Per 1 juli zijn de nodige veranderingen doorgevoerd bij het verplicht of vrijwillig inschakelen van de Commissie voor de milieueffectrapportage. Het gaat niet alleen om uitbreiding en verhoging van tarieven voor advisering, maar er komen nieuwe mogelijkheden bij, bijvoorbeeld om informeel de procedure te bespreken of formeel tussentijds een meer gericht deeladvies in te winnen. Kortom: een goed moment om daarover eens van gedachten te wisselen met de Commissie. Wat zit er achter de tariefsverhogingen, wat betekent procesgerichte advisering in de praktijk en hoe zit het met de kwaliteit van m.e.r. en besluitvorming? We vragen het directeur Veronica ten Holder.
TOETS021427interviewVErOnicaTEnHOldEr:"KwaliTEiTEnOnafHanKE-lijKHEidSTaanVOOrOp"per1julizijndenodigeveranderingendoorgevoerdbijhetverplichtofvrijwilliginschakelenvandecommissievoordemilieueffectrapportage.Hetgaatnietalleenomuitbreidingenverhogingvantarievenvooradvisering,maarerkomennieuwemogelijkhedenbij,bijvoorbeeldominformeeldeproceduretebesprekenofformeeltussentijdseenmeergerichtdeeladviesintewinnen.Kortom:eengoedmomentomdaarovereensvangedachtentewisselenmetdecommissie.watziterachterdetariefsverhogingen,watbetekentprocesgerichteadviseringindepraktijkenhoezithetmetdekwaliteitvanm.e.r.enbesluit-vorming?wevragenhetdirecteurVeronicatenHolder.jannuesinkenlexrunianaam:VErOnicaTEnHOldErfuncTiE:dirEcTEurwErKgEVEr:cOmmiSSiEVOOrdEmiliEuEffEcTrappOrTagETOETS021428het mag nooit ten koste gaan van de kwaliteit van de adviezen. Er is bij-voorbeeld wel eens discussie geweest over onze locatiebezoeken. Wij vin-den die waardevol omdat het voor een goed advies essentieel is om decontext en de situatie ter plekke te kennen. Daar stappen we niet vanafen locatiebezoek blijft dus een onderdeel van onze adviestrajecten.Kwaliteit is natuurlijk een rekbaar begrip. Je zou bijvoorbeeldmeer kunnen focussen, wellicht is het doel ook haalbaar met eenkleinere werkgroep?Daar wordt al op gelet en dat betekent dat we soms combinaties van exper-tisevelden in een enkel lid van de werkgroep proberen te verenigen. Ex-pertisevelden die niet van belang zijn voor de kwaliteit van het MER ofde te maken keuzes nemen we niet op in de werkgroep, daar blijven wekritisch naar kijken. Wat we ook gaan doen in de voorfase is thematischedeeladviezen aanbieden tegen tarief op maat, bijvoorbeeld over geluids-berekeningen of het gebruik van een bepaald model. Bij de toetsing ophet eind zullen we altijd een integraal advies afgeven vanuit onze wet-telijke taak en de beoogde kwaliteitsborging van het MER op alle rele-vante thema's.Wat houdt kwaliteit voor jullie in, welke criteria worden gehan-teerd?Voor ons is heel belangrijk dat de Commissie onafhankelijk is, dat onzeadviezen geen vooroordeel kennen voor bepaalde alternatieven. Uiter-aard zijn onze deskundigen in de werkgroepen op inhoud en effectenactueel op de hoogte van wat er speelt in hun vakgebied. Verder zorgenwe ervoor dat er consistentie is in onze adviezen zodat in vergelijkbaresituaties op dezelfde wijze en denklijn wordt geadviseerd. En als er ineen specifiek geval een andere invulling aan een advieslijn wordt gege-ven, dan wordt dat goed beargumenteerd. Kwaliteit van informatie bete-kent ook een goede onderbouwing van een besluit en daar zit een juridi-sche component aan. Maar je kunt alle kwaliteitscriteria natuurlijk nietmet een schaartje knippen.De verwachting is dat het aantal adviezen gaat dalen, hoe gaanjullie om met die krimp?Na verhoging van het tarief voor vrijwillige adviezen op 1 juli 2012 is hetaantal vrijwillige adviezen al met 50% gedaald. Die daling zal mogelijkEr is reuring in m.e.r.-land over de nieuwe tariefstelling van deCommissie, ook voor verplichte adviezen. Wat zit er achter die for-se tariefsverhogingen?Dat is het gevolg van een politieke keuze van het kabinet-Rutte I dat des-tijds het profijtbeginsel heeft ingevoerd. Dat houdt in dat degene dieprofijt heeft van diensten de "dekkende" kosten betaalt. En daaraan istoen de be?indiging van de exploitatiesubsidie van de Commissie gekop-peld.Over wat voor Commissiebudget hebben we het eigenlijk?Het ging om een bedrag van ruim 6 miljoen euro op een aantal van 250 tot300 adviezen zoals rond 2010 werden gegeven. En dat is een klein bedragten opzichte van de totale rijksbegroting. Op zich heeft