Een goede ‘scope’ is het halve werk, bij wijze van spreken. Dat is bij een strategische milieubeoordeling niet anders dan in een milieueffectrapportage. Wat komt er kijken bij scoping in SMB-verband? Twee contrasterende praktijkvoorbeelden laten zien dat er twee ‘dimensies’ zijn waarop je je positie moet bepalen. Kijk je vooral naar welke mogelijkheden en onmogelijkheden de omgeving met zich meebrengt voor een geplande ontwikkeling, dus van buiten naar binnen? Of juist van binnen naar buiten? En dimensie twee: kijk je naar alledrie de lagen van de lagenbenadering, de ondergrond incluis? Of alleen naar netwerken en occupatie? De keuze hangt af van het schaalniveau van het plan. En ook van de procedurele voorgeschiedenis.
24 k e n m e r k e n 1 3 / 1 ; m a a r t 2 0 0 624Een goede `scope' is het halve werk, bij wijze van spreken. Dat is bij een strategische milieubeoordeling niet anders dan in eenmilieueffectrapportage. Wat komt er kijken bij scoping in SMB-verband? Twee contrasterende praktijkvoorbeelden laten ziendat er twee `dimensies' zijn waarop je je positie moet bepalen. Kijk je vooral naar welke mogelijkheden en onmogelijkheden deomgeving met zich meebrengt voor een geplande ontwikkeling, dus van buiten naar binnen? Of juist van binnen naar buiten?En dimensie twee: kijk je naar alledrie de lagen van de lagenbenadering, de ondergrond incluis? Of alleen naar netwerken enoccupatie? De keuze hangt af van het schaalniveau van het plan. En ook van de procedurele voorgeschiedenis.`Van buiten naar binnen' of `van binnen naar buiten'Scoping bij SMBFoto:?neasDe SMB is op basis van de Europese richt -lijn in juli 2004 in Nederland van krachtgeworden. Hij is bedoeld om milieuef-fecten van (strategische) plannen en program-ma's al tijdens de voorbereiding ervan in beeld tebrengen in de vorm van een milieurapport. SMBis te vergelijken met de bekende milieueffectrap-portage. De kern van beide instrumenten is dater naar alternatieven en effecten gekeken moetworden, uiteraard zonder in het wilde weg vanalles en nog wat te gaan onderzoeken. De opga-ve is de speelruimte voor realistische en perspec-tiefrijke alternatieven af te bakenen, en van deR i e n P r i n s e n , R o b e r t D u z i j n & P o l l e M a r s c h a l kalternatieve opties die zich binnen deze speel-ruimte bevinden vervolgens de milieueffecten inkaart te brengen. Het belang van een dergelijkescoping is bij milieueffectrapportages inmiddelsonomstreden. Bij SMB's is een goede scopingeveneens van groot belang.Het basisprincipe van scoping is steeds hetzelf-de: eerst verbreden, daarna gericht versmallen.Beginnen met verbreden is wenselijk om te voor-komen dat je dingen over het hoofd ziet zonderdaar erg in te hebben, ?n om te voorkomen datje je blindstaart op de uitkomst van de voorge-schiedenis die elk plan in meer of mindere mateRien Prinsen (0570 ? 69 94 10, rip@tauw.nl)is werkzaam bij Tauw als adviseur milieu-ruimte en is de auteur van het MilieurapportSMB Waterfront-Noord.Robert Duzijn is vanuit de provincie Gelder-land projectleider milieu bij het Programma-bureau Waterfront Harderwijk.Polle Marschalk is procesmanager Waterfrontbij de gemeente Harderwijk.De auteursScoping:van `groothoek' naar `inzoomen'25s c o p i n g25k e n m e r k e n 1 3 / 1 ; m a a r t 2 0 0 6met zich meedraagt op het moment waarop demilieubeoordeling start. Verbreding geeft hetscopingproces daarmee een zekere onbevangen-heid, wat een goed vertrekpunt is om tot een ge-richte versmalling of toespitsing te komen.De invulling van dit basisprincipe verschilt vangeval tot geval. Dat is duidelijk. Toch valt er overscoping in SMB's meer te zeggen dan: `tja, hethangt er maar vanaf'. Om te beginnen zijn er na-melijk twee factoren die duidelijk