Het ministerie van Infrastructuur en Milieu en Rijkswaterstaat besteden in hun projecten steeds meer expliciete aandacht aan duurzaamheid. Maar wanneer is een opgave of project duurzaam? Om duurzaamheid van bijvoorbeeld projecten uit het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) in kaart te brengen, heeft Rijkswaterstaat de Omgevingswijzer ontwikkeld. Dit instrument bestaat uit twaalf duurzaamheidsthema’s en is bedoeld om op een gestructureerde wijze het bewustzijn en de discussie rondom duurzaamheid in een gebied te bevorderen en te structureren. Daarnaast helpt de Omgevingswijzer bij de ontwikkeling van een gezamenlijk probleemperspectief van de verschillende betrokken partijen waarbij de gezamenlijke gebiedsopgave centraal staat. Het geeft inzicht in sociale, ecologische en economische duurzaamheid (people, planet en profit). Sinds 2011 wordt het instrument binnen Rijkswaterstaat gebruikt en de laatste jaren ook steeds meer in projecten van ProRail, provincies, waterschappen en gemeenten maar zelfs ook bij bedrijven in de grond-, weg- en waterbouw. Het instrument heeft in korte tijd een wonderbaarlijke ingang gevonden in planologisch Nederland. Zo wordt momenteel bij het planMER van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) bekeken welke rol de Omgevingswijzer daarin kan spelen. Er is inmiddels veel praktijkervaring met de Omgevingswijzer opgedaan. Dit artikel geeft inzicht in wat het instrument is, de toepassingsmogelijkheden en enkele praktijktoepassingen.
OMGEVINGSWIJZERTOETS0116OMGEVINGSWIJZERMAAKT DUURZAAMHEIDCONCREETHULPMIDDEL VOOR DUURZAME GEBIEDSONTWIKKELINGTOETS0116Het ministerie van Infrastructuur en Milieu en Rijkswaterstaat besteden in hun projecten steeds meer expli-ciete aandacht aan duurzaamheid. Maar wanneer is een opgave of project duurzaam? Om duurzaamheidvan bijvoorbeeld projecten uit het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) in kaartte brengen, heeft Rijkswaterstaat de Omgevingswijzer ontwikkeld. Dit instrument bestaat uit twaalf duur-zaamheidsthema's en is bedoeld om op een gestructureerde wijze het bewustzijn en de discussie rondomduurzaamheid in een gebied te bevorderen en te structureren. Daarnaast helpt de Omgevingswijzer bij deontwikkeling van een gezamenlijk probleemperspectief van de verschillende betrokken partijen waarbij degezamenlijke gebiedsopgave centraal staat. Het geeft inzicht in sociale, ecologische en economische duur-zaamheid (people, planet en profit). Sinds 2011 wordt het instrument binnen Rijkswaterstaat gebruikt en delaatste jaren ook steeds meer in projecten van ProRail, provincies, waterschappen en gemeenten maar zelfsook bij bedrijven in de grond-, weg- en waterbouw. Het instrument heeft in korte tijd een wonderbaarlijkeingang gevonden in planologisch Nederland. Zo wordt momenteel bij het planMER van de NationaleOmgevingsvisie (NOVI) bekeken welke rol de Omgevingswijzer daarin kan spelen. Er is inmiddels veelpraktijkervaring met de Omgevingswijzer opgedaan. Dit artikel geeft inzicht in wat het instrument is, detoepassingsmogelijkheden en enkele praktijktoepassingen.Amar Sjauw En Wa en Jos ArtsIENMOMGEVINGSWIJZERDuurzaam Grond-, Weg- en Waterbouw (www.duurzaamgww.nl) de Omge-vingswijzer ook een van de instrumenten, naast het Ambitieweb, DuboCalcen de CO2-Prestatieladder.De Omgevingswijzer kan op meerdere manieren worden toegepast: alschecklist (de minimale