Wat is nodig om de Brabantse steden bereikbaar te houden en te voorkomen dat de wegen in de provincie dichtslibben? Hoe valt te bereiken dat reizigers binnen een acceptabele reistijd van A naar B komen? Het antwoord staat in het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan Verplaatsen in Brabant (PVVP); de paraplu-nota voor alle activiteiten van de provincie voor verkeer en vervoer. In een Strategische Milieubeoordeling werden de keuzes uit een al ver uitgekristalliseerd concept-PVVP kritisch op de proef gesteld: door ze af te zetten tegen ‘extreme alternatieven’. Dat blijkt een zinvolle werkwijze indien een SMB – zoals vaak het geval is – het karakter heeft van een toetsing achteraf.
TOETS050616BElEidSvOOrnEmEnSachTErafgETOETSTdOOrcOnfrOnTaTiEmETExTrEmEalTErnaTiEvEnSmBBraBanTSvErkEErS-EnvErvOErSplanWatisnodigomdeBrabantsestedenbereikbaartehoudenentevoorkomendatdewegenindeprovinciedichtslibben?hoevalttebereikendatreizigersbinneneenacceptabelereistijdvananaarBkomen?hetantwoordstaatinhetprovinciaalverkeers-envervoersplanverplaatseninBrabant(pvvp);deparaplu-notavooralleactiviteitenvandeprovincievoorverkeerenvervoer.ineenStrategischemilieubeoordelingwerdendekeuzesuiteenalveruitgekristalliseerdconcept-pvvpkritischopdeproefgesteld:doorzeaftezettentegen`extremealternatieven'.datblijkteenzinvollewerkwijzeindieneenSmB?zoalsvaakhetgevalis?hetkarakterheeftvaneentoetsingachteraf.JudithJaquet&JosvanderWijstcase-studyde provincie Noord-Brabant is geruime tijd bezig geweest methet opstellen van een Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan(PVVP) voor de periode 2005-2020. Het PVVP is ??n van de stra-tegische plannen van de provincie en vormt volgens de Plan-wet Verkeer en Vervoer tevens de provinciale uitwerking vanhet Nationale Verkeers- en Vervoersplan (de Nota Mobiliteit). Sinds 21 juli2004 is de EU-richtlijn voor de Strategische MilieuBeoordeling (SMB) vanplannen en programma's van overheden van kracht. De richtlijn is bedoeldom ook de milieueffecten van plannen en programma's in beeld te brengenen bij de besluitvorming te betrekken. Daarmee wordt een hoog milieu-beschermingsniveau en een duurzame ontwikkeling beoogd. In dit kader isde provincie Noord-Brabant tot de conclusie gekomen dat het raadzaam ennoodzakelijk is om voor het PVVP een SMB-procedure te volgen. Het PVVPbestaat in zijn uiteindelijke vorm uit drie documenten:1. Kaders en ambities. Dit document geeft op een redelijk hoog abstrac-tieniveau de ambities en de strategische visie van de provincie weer ophet functioneren van verkeer en vervoer tot ongeveer 2020 en de wijzewaarop de provincie daaraan sturing wil geven.2. Dynamische beleidsagenda. Deze tweejaarlijks te actualiserenbeleidsagenda beschrijft voor een periode van vijf jaar de concretebeleidsvoornemens van de provincie en haar partners om de inDE AUTEURSJudith Jaquet (010 ? 44 33 629, j.jaquet@royalhaskoning.com)is advisuer bij Royal HaskoningJos van der Wijst (073 ? 68 08 7630, jvdwijst@brabant.nl) ism.e.r.-co?rdinator bij de Provincie Noord-BrabantKaders en ambities geformuleerde beleidsdoelen te realiseren.3. Uitvoeringsprogramma. Dit is het Brabantse equivalent van het lande-lijke Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT). Het pro-gramma zal jaarlijks als bijlage bij de begroting worden vastgesteld enheeft het karakter van een voortschrijdend meerjarenplan. HetBrabantse MIT koppelt concrete activiteiten en projecten aan concretebudgetten.De SMB-procedure heeft primair betrekking op het deel Kaders en ambitiesen alleen in afgeleide zin op de dynamische beleidsagenda.TOETS050617deproceduredriefasenDe SMB-procedure bestaat uit drie fasen die elkaar in de tijd overlappen: (1)beoordeling SMB-plicht, (2) opstellen Notitie Reikwijdte en Detailniveau en(3) opstellen Milieurapport. Het besluit om een strategische milieubeoorde-ling van het PVVP uit te voeren, vormt de eerste formele handeling van deSMB-procedure. De volgende stap in de SMB-procedure was het raadplegenvan