hun stempeldrukken op welke invulling van scoping moge-lijk en wenselijk is. Daarnaast zijn er bij scopingtwee dimensies te onderscheiden.In dit artikel zullen we deze factoren en dimen-sies ? en hoe ze met elkaar samenhangen ? illus-treren met twee sterk contrasterende praktijk-voorbeelden. Het eerste voorbeeld is de SMBvoor de Oude Rijnzone, het gebied langs deOude Rijn tussen Leiden-Oost en Bodegraven.Het tweede voorbeeld is de SMB voor Water-front-Noord in Harderwijk.Twee factorenDe eerste factor die een rol speelt bij de aanpakis het schaalniveau van het plan dat in de SMBcentraal staat. Bij SMB's voor ruimtelijke plan-nen gaat het om het bekende rijtje van Plano-logische Kernbeslissing, streekplan, structuur-plan, bestemmingsplan. In het algemeen geldt:hoe hoger het schaalniveau, des te meer vrij-heidsgraden zijn er om de doelstellingen van hetplan te vertalen in alternatieven. Hogere plan-vormen bieden, anders gezegd, normaliter meerspeelruimte. De SMB voor de Oude Rijnzone iseen voorbeeld van een SMB voor een hogereplanvorm: het opstellen van een zogenoemdetransformatievisie, die als onderlegger voor eenparti?le streekplanherziening dient. De SMBvoor Waterfront-Noord betreft het bestem-mingsplanniveau.De tweede factor heeft te maken met de over-gangsregeling die er sinds de inwerkingtredingvan de Europese SMB-richtlijn is. Deze regelingkomt erop neer dat plannen en programma's dievoor 21 juli 2004 als ontwerp ter visie zijn ge-gaan niet aan de richtlijn hoeven te voldoen. EenSMB is in dit geval niet verplicht. Voor plannendie op de genoemde datum nog niet als ontwerpter visie hadden gelegen, is een SMB wel ver-plicht, ook in gevallen waarin de planvormingop dat moment al een heel eind op streek was.Door deze overgangsregeling hebben we temaken met twee typen SMB's:? `Overgang-SMB': de planontwikkeling is doorde SMB-regelgeving ingehaald en er moet als-nog een SMB komen, zoals in het geval vanWaterfront-Noord.? Geheel nieuwe SMB: de initiatiefnemer starteen nieuwe planontwikkeling waarvooreen SMB doorlopen moet worden. De SMBvoor de Oude Rijnzone is zo'n geheel nieuweSMB.Dit onderscheid werkt eveneens door in vrij-heidsgraden en speelruimte, en daarmee in hetvertrekpunt voor de scoping. Een overgang-SMBzal door de voorgeschiedenis in de regel meteenal een beperktere scope hebben dan een geheelnieuwe SMB.Twee dimensiesBij de eerste dimensie gaat het om de plaats bin-nen de zogenoemde lagenbenadering: onder-grond, netwerken, occupatie. Bij een plan op eenhoger schaalniveau (zoals een structuurplan ofhet voorbeeld van de Oude Rijnzone) bestaan,als gezegd, over het algemeen meer vrijheden.Vanuit de lagenbenadering ligt het accent vanuitdeze vrijheden sterker op het sturende karaktervan de ondergrond voor wat betreft onderbou-wing van locatiekeuzes en de milieuafweging diehierbij gemaakt wordt.Bij een plan meer op inrichtingsniveau en metafgebakende programmatische doelstellingenricht scoping zich vanuit de lagenbenaderingeerder op keuzes binnen netwerken en occu-patie. Immers, het locatiekeuze-vraagstuk isvaak al een gepasseerd station.De tweede dimensie is te typeren met: `van bui-ten naar binnen' versus `van binnen naar buiten'.Bij een beoordeling van de milieueffecten wordtaltijd gekeken wat de omgeving voor (on)moge-lijkheden met zich meebrengt voor de ontwikke-ling: van buiten naar binnen. Daarnaast gebeurthet omgekeerde: wat zijn de gevolgen van deontwikkeling voor de omgeving? Dat komt neerop van binnen naar buiten kijken. Bij een meeruitgewerkt plan op een lager schaalniveau zal inde scoping sterker gekeken worden naar de ef-fecten van binnen naar buiten. Dat is eveneensrelevant bij plannen op een hoger schaalniveaumet meer vrijheidsgraden, maar