Van 13 tot en met 16 mei vond in Calgary de jaarlijkse bijeenkomst van de International Association for Impact Assessment (IAIA) plaats. Deze conferentie is dé gelegenheid waar m.e.r.-professionals van over de wereld elkaar treffen om kennis en ervaringen te delen, nieuwe inzichten op te doen en te netwerken. Er kwamen meer dan 1100 deelnemers op af, een record in de 33-jarige geschiedenis van het evenement.
TOETS021328CONFERENTIECOnfErEnTiEiAiA2013CAlgAryDEvOlgEnDEgEnErATiEinm.E.r.van13totenmet16meivondinCalgarydejaarlijksebijeenkomstvandeinternationalAssociationforimpactAssessment(iAiA)plaats.Dezeconferentieisd?gelegenheidwaarm.e.r.-professionalsvanoverdewereldelkaartreffenomkennisenervaringentedelen,nieuweinzichtenoptedoenentenetwerken.Erkwamenmeerdan1100deelnemersopaf,eenrecordinde33-jarigegeschiedenisvanhetevenement.JannuesinkHet thema voor IAIA'13 was `Impact Assessment: The Next Generation'. Metde volgende generatie wordt enerzijds gedoeld op een nieuwe lichting vanjonge professionals. Anderzijds wordt gerefereerd aan de opkomende,urgente milieuproblemen die onze snel veranderende wereld kenmerken.De effecten van bijvoorbeeld klimaatverandering, verlies aan biodiversiteitof de teloorgang van traditionele culturen houden verband met de alsmaartoenemende verstedelijking en de globalisering van de samenleving. Dezeontwikkelingen zullen gevolgen hebben voor aanpak, proces en doorwer-king van milieueffectrapportage.De sessies en bijeenkomsten geven een beeld van de trends en inspireren enmotiveren professionals over regio's en sectoren wereldwijd om zich in tezetten voor verantwoorde en effici?nte inzet van effectbeoordeling ten dien-ste van milieuvriendelijke oplossingen en duurzame ontwikkeling. Erwaren tijdens de conferentie ruim 130 sessies waaruit gekozen kon worden.De meeste van deze sessies kenden drie tot vijf sprekers met discussie, dushet totale aantal presentaties bedroeg meer dan 500. Naast de dagelijksethematische sessies en inhoudelijke bijeenkomsten waren er themaforumsen een postersessie.GrondstoffenwinningDe regio in Canada waar de conferentie werd gehouden, kenmerkt zichdoor snelle ontwikkeling van exploratie en winning van natuurlijke rijk-dommen. In het programma lag daarom een duidelijke focus op de sectordelfstoffenwinning, zoals de exploitatie van Alberta's oliezanden, oncon-ventionele gaswinning, dagmijnbouw en het openen van het enorme Arcti-sche bassin op zoek naar nieuwe olie- en gasvoorraden. Deze ontwikkelin-gen brengen milieurisico's met zich mee, maar bieden ook kansen om hettoepassen van effectbeoordeling te verbreden en te zorgen dat de uitkom-sten een positieve doorwerking hebben op een duurzame toekomst.In de betreffende programmaonderdelen gaven vertegenwoordigers van deindustrie terugkoppeling van hun ervaringen en leerpunten in projecten endroegen zo bij aan het vormgeven van een nieuwe m.e.r.-praktijk. Het gingniet alleen om het inbrengen van fysieke gegevens en onderzoeksresultatenover milieueffecten of ervaringen met mitigerende maatregelen. Maar hetging er juist ook over hoe het m.e.r.-proces kan bijdragen aan verantwoordbestuur in lijn met de principes van maatschappelijk verantwoord onderne-men van initiatiefnemers en financi?le instellingen en het duurzame ont-wikkelingsbeleid van overheden. Er is hierbij wel een kanttekening temaken, omdat het perspectief van duurzame delfstoffenwinning bij de in-dustrie positiever wordt ingeschat dan door de meeste milieuprofessionals.Met inachtneming van de verschillen in context en schaal zijn de lessen dieuit een internationaal m.e.r.