de Commissie be-grip voor de politieke keuze om de overheidsuitgaven naar beneden tebrengen. Maar om dan in ??n keer naar kostendekkende tarieven te gaan,daar hebben we de nodige discussie over gehad met het Ministerie vanI&M. Uiteindelijk is het wetsvoorstel dat tariefstelling mogelijk maakt in-clusief kostendekkendheid in februari door de Tweede Kamer goedge-keurd. Een amendement van SP en D66 om de Commissie een basissubsi-die toe te kennen heeft het jammer genoeg niet gehaald.Wel heeft de Minister aangegeven dat de toegankelijkheid van de dienstenvan de Commissie niet te zeer beperkt zou mogen worden door de tarief-stelling. Bijvoorbeeld omdat er zo weinig adviesaanvragen komen dat hetvoortbestaan in gevaar zou komen vanwege onvoldoende kritische massa.Daarom komt er begin 2016 een evaluatiemoment.De Nederlandse tak en de internationale advisering van de Com-missie lijken gescheiden werelden, waarom geldt daar het profijt-beginsel niet?Het zijn andere werelden, met een andere context. De Commissie werktmet een door Buitenlandse Zaken beschikbaar gesteld budget. Het profijt-beginsel, dat is een politieke keuze die alleen geldt voor de Nederlandseadvisering. We hebben weliswaar te maken met hetzelfde kabinet, maarmet een ander Ministerie en financiering uit een ander potje. Voor de in-ternationale projecten staat integraliteit centraal. Sociaal-economischeaspecten komen prominent aan de orde, en daarnaast ook onderwerpenals gender, een thema dat in de beperkte Nederlandse scope niet aan deorde komt. Binnen de Commissie is er wel regelmatig uitwisseling vankennis en ervaring tussen beide afdelingen. Sommige deskundigen zittenin zowel Nederlandse als internationale werkgroepen. Waar kennis overde Nederlandse m.e.r.-praktijk gevraagd wordt, leveren werkgroepsecreta-rissen gericht op Nederlandse adviestrajecten een bijdrage.Hebben jullie gekeken naar mogelijkheden om kosten te be-sparen?Ons uitgangspunt is en blijft kwaliteit, daar doen we geen concessies. Alser besparingen mogelijk zijn worden die natuurlijk doorgevoerd, maarinterviewDE AUTEUrsJan Nuesink (088-3482713, jan.nuesink@dhv.com) is senior consultantbij RoyalHaskoningDHV en redactielid van Toets, Lex Runia (0162-487395, lex.runia@anteagroup.com) is senior adviseur bij Antea Groupen aftredend hoofdredacteur van Toets.TOETS021429nog doorgaan bij verdere verhoging van het tarief. Maar de behoefte zalblijven bestaan om in de voorfase al te weten waar de Commissie staat,welke thema's belangrijk zijn en hoe ze zaken beoordeelt. Dus het onder-zoek richten op die zaken waar het echt om gaat, aanvullingen vermijdenen vertragingen of juridische procedures voorkomen. De toekomst gaatuitwijzen waar voor bevoegde gezagen en initiatiefnemers een nieuwevenwicht ontstaat tussen kosten en baten.Als het aantal adviezen structureel lager wordt zullen we natuurlijk onzecapaciteit binnen het secretariaat aanpassen waarbij de kritische massa instand moet blijven. De website met projectendatabase, thematische infor-matie en actuele jurisprudentie blijft in de lucht. Onze kennis blijven weverspreiden via onze nieuwsbrieven en themabijeenkomsten. Het samen-stellen van de werkgroepen is per definitie flexibel en afhankelijk van deaard en het aantal adviesaanvragen.Wat heeft de pilot procesgericht adviseren opgeleverd voor deaanpak van de Commissie?Het heeft ons opnieuw doen beseffen dat een strakke scheiding tusseninformeel meedenken en toetsen met werkgroepen essentieel is, zoals ookuit het evaluatieonderzoek naar voren kwam. Wij kunnen tussentijdse ad-viezen met de werkgroep afgeven op een veelheid van situaties en momen-ten, deze zijn in ieder geval openbaar en worden altijd gepubliceerd. Bijmeerdere adviezen of adviesmomenten binnen hetzelfde adviestrajectwordt een korting per adviesmoment gegeven. Verder zijn er informele`meedenkmomenten' door het secretariaat mogelijk. Secretarissen krijgentijd en uren om mee te denken met het bevoegd gezag. Dat zien we alsonderdeel van de publieke taak, zie het als service in adviestrajecten. Ookdit meedenken staat in het teken van de toetsing door de Commissie. Wijgaan dus niet op de stoel van commerci?le adviesbureaus zitten.In de huidige marktomstandigheden vallen de hoge kosten voortoetsing op, zeker ten opzichte van de prijzen voor het maken vaneen