in dat geval zalbij de scoping ook het van buiten naar binnenkijken prominenter aan de orde kunnen (enmoeten) komen.SMB Oude RijnzoneKader 1 biedt een korte toelichting op het pro-ject Transformatievisie Oude Rijnzone. DeTransformatievisie Oude Rijnzone is opgesteldvanuit de lagenbenadering. Het ging hier om eenSMB van het type `geheel nieuw', die parallel aanhet ruimtelijk ontwerp werd uitgewerkt. Hetgroenblauwe raamwerk is bij het ruimtelijk ont-werp als richtinggevend beschouwd. Dit bete-Kader 1: Oude RijnzoneDe ontwikkeling van de verrommelde Oude Rijnzone is uit de huidige stedelijke en landschap-pelijke structuur af te lezen. Langs de Oude Rijn hebben zich verschillende grootschalige bedrijvengevestigd, die te groot zijn voor een gebied met een dermate kleinschalige (infra)structuur. Ver-schillende bedrijventerreinen zijn verouderd, herstructurering ervan is noodzakelijk. Daarnaastliggen er diverse ruimtelijke claims in het gebied, onder andere voor wonen, natuur, recreatie, in-dustrie en infrastructuur.In het Streekplan Zuid-Holland-oost is de Oude Rijnzone naast drie andere gebieden aangewezenals transformatiezone. Voor deze gebieden wordt een transformatievisie opgesteld, als onderleggervoor de parti?le herziening van het streekplan. Doel hiervan is een integrale en breed gedragen ont-wikkelingsvisie te verkrijgen, die verwoordt en verbeeldt hoe de opgaven voor de transformatie-zone in de ruimte opgelost kunnen worden. Het gaat hierbij om een opgave voor kwaliteitsverbe-tering, maar ook voor het opvangen van functies die elders in de Rijnstreek niet meer gewenst zijn.Omdat tijdens het opstellen van de transformatievisie behoefte ontstond aan het uitwerken van eenaantal aspecten op milieugebied, is vrijwillig besloten een SMB uit te voeren. Hoewel dit voor detransformatievisie niet wettelijk verplicht is, heeft het wel enkele voordelen, zoals de optimale in-passing van milieuaspecten in het ruimtelijke plan.26 k e n m e r k e n 1 3 / 1 ; m a a r t 2 0 0 6In de verdere uitwerking van het plan zal vooralde relatie tussen netwerken (keuzes rond infra-structuur) en verschillende binnenstedelijke mi-lieu/ruimte-conflicten van toenemend belangzijn. In deze SMB zien we dus nadrukkelijk delagenbenadering terugkomen en wordt vooralvanuit de omgeving naar de ruimtelijke opgavegekeken; van buiten naar binnen derhalve.SMB Waterfront-NoordHet voorontwerp-bestemmingsplan Waterfront-Noord (zie ook kader 2) werd in januari 2005 inprocedure gebracht. Op basis van inspraakreac-ties op dit voorontwerp heeft de gemeente er-voor gekozen alsnog een SMB te doorlopen, een`overgang-SMB' dus. De belangrijkste inhoude-lijke argumenten hiervoor zijn:? Het bestemmingsplan maakt vestiging vanm.e.r.-(beoordelings)plichtige bedrijven moge-lijk, en kan daarom gezien worden als kader-stellend plan zoals verwoord in de regelgevingvoor SMB.? Significante effecten op het Veluwemeer (be-schermd op basis van Vogel- en Habitatricht-lijn) zijn op voorhand niet met zekerheid uit tesluiten.Vooral op grond van het eerste punt was het ei-genlijk onvermijdelijk alsnog een SMB te doen.En voor zover daaraan nog getwijfeld werd, isdoorslaggevend geweest dat de gemeente hoedan ook uiterst zorgvuldig wilde omgaan metprocedurele eisen van de planontwikkeling.Geen risico's nemen, zeker niet als het risicoweggenomen kan worden zonder extra vertra-ging op te lopen. Gevolg van deze keuze was weldat in korte tijd voldaan moest worden aan deeisen zoals die in de SMB-richtlijn verwoordzijn. Om de planning van het bestemmingsplanin acht te nemen, was voor de gehele SMB eenperiode van zes weken beschikbaar. De prakti-sche consequenties daarvan ? waaronder eensterk procesmatige invalshoek bij de scoping ?komen