanuitdeKrwperstroomgebiedgerangschikt.Dezewerkwijzewordtbinnenkortalopgenomenindewetopdewaterhuishoudingingevolgedeimplementatiewet Krw. Omdat de stroomgebiedbeheerplannen een vrijglobaalensamenvattendkarakterhebben,wordenzeinhetwaterplanopgenomenennietineenbeheerplan.Opgemeentelijkniveauwordengeen`waterplannen'ge?ntroduceerd.Hiervoorvolstaathetindewmgeregelderioleringsplan.ruimtelijkeaspectenwordeningemeentelijkestructuurvisiesenbestemmingplannenopgenomen.TOETS010812beheertaken te voorzien. Voor deze opzet is gekozen om een balans te vin-den tussen enerzijds de ge?ntegreerde regelgeving en anderzijds de ruimtevoor decentraal maatwerk. Op het gebied van de waterkwantiteit biedt deWaterwet bijvoorbeeld meer ruimte voor decentrale regels dan de Wet op dewaterhuishouding.Aan de hand van een aantal nieuwe elementen in de Waterwet schetsen weeen beeld van de samenhang tussen centrale en decentrale regelgeving.Voor veiligheid tegen overstromingen neemt de Waterwet het normstelselvoor primaire waterkeringen van de Wet op de waterkering over. Voor daar-bij aan te wijzen gevallen normeert de provincie bij verordening de niet-primaire waterkeringen. Het normstelsel voor overstromingen wordt hier-mee uitgebreid naar de belangrijke niet-primaire waterkeringen, in hetverlengde van de recente wijziging van de Wet op de waterkering (juli20071).De projectprocedure is een procedure voor geco?rdineerde besluitvormingvoor uitvoeringsbesluiten die op grond van de Wet op de waterkering ver-plicht is voor projectplannen met betrekking tot primaire waterkeringen.In de Waterwet wordt deze procedure ook inzetbaar voor projectplannenvan het waterschap bij niet-primaire waterkeringen. Het is de provincie diebij verordening bepaalt in welke gevallen deze projectprocedure mag wor-den toegepast.waterwetIn het Waterbesluit is de procedure opgenomen voor de totstandkomingvan het nationale Waterplan. Voor de regionale waterplannen moeten deprovincies zelf een verordening vaststellen omtrent de wijze van totstand-koming. Die verordening moet voorzien in overleg met waterbeheerders engemeenten, raadpleging van de minister en van GS van aangrenzende pro-vincies, en voor zover van toepassing met de bevoegde Duitse of Belgischeautoriteiten. Inspraak moet worden geregeld conform art. 14 KRW en deRichtlijn inspraak milieuaangelegenheden. Ook voor beheerplannen geldtdat voor rijkswateren het Waterbesluit regels stelt, en dat voor regionalewateren de provincie een verordening moet opstellen.Het schema op deze pagina's laat de samenhang zien tussen de Waterwet,het Waterbesluit en decentrale regelgeving.DoorwerkingnaarmilieuennatuurbeheerBij het realiseren van wateropgaven zijn er belangrijke raakvlakken met debeleidsvelden milieu en natuur. De afstemming met milieu is gevondendoor voor kwaliteitseisen aan te haken bij de Wet milieubeheer en de KRW.De Waterwet introduceert geen eigen, nieuw normstelsel. In de Waterwetwordt rechtstreeks aansluiting gezocht bij het stelsel van milieudoelstel-lingen uit artikel 4 van de KRW. Deze doelstellingen worden geconcretiseerdin milieukwaliteitseisen voor water, die worden vastgesteld op grond vanhoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer.De afstemming met natuur vindt zowel plaats met waterkwantiteit als metwaterkwaliteit. Wat betreft waterkwantiteit is het van belang welke plaatsnatuur heeft in de rangorde die kan worden vastgesteld bij watertekorten.Verdroging kan immers schade toebrengen aan natuurgebieden. Wat be-treft kwaliteit zullen de ecologische doelstellingen en de chemische kwali-teitseisen uit de Waterwet in principe een positief effect hebben op denatuur. De doelstellingen kunnen echter strijdigheden opleveren met deinstandhoudingsdoelstellingen die voor Natura 2000-gebieden gelden opgrond van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet). Een voorbeeld is dat eenwatergebied op basis van de ecologische doelstellingen van de KRW