toepassing); om de reikwijdte van een opgave ofproject te verkennen, ambities te bepalen, en/of discussie over duurzaam-heid te structureren; of om alternatieven of varianten te vergelijken; of omde consistentie tussen fasen te bewaken. In figuur 2 zijn de meest gebruiktevormen getoond.Figuur 2. Drie verschillende manieren hoe de Omgevingswijzer kan worden gebruikt: als checklist, omvarianten te vergelijken of om bij faseovergangen te vergelijken hoe het met de eerder gesteldeduurzaamheidsambities staat.Wat levert de Omgevingswijzer in de praktijk op?Het gebruik van de Omgevingswijzer heeft al diverse nieuwe inzichten op-geleverd binnen verschillende opgaven en projecten. Dit artikel licht eenaantal praktijktoepassingen toe zoals de N309 't Harde, A16 Rotterdam enGebiedsagenda Zeeland. Onlangs is door Royal HaskoningDHV een evalua-tie in het kader van de Verduurzaming van het MIRT* gedaan naar de toe-passing van de Omgevingswijzer bij twintig initiatieven en projecten. Uitdeze evaluatie komt naar voren dat de Omgevingswijzer aan de voorkantvan een opgave of projectfase de omgevingsgerelateerde kansen het meesteffectief in beeld brengt voor duurzame gebiedsontwikkeling. Ook blijkthet een goede basis te bieden om deze kansen (en bijbehorende risico's) tebespreken met de opdrachtgever en verschillende stakeholders, om daarnaheldere afspraken te kunnen maken over wie welke onderwerpen het bestkan oppakken en wie voor welke doelen verantwoordelijk is. Hierdoor kun-nen vroegtijdig in het planvormingsproces kansen en risico's worden on-derkend, waardoor deze expliciet en integraal in het traject meegenomenkunnen worden. Het kan zorgen voor meer draagvlak, het aanhaken vanrelevante actoren en het verdelen van de verantwoordelijkheden. Het inte-grale karakter van de Omgevingswijzer gaat ook hand in hand met hetvergroten van de efficiency. Binnen projecten blijken verschillende duur-zaamheidsthema's verbonden te kunnen worden zodat synergie(voordeel)ontstaat. In de volgende drie toepassingen wordt inzicht gegeven in hoe de12Hoe werkt de Omgevingswijzer?De Omgevingswijzer is een procesinstrument dat het meest effectief isvroeg in het planvormingsproces, bijvoorbeeld bij de gebiedsagenda, eenMIRT-onderzoek of een (MIRT)verkenning. Het belangrijkste doel van detoepassing van de Omgevingswijzer in een sessie is het voeren van een ge-structureerde discussie met stakeholders over duurzaamheid en meekop-pelkansen. Hierbij wordt in kaart gebracht hoe duurzaam de scope van eenopgave is en wat het potentieel voor integrale duurzame gebiedsontwikke-ling is. De Omgevingswijzer is een kwalitatief instrument dat bestaat uiteen vragenlijst van twaalf duurzaamheidsthema's. Het kan digitaal (www.omgevingswijzer.org) worden ingevuld. Hoewel een individu of een pro-jectteam de vragen zelf zou kunnen beantwoorden, leert de ervaring dat demeerwaarde groter is als de vragen samen met een groep experts of erva-ringsdeskundigen vanuit het gebied worden langsgelopen, waarbij een fa-cilitator het proces begeleidt. Om zulke Omgevingswijzersessies te onder-steunen, kan gebruik worden gemaakt van de expertise van facilitatorendie binnen Rijkswaterstaat zijn opgeleid. De deelnemers van zo'n sessiekunnen bestaan uit de leden een projectteam en externe stakeholders. Zois goede kennis aanwezig over het project en kan een tunnelvisie op louterhet projectbelang worden voorkomen. Door de betrokkenheid