apart aan de orde in kader 3.Voor de inhoudelijke invulling van de scopingwas in dit geval van belang dat er weinig keuze-vrijheid resteerde. De locatie en de programma-tische opgave stonden immers vast. Op basis vanhet zeer uitgebreide onderzoek dat reeds ver-richt was en de input van de milieuverantwoor-delijke instanties kwam de scope van de SMBvooral terecht bij de milieueffecten van binnennaar buiten, en op het niveau van netwerken en(met name) occupatie uit de lagenbenadering.Het gaat dan om vragen als: welke milieuhinderveroorzaken de nieuwe bedrijven op het uit tebreiden industrieterrein?ConclusieVan de twee factoren die medebepalend zijnvoor de invulling van scoping bij SMB, zal er ??ngeleidelijk aan verdwijnen: op dit moment zijnKader 2: WaterfrontHet Harderwijker Waterfront is door zijn ligging van strategische betekenis voor stad en regio.De overgangszone van land naar water wordt, net als voor vele waterfrontsteden, gekenmerkt doortal van economische activiteiten. In de loop der jaren is de relatie met het water verstoord geraakten de van oorsprong positieve economische activiteiten veroorzaken nu diverse knelpunten. Alsgeheel is het Waterfront over zijn hoogtepunt heen en in een neergaande economische ontwikke-ling geraakt. In het Harderwijker Waterfront ontbreekt het op dit moment aan ruimtelijke kwali-teit en herkenbaarheid.Een belangrijk knelpunt is de verkeers- en parkeerproblematiek (vanwege Dolfinarium), met stag-natie van het hoofdwegennet van Harderwijk en aantasting van de leefbaarheid als gevolg. Ook hetfunctioneren van Industrieterrein Haven levert knelpunten op. Dit terrein herbergt bedrijvigheid inde zwaarste milieucategorie in de directe nabijheid van woonbuurten en voorzieningen. Dat kanniet meer worden getolereerd. Ook het bedrijventerrein zelf kent knelpunten, omdat de gevestig-de bedrijven geen mogelijkheden meer hebben voor uitbreidingen. Verbetering wil de gemeenteHarderwijk realiseren door:? het bestaande bedrijventerrein Haven tussen Dolfinarium en N302 te transformerentot een woon- en ontspanningsgebied met circa 1600 woningen;? de bestaande Lorentz-haven uit te breiden met ca. 20 hectare voor de te verplaatsenbedrijven uit bedrijventerrein Haven;? het gebied de Mheenlanden te ontwikkelen als natuurgebied.De figuur geeft het plangebied aan in relatie tot de fasering van de ontwikkeling. Eerst wordt de be-staande Lorentzhaven uitgebreid, daarna vindt natuurontwikkeling in de Mheenlanden plaats. Alslaatste wordt het bedrijventerrein haven ontwikkeld tot woon- en ontspanningsgebied.kende dat te behouden en te versterken kwalitei-ten met betrekking tot natuur, landschap, wateren cultuurhistorie leidend zijn voor verdere ont-wikkelingen. Om dit te bepalen is eerst in debreedte gekeken welke milieuaspecten mogelijkeen rol kunnen spelen, daarna was het mogelijksamen met de betrokkenen te scopen.De scoping betekende in dit geval dat de relatietussen stedelijke ontwikkeling enerzijds en wa-ter, natuur, cultuurhistorie en landschap ander-zijds centraal is komen staan in het milieurap-port. De centrale vraag was: waar kunnen stede-lijke ontwikkelingen plaatsvinden waarbij de be-noemde milieuaspecten zoveel mogelijk tot hunrecht komen? De discussie ging in dit SMB voor-al over locatiekeuze: waar kun je het beste vanuitmilieuoogpunt geredeneerd de stedelijke opgavein het gebied realiseren? Deze discussie werd ge-structureerd door het casco dat vanuit de lagen-benadering was opgesteld. Dit casco geeft de ka-ders aan waarbinnen ontwikkelingen binnen hetgroen-blauwe raamwerk mogelijk zijn.27s c o p i n gk e n m e r k e n 1 3 / 1 ; m a a r t 2 0 0 6er nog relatief veel overgang-SMB's, maar hetaandeel geheel nieuwe SMB's zal logischerwijsgroeien. De