zoFoto:scx.huwElKEwETTENKOMENSaMENINDENIEuwEwaTErwET?Dewaterwetintegreertnegenwetten:?wetopdewaterhuishouding(wwh)?wetverontreinigingoppervlaktewater(wvo)?grondwaterwet(gww)?wetopdewaterkering(wwk)?wetbeheerrijkswaterstaatswerken(nat)(wbr)?wetverontreinigingzeewater?wetdroogmakerijenenindijkingen?waterstaatswet1900(nat)?wrakkenwet1Stb.2005,275.Foto:scx.huTOETS010813helder mogelijk moet worden, terwijl hetzelfde watergebied op basis van deinstandhoudingsdoelstellingen van de Nb-wet juist troebel moet blijven. DeKRW zegt hierover dat het strengste regime geldt. In de Waterwet is hierniets over opgenomen. In de praktijk leveren de tegenstrijdige doelstellin-gen echter weinig problemen op. Door het schaalniveau van de wateren ishier vaak goed pragmatisch mee om te gaan.DoorwerkingnaarderuimtelijkeordeningIn de Waterwet is gezocht naar een betere planafstemming tussen water enruimte, waardoor de zogenaamde `haasje-over constructie' uit provincialeplannen kan verdwijnen. De ruimtelijke aspecten van de Rijks- en regionaleWaterplannen zijn in de Waterwet van rechtswege structuurvisies in de zinvan de Wro2, waardoor er een wettelijke koppeling is gelegd met het plan-stelsel van de Wro. Dit biedt de mogelijkheid om de sturingsinstrumentenin de Wro ? zoals provinciale verordeningen, aanwijzingen en `inpassings-plannen' ? ook op het gebied van water in te zetten. Provinciale waterplan-nen kunnen zonodig betrekking hebben op hydrologisch begrensde delenvan provincies in plaats van het volledige provinciale grondgebied (regio-naal waterplan).Net als nu wordt de ruimte voor water, bijvoorbeeld voor bergingsgebieden,verankerd in het bestemmingsplan. Nieuw in het waterstaatsrecht, althansop het niveau van de formele wet, is dat er van rechtswege een gedoogplichtontstaat voor de tijdelijke berging van water indien gronden als bergingsge-bied zijn opgenomen in de legger3 van de beheerder, en deze gronden ookruimtelijk als zodanig zijn bestemd. Bergingsgebieden hebben een functiein het kader van het waterbeheer en vormen een integraal onderdeel vanhet watersysteem.Omdat de maatregelen in het Beheerplan Rijkswateren (BPRW) ook ruimte-lijke gevolgen zullen hebben die in bestemmingsplannen moeten wordenverwerkt, worden bij de voorbereiding daarvan ook de gemeenten betrok-ken binnen wiens grondgebied (onderdelen van) watersystemen liggenwaarop het plan betrekking heeft.De Watertoets blijft overigens een verplicht onderdeel van de voorbereidingvan bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten. Dit wordt nietgeregeld in de Waterwet, maar vloeit (nu ook al) voort uit het Besluit op deruimtelijke ordening.aanlegenwijzigingvanwaterstaatswerkenDe beheerder is altijd verplicht om voor de aanleg of wijziging van een wa-terstaatswerk een projectplan vast te stellen. Dit is voor primaire waterke-ringen nu ook al in de Wet op de waterkering geregeld. Het projectplanomvat een beschrijving en de wijze van uitvoering van een project. Het pro-jectplan is vormvrij, maar er zijn wel enkele inhoudsvereisten in de Water-wet opgenomen. In het plan moet, als het de primaire waterkering betreft,Desamenhangtussendewaterwet,hetwaterbesluitendecentraleregelgeving.2DenieuwewetruimtelijkeordeningdieindeplaatskomtvandehuidigewetopderuimtelijkeOrdening(wrO),ziehetvorigenummervanditblad(december2007),artikelvanabrahamEsmeijer.3De`legger'iseendocumentvandebeheerder,datondermeervastlegtwaaraandewaterkeringmoetvoldoennaarrichting,vorm,afmetingenconstructieenwaarinonderhoudsplichtigenofonderhoudsverplichtingenwordenaangewezen.Waterwet:?algemenebepalingen?Doelstellingenennormen?Plannen,beheer?uitvoeringvanwerken?Calamiteiten?Vergunningverlening?HandhavingWaterregeling:?Normen?algemeneregelsvoorlozen/onttrekkenwateraanrijkswateren?algemeneregelsvoorgebruikvanrijkswaterstaatswerkenWaterbesluit:?Normen?Procedurerijkswaterplan?Verplichtwaterakkoord?regelsm.b.t.infoplicht?Calamiteitenplan?Vergunningen?Financi?lebepalingenVerordening provincie:?Normen?Projectprocedure?Procedureeninhoudregionaalwaterplan?Verplichtwaterakkoord?Nadeelcompensatie,schadevergoedingTOETS010814worden beschreven of de ontwikkeling past binnen wat op grond van hetgeldende bestemmingsplan toelaatbaar