van externestakeholders is er meer kennis vanuit het gebied beschikbaar en ontstaater discussie over wat er in het gebied speelt. De uitkomst is een kwalitatiefresultatenwiel (zie ook figuur 1) die in een oogopslag voor een opgave aan-geeft, met de kleuren groen en rood, welke thema's een meer positief ofmeer negatief effect in het gebied hebben. Om later te kunnen teruggrij-pen op de discussies tijdens de sessie is er de mogelijkheid om bij de ant-woorden op de vragen ook argumenten toe te voegen.Met de Omgevingswijzer wordt kwalitatief inzicht verkregen in welke kan-sen en belemmeringen er in het gebied zijn en hoe partijen hier gezamen-lijk mee om kunnen gaan. Om kwantitatieve uitkomsten te verkrijgen, zijnvervolgonderzoeken nodig en kan het een aanvulling zijn op andere instru-menten zoals een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) of milieu-effectrapportage (m.e.r.). De Omgevingswijzer kan in verschillende fasenvan het planvormingsproces meerwaarde bieden en ook in de keten vanbetrokken partijen gedurende het proces. Daarom is binnen de GreendealDE AUTEURSAmar Sjauw En Wa (06-15589084, amar.sjauwenwa@rws.nl) is adviseurMIRT bij Rijkswaterstaat, Jos Arts (06-53748103, jos.arts@rws.nl) is topad-viseur Leefomgeving bij Rijkswaterstaat en hoogleraar Milieu en Infra-structuur Planning bij Rijksuniversiteit Groningen.Figuur 1.Voorbeeld van een resultatenwiel van de Omgevingswijzer.TOETS0116Omgevingswijzer in de praktijk kan worden ingezet en welke meerwaardede inzet van het instrument heeft opgeleverd.N309 't HardeBij de N309 't Harde werd de Omgevingswijzer aan het begin van de verken-ning gebruikt om inzichtelijk te krijgen welke invloed de verschillende va-rianten in het gebied hebben en om het gesprek aan te gaan met de stake-holders. Daarna werden er vervolgonderzoeken gedaan, waarvan deuitkomsten werden gebruikt voor de trac?keuze met daarbij een MER-rap-port.De N309 loopt door de bebouwde kom van 't Harde en Oostendorp. Hetdagelijks verkeer op deze doorgaande weg tussen de A28 en Elburg zet deleefbaarheid in de kernen van 't Harde en Oostendorp onder druk. Metname tijdens de spits vormen zich vaak files. De weg is in 2008 in het kadervan groot onderhoud aangepakt en heringericht, maar daarmee zijn nogniet alle problemen opgelost. In 2009 besloten Provinciale Staten van deprovincie Gelderland daarom om geld beschikbaar te stellen voor de ver-dere aanpak van de N309 bij `t Harde. De verwachting is dat het verkeer opde N309 in `t Harde zal groeien. Dit heeft een grote invloed op de leefbaar-heid en de doorstroming van het verkeer in het dorp. In de pre-ontwerpfase(verkenning) werden verschillende alternatieven vergeleken: een routedoor de dorpskern en twee bypasses om het dorp. In eerste instantie leekhet omleiden van het verkeer uit de dorpskern de meest kansrijke oplos-sing. Dit zou de milieukwaliteit in het dorp verbeteren en de regionaleverkeersstroom kon intact worden gehouden. Tijdens de Omgevingswijzer-sessie werd echter duidelijk dat er belangrijke argumenten zijn om de wegdoor de dorpskern te laten lopen. Deze argumenten zijn vooral sociaaleco-nomisch van aard: het verkeer dat momenteel door dorpskern gaat, is degrootste bron van inkomsten voor de kleine en middelgrote bedrijven. Te-vens zal `t Harde te maken krijgen met krimp van de bevolking. Een omlei-ding van de N309 uit de dorpskern zou dus vermindering van de