verschillen in schaalniveau blijvenintussen natuurlijk bestaan, hetgeen het schaal-niveau in toenemende mate een dominante fac-tor in de aanpak zal maken.De twee onderscheiden dimensies kunnenhelpen om weloverwogen keuzes ten aanzienvan de aanpak van de scoping te maken:? Bij SMB's voor plannen op een laag schaalni-veau ligt het voor de hand het onderzoek voor-al toe te spitsen op occupatie en netwerken endaarbij ook primair van binnen naar buiten tekijken, dus naar de gevolgen van de geplandeontwikkelingen voor de omgeving.? Bij SMB's voor plannen op een hoger schaal-niveau is het sneller de moeite waard de la-genbenadering in z'n volle breedte te hante-ren, te beginnen bij de ondergrond. Op hethogere schaalniveau krijgt idealiter ook de in-valshoek `van buiten naar binnen' een zwaar-der accent. vOp het hogere schaal-niveau krijgt idealiterook de invalshoek `vanbuiten naar binnen' eenzwaarder accentKader 3: SMB Waterfront-Noord, snelle procesmatige benaderingProcedureHet voorontwerp-bestemmingsplan Waterfront-Noord is in januari 2005 in procedure gebracht.De SMB startte na de inspraak op dit voorontwerp. Hoe de SMB-procedure en het vervolg van debestemmingsplanprocedure verlopen zijn, toont het schema. In de procedure is nadrukkelijk derelatie gezocht met het ontwerpbestemmingsplan voor Waterfront-Noord. Dit betekent dat het in-houdelijke detailniveau van het SMB-milieurapport gelijk is aan het detailniveau van het ontwerp-bestemmingsplan, en dat het ontwerpbestemmingsplan antwoord geeft op de vragen in het SMB-milieurapport. Het gelijktijdig in procedure brengen van beide documenten, maakt de onderlingerelatie ook voor insprekers/belanghebbenden transparant.Procesmatige scopingDe inzet was om binnen zes weken de milieuverantwoordelijke instanties te consulteren en hetSMB-milieurapport gereed te hebben. Dat dit ook inderdaad gelukt is, is te danken aan:? het uitgebreide onderzoek dat in het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan alverricht was;? het netwerk dat in het voortraject al was opgebouwd en dat vervolgens bereid en in staat bleekom snel in actie te komen.In de `Notitie reikwijdte en detailniveau SMB' is aan de milieuverantwoordelijke instanties ge-vraagd welke milieuaspecten zij relevant vinden om in het milieurapport te beschrijven. De Noti-tie beschreef hiervoor een voorstel, waarbij ook ingegaan werd op het detailniveau waarop de rele-vante milieuaspecten uitgewerkt zouden moeten worden. De Notitie is in concept toegestuurd aande betrokken instanties: gemeente Harderwijk, provincie Gelderland, waterschap Veluwe, Inspec-tie VROM, Regionale directie LNV, Rijkswaterstaat en het ROB. Het secretariaat van de Commissievoor de m.e.r. is in dit stadium van de SMB informeel betrokken. De reacties zijn verwerkt in eendefinitieve Notitie die vervolgens het kader vormde waarbinnen het milieurapport is opgesteld.De definitieve Notitie is de uitkomst van een procesmatige scoping. Daar was in dit geval slechtsdrie weken voor nodig, omdat de gemeente tijdens het project Waterfront goede contacten heeftopgebouwd met de betreffende instanties. We wisten wie we moesten benaderen en men was be-reid snel en effici?nt mee te werken.Het is duidelijk dat een extreem korte doorlooptijd van zes weken voor een `overgang-SMB' alleenhaalbaar is wanneer in het voortraject al veel ge?nvesteerd is in inhoud en proces. Zodra het aan ??nvan beide (of aan allebei) schort, gaat het doorlopen van een SMB-procedure onvermijdelijk langerduren.Bestemmingsplan Waterfront-noordSMBDoel- en reikwijdtenotitieMilieurapportInspraak. incl. advies Commissie voor de m.e.r.MotitoringVoorontwerp-bestemmingsplanInspraakOntwerpbestemmingsplanDefinitief bestemmingsplan
Reacties