-proces kunnen worden getrokken vaak goed teherleiden naar de situatie van het eigen land of regio. De ervaringen en demaatschappelijke discussie in Canada rond delfstoffenwinning kunnen dusrelevant zijn voor bijvoorbeeld het actuele debat over exploratie van scha-liegas in Nederland.DE AUTEUrJan Nuesink (088-3482713, jan.nuesink@rhdhv.com) is senior consul-tant bij Royal HaskoningDHV en tevens redacteur van Toets.TOETS021329VerscheidenheidWat dit jaar weer opviel was de enorme verscheidenheid aan stromingen vanuitmetnamedeacademischewerelddieeeneigensubtypeeffectbeoordelingpropa-geren. Kennelijk vindt men de oorspronkelijke en omvattende termen milieu-effectrapportage of strategische milieubeoordeling te generiek om het exclusievebelang te duiden dat men wil vatten onder bijvoorbeeld duurzaamheidsrappor-tage, gezondheid-effectanalyse, of culturele effectbeoordeling.Daarnaast bestaat een beweging die van mening is dat milieueffectrapportage inbeginsel alle milieurelevante thema's kan omvatten en dat er dus geen verderonderscheidinbeslissingsondersteunendeinstrumentennodigis.Hetraamwerkvan m.e.r. is voldoende flexibel en kan zich voegen naar een willekeurig projectof een specifieke opgave. De bruikbaarheid en kwaliteit zitten volgens deze groepveeleer in een correcte toepassing en professionele uitwerking en niet in verderesegmentatie. Een exponent van deze beweging is het virtuele `weeshuis', opgezetdoorIAIA-deelnemersdateenthuisbiedtaandevaakvergetenbasaleonderdelenvan het m.e.r. Het gaat om onderwerpen binnen het m.e.r.-proces die als zo van-zelfsprekend worden beschouwd dat ze nauwelijks of niet aan de orde kwamenin de afgelopen jaren in de sessies terwijl ze nou juist heel belangrijk zijn in dediscussies rondom de complexiteit van het instrument. Het betreft onderwerpenzoals screening (wanneer moet een m.e.r. doorlopen worden), scoping (wat moetaandeordekomen),drempelwaarden,alternatievenontwikkelingofdepublieks-samenvatting.Wat verder opvielOok sociale onderwerpen en beoordeling van sociale effecten stonden in debelangstelling op de conferentie. Niet in de laatste plaats vanwege deCanadese context met de discussies die daar plaatsvinden over de rechtenen culturele waarden van de oorspronkelijke bewoners van Canada, de `firstnations'. Het congres werd geopend met gebeden en rituelen door eenlokale indianenstam die ook het traditionele ontwerp voor de conferentie-tas maakte en de deelnemers ontving in hun nederzetting tijdens eenveldbezoek. Het betrekken van de traditionele bevolkingsgroepen in hetbesluitvormingsproces ligt gevoelig. De overheid ervaart een morele ver-antwoordelijkheid vanuit de weinig fijnzinnige kolonisatie ten tijde vanhet `wilde westen'. Tegelijkertijd is er een zakelijk belang, omdat de indi-anen rechten kunnen laten gelden, bijvoorbeeld op een aandeel in degrondstoffenwinning en het behoud van traditionele gronden en waarden.In het oog sprong verder het verschil in perceptie en waardering van hetm.e.r.-proces tussen naties op de verschillende continenten. De beeldvor-ming lijkt te verschuiven naar mate het systeem langer geleden is ge?n-troduceerd of naar gelang het goed is ingebed in een functionerend de-mocratisch staatsbestel met een betrouwbaar rechtssysteem. In landenmet een lang gevestigd en werkend m.e.r.-systeem is de laatste jaren watweerstand ontstaan tegen de lengte van de procedure, de mate van detailen de omvattendheid over alle thema?s (`green tape'). De roep om ?main-streaming` wordt sterker met als doel m.e.r. beter af te stemmen of teintegreren met de besluitprocedure en deze te richten op de onderwer-pen die er toe doen voor het besluit.In opkomende landen wordt juist de transparantie, de openbaarheid vaninformatie en de inspraak door de betrokken personen en gemeenschap-pen in het m.e.r.-proces gewaardeerd. Het kan de milieuprofessionals uitdie regio's vaak niet ver genoeg gaan in procesvoering en technische de-TOETS021330tails, ook omdat men via de band van het milieu meer grip hoopt te krij-gen op multinationals die ter plaatse nogal eens minder milieubewusthandelen dan op de thuismarkt. De inbreng en betrokkenheid van finan-ci?le instellingen bij het onderwerp m.e.r. is groot en naar het lijkt groei-end, getuige de speciale Wereldbankdag op de conferentie. Het belangdat grote internationale banken hechten aan de verantwoording van hunkredietverstrekking en het bewaken van hun reputatie en risicoprofiel inrelatie tot milieu en duurzaamheid blijkt uit het toenemend aantal in-stellingen dat de `Equator Principles' onderschrijft. Onlangs is de derdegeneratie van deze gedragscode van banken aangescherpt en vastgesteldonder voorzitterschap van de Nederlandse ING bank.Relevantie voor NederlandEen aantal van de meest interessante sessies en bijeenkomsten op de con-ferentie betroffen de sociale implicaties en het proces van informeren enbetrekken van lokale bevolking bij transparante en verantwoordelijkebesluitvorming over plannen en projecten. Internationaal gezien lijkensociale aspecten al langer van groter belang dan in de Nederlandse prak-tijk. De term ESIA (Environmental and Social Impact Asssessment) is ge-meengoed in de wereld van grote projecten en internationale financi?leinstellingen die de leningen verstrekken. Dat is van belang voor Neder-landse consultancybedrijven en hun m.e.r.-professionals die steeds meerinternationaal werken vanwege toenemende globalisering en de aanhou-dende economische vertraging in Europa.Binnen Nederland wordt in het MER meestal niet veel aandacht meer be-steed aan sociale aspecten. Men gaat er kennelijk van uit dat in het opvol-gende besluitvormingstraject en de inspraak de gevoelens en belangenvan de mensen die het aangaat wel aan bod komen. Het is de vraag of dataltijd voldoet en of het niet verstandig zou zijn om in sommige gevallen,bijvoorbeeld bij omstreden projecten, expliciet en vroegtijdig in m.e.r.aandacht te geven aan het effect ervan op leven en welzijn van mensen enlokale gemeenschappen.Een universeel thema is de kwaliteit en objectiviteit van de milieu-infor-matie en van de professionals en m.e.r.-bureaus. In Nederland leunen westerk op het oordeel van de Commissie voor de m.e.r. dat tot nu toe eenCONFERENTIEsoort semi-juridische status kreeg toegedicht. We vertrouwen erop datondermaatse MER's en slechte m.e.r.-schrijvers worden uitgefilterd enzich verbeteren of uittreden. Vooral in regio's waar minder sterk toezichtop kwaliteit van overheidswege bestaat of het politieke systeem zwaktesvertoont, wordt eerder gezocht naar systemen van certificering of accre-ditatie van m.e.r.-schrijvers en specialisten.De voor- en nadelen van accreditatie of zelfregulering in samenhang metde invulling van de rol van de toezichthouder door de overheid zijn inverschillende sessies en settings bediscussieerd op de conferentie. Delokale context blijkt bepalend, bijvoorbeeld omdat een m.e.r.-besluit in-clusief een voorgeschreven pakket mitigerende maatregelen soms defunctie van een vergunning heeft. Dat verschilt wezenlijk van een situa-tie zoals in Nederland waar een positieve toetsing betekent dat de infor-matie in het MER klopt en dat daarmee het milieubelang volwaardig kanworden meegenomen. Het is echter aan het bevoegd gezag om te bepalenof en zo ja welke milieumaatregelen en duurzaamheidaanbevelingenworden meegenomen in het uiteindelijke besluit.Een ander thema van de nieuwe generatie is de doorwerking en benut-ting van moderne technische mogelijkheden van sociale media en `webbased'-applicaties in de m.e.r.-praktijk, de communicatie en het besluit-vormingsproces. De dynamiek was hier minder dan vooraf verwacht, bij-voorbeeld in het gebruik van sociale media in projecten en voor parti-cipatie. Een interessante ontwikkeling in de kinderschoenen is ook`gamification' middels digitale media op basis van milieu-informatie eneffectbeoordeling. Hierbij wordt op basis van beschikbare gegevens uit hetm.e.r.-proces software ontwikkeld waarmee spelenderwijs inzicht wordtverkregen over de verschillen in effecten afhankelijk van de te maken keu-zes in besluitvorming. Deze toepassingen zijn vooralsnog in het bijzonderop het onderwijs gericht.Deze impressie geeft slechts een beknopte doorsnede van de veelheid aanthema's en activiteiten die het IAIA-congres tot een inspirerende belevenismaakte. Dat is mede te danken aan de gedreven en enthousiaste professio-nals, academici, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, lobbyisten enoverheidsdienaren van divers pluimage waar je graag weer mee in discus-sie gaat bij de volgende editie in Chili.
Reacties