levendig-heid en de activiteiten in het dorp betekenen. Bovendien zou de verbeteringvan de verkeersstroom via een bypass voor meer verkeer richting de omlig-gende dorpen zorgen. Het werd ook duidelijk dat geluidsoverlast niet ver-dwijnt, maar naar de buitenwijken wordt verplaatst. Hoewel aanvankelijkeen bypass de beste oplossing leek, toonde verdere studie naar aanleidingvan de Omgevingswijzersessie aan dat er ook sterke argumenten zijn omde weg in de dorpskern te behouden. Bij dit project bleek dat de Omge-vingswijzer in de vroege planvormingsfase zinvol kan worden gebruikt ominzichtelijk te maken wat er in een gebied speelt. Uit het resultatenwiel(zie figuur 3) bleek dat de effecten van de bypassalternatieven op sociaal-economisch gebied negatief waren. Het was al eerder bekend dat de effec-ten van deze alternatieven op het gebied van natuur (onder andere Natura2000) negatief zouden zijn, maar ook op ruimtelijke kwaliteit konden dezegeen meerwaarde bieden. De toepassing zorgde ervoor dat de betrokkenpartijen hun mening heroverwogen en het had structuur gebracht in dediscussie over wat de meest duurzame oplossing voor een probleem is. Inde vervolgfasen van het proces werd uitvoeriger bekeken wat de meerwaar-de van het opwaarderen van het bestaande trac? was. Vervolgens werd inhet MER-rapport verder aangetoond dat de beste oplossing het opwaarde-ren van het bestaande trac? door 't Harde was.A16 RotterdamHoe maak je een inpassing zo duurzaam en leefbaar mogelijk in een com-plexe en dichtbevolkte omgeving? Die vraag werd gesteld nadat bij de A16Rotterdam (destijds ook wel "A13/A16 Rotterdam" genoemd) het voorkeurs-besluit was genomen en er aan de slag kon worden gegaan met de planuit-werking. De Omgevingswijzer werd hierbij als eerste stap gebruikt om hetgesprek aan te gaan met de verschillende betrokken partijen uit het ge-bied, om op te halen wat hun beeld is van duurzaamheid. Het doel van de13Thema PrincipesEcologie (planet) Energie en materialen Energievraag / duurzame energie / gebruik fossiele brandstoffen / uitwisseling vanenergie / materiaalgebruik / circulaire economieWater Waterveiligheid / wateroverlast / waterkwaliteit / watertekort / klimaatbestendigheidBodem en Ondergrond Geotechniek / bodemdiversiteit / bodemkwaliteit / ondergrondse infrastructuur /archeologische en aardkundige waarden / bodemdalingEcologie en Biodiversiteit Habitatkwaliteit / groene ecologische structuren / blauwe ecologische structurenSociaal (people) Ruimtegebruik Aansluiting ontwikkelingsvraag / gebruik bestaand gebied / uitbreiding / meervoudigruimtegebruik / klimaatbestendigheid (hitte)Ruimtelijke kwaliteit Belevingswaarde / gebruikswaarde / toekomstwaarde / integraal ontwerp / cultuur-historische waardeWelzijn en gezondheid Gezondheidsbescherming / veiligheid / fysieke gezondheid / mentale gezondheid /hinderSociale relevantie Sociaal welzijn / demografische samenstelling / sociaal draagvlak / lokale expertiseEconomie (profit) Bereikbaarheid Robuust mobiliteitssysteem / effici?nt gebruik infrastructuur / bereikbaarheid functies/ adaptief mobiliteitsbeleidInvesteringen Evenredige kosten en baten / gebiedskwaliteiten / waarde creatie / life cycle costing /benodigd budgetVestigingsklimaat voor de bedrijvigheid Vestigingsklimaat / economisch beleid / innovatie- en aanpassingsvermogenVestigingsklimaat voor de bevolking Werkgelegenheid / bereikbaarheid arbeidsmarkt / ontwikkeling beroepsbevolking /voorzieningenaanbodDE THEMA'S EN PRINCIPES DIE AAN BOD KOMEN IN DE OMGEVINGSWIJZER:Tabel 1.Thema's van de Omgevingswijzer en bijbehorende principes.TOETS0116RubenVermeerOMGEVINGSWIJZERvan "Duurzaam GWW"), meer invulling kregen. Uiteindelijk is er aan heteinde van de planuitwerking een kansenboek gemaakt; een inspiratieboekvoor iedereen die betrokken is bij de ontwikkeling van de A16 Rotterdam enomliggende gebieden. Het document staat vol idee?n voor duurzame oplos-singen en toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan oplaadrijstroken voor elektri-sche auto's en het gebruik van duurzame composietmaterialen. Met het"Kansenboek duurzaamheid A16 Rotterdam" wordt inzichtelijk gemaaktwelke maatregelen de bijdrage aan een duurzame leefomgeving voor het ge-bied versterken. Dit kansenboek zal als input worden gebruikt richting decontractuitvraag voor de realisatie van het project.Figuur 5. Overzicht van alle ingediende kansen bij de A16 Rotterdam als een van de vervolgstappen nahet gebruik van de Omgevingswijzer.Gebiedsagenda ZeelandWat voor rol speelt duurzaamheid heel vroeg in het plan- en besluitvor-mingsproces bij een gebiedsagenda? Dat was de vraag die bij de gebiedsa-genda Zeeland in 2012 speelde voordat deze werd vastgesteld, waarbij de14Omgevingswijzersessie was om kennis met elkaar te maken, de ambities vande partijen bespreekbaar te maken, dit om te zetten naar een gezamenlijkeambitie en het communiceerbaar te maken richting het bestuur van de par-tijen. De uitkomst van de sessie was dat duurzaamheid bij alle betrokkenpartijen een rol speelt, alleen bleek ook dat ieder zijn eigen beeld en opvat-ting hierover heeft. Door gezamenlijk het gesprek aan te gaan, zijn alle neu-zen dezelfde kant op gaan wijzen. Naar aanleiding van de Omgevingswijzer-sessie werden vervolgens vijf thema's (water, energie en materialen, ecologieen biodiversiteit, ruimtelijke kwaliteit en welzijn) geselecteerd die met ver-volgonderzoeken en sessies, waaronder het Ambitieweb (ook een instrumentFiguur 3. N309 `t Harde: huidige situatie en de voorgestelde bypass. Resultatenwiel van de bypass. Hiermee is in een oogopslag inzichtelijk dat er niet alleen op het gebied van milieu en ruimtelijke belevingnegatieve gevolgen zijn, maar ook op economisch gebied.Wel biedt de bypass voor de gezondheid van de bewoners een positievere bijdrage.Figuur 4. Resultatenwiel van de A16 Rotterdam.PROVINCIEGELDERLANDRIJKSWATERSTAATTOETS011615Omgevingswijzer voor het eerst werd gebruikt. Om vast te stellen welkeopgaven in een specifiek gebied spelen, wordt per regio een gebiedsagendagezamenlijk met Rijk en decentrale overheden gemaakt. De plannen en vi-sies van Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten worden als hetware op elkaar gelegd. De gebiedsagenda bevat zowel een gezamenlijke vi-sie als de gezamenlijk onderkende opgaven van een gebied. De besluitvor-ming over de vraag voor welke opgaven en welke oplossingen gekozenwordt, gebeurt in samenspraak tussen Rijk en regio in de bestuurlijke over-leggen. Vervolgens kunnen uit deze gebiedsagenda projecten worden ge-start met bijvoorbeeld verkenningen.In de provincie Zeeland zijn de volgende onderwerpen in de ruimtelijkeplanning relevant: waterveiligheid, de nabijheid van twee grote Europesehavens (Rotterdam en Antwerpen), toerisme en krimp. In de gebiedsagendastaat omschreven wat deze thema's