is, of dat daarvan wijziging nodig is.Alleen als de eerdergenoemde projectprocedure is voorgeschreven, zijn erbijzondere eisen aan de voorbereiding of vaststelling van het projectplan. Indat geval is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling3.4 Awb van toepassing. Voor onderhoud en herstelwerkzaamheden is eenprojectplan niet vereist. De Waterwet merkt overigens waterbergingsgebie-den ook aan als waterstaatswerken.E?nwatervergunningMet de integratie van de waterwetgeving wordt ook een lichtere regeldrukbeoogd. In het wetsvoorstel worden zes bestaande vergunningenstelsels ge-integreerd tot ??n `watervergunning'. Voor bepaalde handelingen in hetwatersysteem kan op grond van de Waterwet worden volstaan met algeme-ne regels, waardoor het aantal te verlenen vergunningen zal afnemen.De introductie van de `watervergunning' betekent dat voor de handelingenwaarvoor nu een vergunning op grond van ??n (of meer) van de in het kader`Welke wetten komen samen in de nieuwe Waterwet?' genoemde wettenaangevraagd wordt, in de toekomst ??n watervergunning aangevraagdwordt. Een watervergunning kan daardoor bijvoorbeeld betrekking hebbenop grondwateronttrekking, op het lozen van stoffen in oppervlaktelicha-men of op afvalstort in zee, of op al deze onderwerpen tegelijkertijd. Het ligtaan de hoeveelheid en met name ook de diversiteit in activiteiten die wor-den aangevraagd hoe veelomvattend de watervergunning is.Belangrijk is te noemen dat de rol van vergunningen steeds kleiner wordt,omdat het de bedoeling is zoveel mogelijk te reguleren via algemene regels.Naar schatting bestaat in 25 procent van de gevallen waarin nu een vergun-ning nodig is, de ruimte voor omzetting naar algemene regels. In het con-cept Waterbesluit zijn bijvoorbeeld al algemene regels opgenomen voorlozingen ten gevolge van baggerwerkzaamheden en ontgravingen, veront-reinigende handelingen in het zeegebied en handelingen op het terrein datnu nog valt onder de Wet beheer rijkswaterstaatswerken. Daarnaast wordenalgemene regels gesteld door waterschappen of op grond van andere wettenzoals de Wet milieubeheer.De watervergunning kan worden aangevraagd bij ??n (digitaal) loket. Dit lo-ket regelt dat de aanvraag bij het juiste bevoegde gezag terechtkomt. Dit is deminister van Verkeer en Waterstaat voor handelingen in rijkswateren en hetbestuur van het waterschap voor handelingen in overige (regionale) wateren.Uitzondering hierop is dat GS van de provincie bevoegd gezag zijn voor degrotere grondwateronttrekkingen- en infiltraties. Als er sprake is van meer-dere bevoegde gezagen, wordt de vergunning verleend door het `hoogste' be-voegde gezag, tenzij anders afgesproken tussen de bevoegde gezagen.In de Waterwet is een verplichte vergunningco?rdinatie met de Wet milieu-beheer en de Kernenergiewet opgenomen. Daarnaast moet de watervergun-ning afgestemd worden met de omgevingsvergunning die verleend zal wor-den op grond van de nieuwe Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Dewetgever heeft er overigens bewust voor gekozen om enerzijds inrichtingenintegraal te benaderen en anderzijds handelingen in het watersysteem inte-graal te benaderen, en de watervergunning en de omgevingsvergunningniet samen te voegen.Veranderingenvoordem.e.r.?De huidige m.e.r.-praktijk zal waarschijnlijk weinig wijzigen door de nieuweWaterwet. De activiteiten die nu m.e.r.-(beoordelings)plichtig zijn, blijvendat. Alleen de aan de activiteiten gekoppelde plannen en besluiten wijzigen.Zo zal in het Besluit m.e.r. 1994 in plaats van het plan op grond van de Wetop de waterhuishouding of de vergunning op grond van de Gww, het planen de vergunning op grond van de Waterwet worden opgenomen.De enige inhoudelijke verandering die wij voorzien in het Besluit m.e.r.1994 is de eventuele m.e.r.-plicht voor de aanwijzing van waterbergings-gebieden. Deze aanwijzing is op dit moment in Nederland niet m.e.r.-(beoordelings)plichtig, maar er bestaan twijfels of de Europese m.e.r.-richt-lijn voor projecten daarmee wel volledig is ge?mplementeerd. In de richtlijnzijn `werken ter beperking van overstromingen' namelijk m.e.r.