MER.Tariefstelling en staffeling is gebaseerd op onze bestaande kostenstruc-tuur en werkwijze. De differentiatie is aangepast aan de ervaringen van deafgelopen tijd met de mix van uiteenlopende projecten en adviestrajecten.Als zich een serie gelijksoortige trajecten aandient, denk aan bestem-mingsplannen buitengebied, plannen voor windmolenparken of dijkver-sterking, dan proberen we bijvoorbeeld een specifieke aanpak en advies-lijn op te zetten met een toegesneden werkgroep. Dat werkt effici?nter enbrengt de kosten per project omlaag. Op basis van de ervaringen zullen detarieven en de staffeling jaarlijks worden bekeken en opnieuw goedge-rijkswaterstaat/harryvanreekenTOETS021430keurd door het Ministerie. We hebben een overbruggingskrediet van hetMinisterie als buffer om grote schommelingen in kasstromen te kunnen op-vangen, bedrijfsmatig te kunnen werken en de continu?teit te waarborgen.Er is soms kritiek op de gevraagde hoge mate van detaillering ende nadruk op de juridische aspecten.In mijn beleving gaat het recentelijk dan vooral om stikstofdepositie. Daarvragen we inderdaad een hoge mate van detail in berekeningen omdat hetresultaat zo nauw komt vanwege wetgeving. Het bepaalt de go / no go vaneen besluit, of een project doorgang kan vinden of dat er alternatievenmoeten worden ontwikkeld. Daar zit tegelijk de juridische component inwaar we zekerheid willen geven dat het bevoegd gezag met een positiefadvies van de Commissie voldoende houvast heeft en het besluit standhoudt wanneer het wordt aangevochten. Het juridisch aspect is sterkergeworden in plan- en besluitvorming en onze adviezen zouden geen knipvoor de neus waard zijn als we ons oordeel niet zouden baseren op de juri-dische houdbaarheid van besluiten. Risicomanagement is voor bevoegdegezagen van groot belang en daarom is er in m.e.r. ook meer accent op dejuridische kant komen te liggen. Het zal dan ook wel meevallen met jullieveronderstelling dat bestuurders er vanwege de hogere tarieven voor aan-vullingen voor gaan kiezen om met een negatief advies de proceduresvoort te zetten. Veel bevoegde gezagen zullen risico's willen uitsluitendoor het proces af te ronden met voldoende informatie voor de besluit-vorming.Hoe spelen jullie in op nieuwe ontwikkelingen bijvoorbeeldrondom de Omgevingswet of de Europese m.e.r.-richtlijn voorprojecten?De wereld van uitnodigingsplanologie met de wens van flexibiliteit endie van m.e.r. met een concreet beschreven voornemen en kwantita-tieve effectbeschrijving liggen nu nogal ver uit elkaar. Wij zijn aan hetnadenken hoe het instrument m.e.r. zinvol en zorgvuldig in te zettenom uitnodigingsplanologie te ondersteunen en onze advieslijnen zovorm te geven dat m.e.r. optimaal nut kan hebben voor nieuwe vormenvan planontwikkeling en flexibel bestemmen. Met het concept (milieu-)gebruiksruimte als centraal thema kan daar invulling aan gegevenworden in het MER. Zo'n brede analyse met opties of scenario's kanlaten zien of er voldoende gebruiksruimte beschikbaar is voor debeoogde planontwikkeling en welke randvoorwaarden eventueel bij deinvulling in de praktijk moeten worden gesteld.De nieuwe Europese m.e.r.-richtlijn vraagt meer aandacht voor thema'szoals gezondheid of klimaat, daar kijken we nu ook al naar. De ver-plichte beschrijving van redelijke alternatieven is prima en komt ge-lukkig ook terug in de nieuwe Omgevingswet. De Europese richtlijnvraagt om zorgvuldiger kwaliteitsborging in het geval initiatiefnemeren bevoegd gezag dezelfde zijn. Daar ligt voor de Commissie eenlogische rol.Wat wil je tot slot nog aan de lezers van Toets meegeven?Kwaliteit en onafhankelijkheid blijven de pijlers voor het werk van deCommissie. Dat is de kern van onze wettelijke adviestaak. Een stempelvan de Commissie blijft een keurmerk dat houvast geeft bij de Raad vanState. Ook de politiek onderkent de meerwaarde van de Commissie. Na-tuurlijk vraagt een veranderende context ook aanpassing van ons. Nieu-we advieslijnen zullen ongetwijfeld discussie oproepen, net zo goed alsde interpretatie van het begrip kwaliteit en de juridische component datzullen blijven doen. En dat is prima, zonder wrijving ontstaat immersgeen glans.interview
Reacties
RW 27 februari 2018 01:09
Wat jammer dat u staat voor het milieu terwijl u niet eens weet voor welk belang u daadwerkelijk opkomt.