betekenen voor de ruimtelijke ontwik-keling in de provincie Zeeland. Door het gesprek aan te gaan met behulpvan de Omgevingswijzer kon op strategisch niveau duidelijk worden ge-maakt hoe de verschillende onderwerpen, die soms tegenstrijdige belan-gen hebben, invloed hebben in het gebied. Het instrument werd hier alscheck gebruikt om na te gaan of en hoe duurzaamheid in de gebiedsagen-da zit geborgd. De uitkomst van de sessie was dat de gebiedsagenda veelraakvlakken heeft in verschillende onderwerpen, maar dat de uitdagingligt in het integraal verbinden van deze onderwerpen. Het meest opval-lende hierbij was dat het onderwerp water voornamelijk gericht was opzoutwater, maar dat zoetwater onderbelicht bleek te zijn. In een deel vanhet gebied bleek namelijk op termijn een tekort aan zoetwater te ontstaan,waar nog weinig oog voor was maar wat invloed kan hebben op de land-bouw en de natuur. Als gevolg van de Omgevingswijzersessie is er een extraparagraaf in de gebiedsagenda gekomen met aandacht voor het zoetwater-tekort. De toepassing van de Omgevingswijzer maakte duidelijk dat hetinstrument kan helpen om de relaties tussen verschillende ruimtelijkeproblemen of initiatieven en tussen de strategische en operationele be-sluitvorming te laten zien.De eerste stap richting integrale duurzamegebiedsontwikkelingMet het gebruik van de Omgevingswijzer wordt een eerste stap gezet omrichting een gezamenlijke integrale duurzame gebiedsopgave te gaan. Hetis een hulpmiddel om op een laagdrempelige manier het gesprek aan tegaan met stakeholders en zichtbaar te maken wat voor rol duurzaamheidin een gebiedsopgave speelt. Door middel van de discussie kan een geza-menlijk probleemperspectief worden ontwikkeld. De Omgevingswijzerheeft bij de projecten waar het is toegepast aangetoond dat het de meestemeerwaarde kan hebben vroeg in het planvormingsproces. Ook tijdens ver-volgfasen in een project kan de Omgevingswijzer meerwaarde bieden. Bentu na het lezen van dit artikel ge?nteresseerd om dit instrument ook toe tepassen bij uw opgave of project? Neem gerust contact op met de auteursvan dit artikel. Evaluatie van de OmgevingswijzerEen recente evaluatie van het gebruik van de Omgevingswijzer bij twin-tig initiatieven en projecten leert dat belangrijke kenmerken van deOmgevingswijzer als procesinstrument zijn:? discussietool met stakeholders waarbij de nadruk op het bespreek-baar maken ligt;? een spiegel die wordt voorgehouden over ambities en gedrag met be-trekking tot duurzaamheid;? stelt het gebied centraal; wat is de gebiedsopgave?? kwalitatief resultaat;? in een oogopslag de mogelijke kansen en risico's wat betreft duur-zaamheid;? de eerste stap richting vervolgonderzoeken en aandachtspunten voorbesluitvorming;? op vele schaalniveaus en op vele manieren toepasbaar; de grootstemeerwaarde aan de voorkant van een planvormingsproces.Verduurzaming MIRT: Op 10 maart 2014 heeft de staatssecretaris vanIenM een brief over de modernisering van het milieubeleid aan de Twee-de Kamer aangeboden. Een van de acties die in deze brief wordt beschre-ven, betreft de integratie van duurzaamheid in het MIRT. Het project`Verduurzaming MIRT' geeft invulling aan deze actie. http://mirt2015.mirtprojectenoverzicht.nl/mirt_projectenoverzicht_2015/beleidscon-text/vernieuwing_van_het_mirt/Figuur 6. Gebiedsagenda Zeeland en resultatenwiel van de gebiedsagenda Zeeland.PROVINCIEZEELANDTOETS0116
Reacties