-beoorde-lingsplichtig. Het Europese Hof heeft hierover gezegd dat de richtlijn eenruime werkingssfeer en een breed doel heeft. Hieruit kan voortvloeien datde aanwijzing van een waterbergingsgebied valt onder `werken ter beper-king van overstromingen'. Wij raden de wetgever aan de twijfels over dem.e.r.-(beoordelings)plicht van de aanwijzing van waterbergingsgebiedenweg te nemen.Ook wat betreft de inhoud van een milieueffectrapport (MER) zal er onsinziens weinig veranderen door de inwerkingtreding van de Waterwet. HetMER dat gemaakt wordt voor een veelomvattende watervergunning, zal wel-waterwetFoto:scx.huTOETS010815licht uitgebreider zijn dan een MER dat op dit moment alleen gemaaktwordt voor bijvoorbeeld de verlening van een Gww-vergunning. De invoe-ring van de watervergunning betekent echter niet automatisch dat de MER'suitgebreider moeten worden. De inhoud van het MER hangt immers af vande activiteit die de initiatiefnemer voornemens is uit te voeren. Als een wa-tervergunning voor alleen een grondwateronttrekking wordt aangevraagd,zal het MER qua omvang vergelijkbaar zijn met het MER dat voorheen voorde Gww-vergunning moest worden gemaakt.Aangezien de doelstellingen expliciet zijn opgenomen in de wet, is het aante raden hieraan ook expliciet aandacht te besteden in het MER. Hoewel degevolgen voor de waterkwantiteit, de waterkwaliteit en de functie(s) van hetbetreffende water in de huidige praktijk waarschijnlijk ook worden behan-deld in de meeste `water-MER's', willen we dit toch benadrukken.TenslotteDe doelstellingen van deze wetgevingsoperatie zijn drieledig. Kort samen-gevat betreft het deregulering en stroomlijning, actualisering en verster-king van het instrumentarium voor waterbeheer en een betere aanslui-ting op het Europees recht. Wij zijn van oordeel dat ??n `raamwet', op ba-sis waarvan nadere regelgeving plaatsvindt, zowel centraal in het Water-besluit en de Waterregeling als decentraal door provincies en waterschap-pen, een goed uitgangspunt is. De deregulering en stroomlijning van re-gelgeving hangt echter niet alleen van deze nieuwe opzet af. Juist het feitdat veel moet worden geregeld in Amvb's en verordeningen kan afbreukdoen aan de ogenschijnlijke vereenvoudiging. Anderzijds is de flexibili- teit die daarmee wordt geboden voor decentraal maatwerk belangrijk.Voor de aansluiting op het Europees recht biedt de koppeling van water-plannen met ruimtelijke structuurvisies mogelijkheden. Zowel de maatre-gelen ter uitvoering van de Kaderrichtlijn Water als van de (komende) Euro-pese Mariene-richtlijn en de Hoogwaterrichtlijn hebben ruimtelijke dimen-sies. Voorts sluit de wijze waarop de waterkwaliteitseisen in de Waterwetworden geborgd rechtstreeks aan op de Kaderrichtlijn Water.Het instrumentarium voor waterbeheer wordt op een aantal vlakken verbe-terd. Het feit dat waterbergingsgebieden onderdeel uitmaken van het wa-tersysteem en als zodanig als waterstaatswerk worden gezien, biedt bijvoor-beeld voordelen. De Waterwet biedt in combinatie met de nieuwe Wet ruim-telijke ordening handvatten voor gedoogplichten, kostenverhaal en plan-schadevergoeding. Er bestaat echter scepsis of de waterbelangen voldoendeworden afgedekt in het RO-spoor. Dit wordt onder andere ingegeven door dejuridische status van structuurvisies in de Wro (geen juridische binding) enomdat de Watertoets slechts garandeert dat bij de voorbereiding van ruim-telijke besluiten een `waterparagraaf' wordt opgesteld. Zowel in de Memorievan Toelichting bij de Wro als bij de Waterwet wordt een groot belang ge-hecht aan bestuurlijk overleg. Wij adviseren de betrokken overheden om deinvoering van nieuwe wetgeving zowel op het gebied van water als dat vanruimtelijke ordening aan te grijpen om dat overleg zodanig in te vullen datde ruimtelijke inpassing van water enerzijds en de effecten van ruimtelijkeingrepen op het water anderzijds een voortdurend ? gezamenlijk ? puntvan aandacht zijn. Water en ruimte kunnen immers niet (langer) los vanelkaar worden gezien.Foto:scx.hu
Reacties