instanties voor de bepaling van de reikwijdte en het detailniveau van deop te stellen milieubeoordeling (het Milieurapport).De opmerkingen van de geraadpleegde instanties en het advies van de Com-missie voor de milieueffectrapportage zijn verwerkt in het definitieve Start-document Reikwijdte en Detailniveau van 1 februari 2006. Met de vaststellingdaarvan op 14 februari 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabantde reikwijdte en het detailniveau voor het Milieurapport definitief afgeba-kend en vastgelegd. Op grond van het Startdocument is het Milieurapportopgesteld en begin maart als concept afgerond. Het rapport is samen met hetPVVP definitief vastgesteld door Provinciale Staten op 2 november 2006.Raadplegen van instanties: wat levert dat nu op?Voor de reikwijdtebepaling heeft de provincie ervoor gekozen alle relevanteinstanties te raadplegen. Dit betekent alle GGA-regio's (indeling van gemeen-17ten met als doel een GebiedsGerichte Aanpak) in de provincie Noord-Brabant,de vijf grootste Brabantse steden (B5), alle Kamers van Koophandel in de pro-vincie Noord-Brabant en de relevante maatschappelijke organisaties. In totaalzijn circa 100 instanties benaderd. De respons was niet overweldigend: uitein-delijk hebben negen instanties inhoudelijk gereageerd op het Startdocument.Over het algemeen was er instemming met het Startdocument. Er was veelwaardering voor het gevoerde proces, alleen de reactietijd was v??l te kort.Dit was het gevolg van de strakke planning die aan het PVVP ten grondslaglag. Daarnaast zijn kritische kanttekeningen geplaatst bij keuzes en alter-natieven. De meeste vragen zijn gesteld ter verheldering. De inspraakreactieshebben vrijwel niet geleid tot veranderingen in het Startdocument. Wat welis ontstaan, is draagvlak voor de SMB, waardoor tijdens de inspraak ernauwelijks reacties op het plan naar voren kwamen.Bespiegeling Commissie m.e.r.De Commissie m.e.r. heeft erg geworsteld met de toetsing van de SMB enmet name met de vraag: Wat levert het PVVP nu op ten opzichte van desituatie als er geen `nieuw' beleid wordt geformuleerd? Door de grotehoeveelheid van achterliggende documenten was het op een korte termijnlastig inzicht te krijgen in de daadwerkelijke probleembeschrijving. Dezeprobleembeschrijving was voor de provincie en Royal Haskoning wel helderen dat liep in de vergaderingen met de Commissie uit op een discussie.Foto:RoyalHaskoninghoofddoelstellingvanhetpvvpishetstrevennaareenduurzamebereikbaarheid.TOETS050618OndErWErpEnEnalTErnaTiEvEnOnderwerp Alternatief 1 Alternatief 2 Alternatief 3gebiedsprofielencentrumgebiedbeleidsmatigbelanggoedebereikbaarheidfietsverminde-ren(1niveauminder)beleidsmatigbelanggoedebereikbaarheidautoverminderen(vanniveau3naar2)beleidsmatigbelanggoedebereikbaarheidautoverhogen(vanniveau3naar4)agglomeratiesregionalestedelijkekernenStedelijkeperiferiekerneninhetgroenbeleidsmatigbelanggoedebereikbaarheidopenbaarvervoerverhogen(1niveaumeer)agrarischecultuurland-schappenregionalenatuur-enlandschapseenhedengrootschaligeindustri?lecomplexenregionalebedrijventer-reinenbeleidsmatigbelanggoedebereikbaarheidopenbaarvervoerverhogen(1niveaumeer)intensieveagrarischebedrijvigheidnetwerkvisiesregionoordoostBrabanteenminimalevariantmetopallewegeneenlagegeaccep-teerdesnelheidindespits(gehelenetwerkprioriteit5of6),waarbijallewegendusvollopen(dus:nietsterverbete-ringdoorstrominguitvoeren)eenmaximalevariantmetopallewegeneenhogegeaccepteerdesnelheidindespits(gehelenetwerkprioriteit1of2),waarbijallewegendusgoeddoorstromen(dus:allesdoenomdedoorstromingteverbeteren:verbreden,doorstro-mingsmaatregelenenz.)regio's-hertogenboschregioTilburgregioBredaregioWest-BrabantOv Ov-netwerkBrabantStadg??ninvesteringeninhetopenbaarvervoer,dusg??nOv-netwerkBrabantStadfietsprimairefietsnetwerkkansrijkefietsrelatiesingoederenvervoerkwaliteitsnetgoederen-vervoerg??nrealisatievandegoederenruitZuid-nederlandg??nmodalshiftvandewegnaarhetwaterOverig prijsbeleid niettoepassenvanprijsbeleidTOETS050619Daarnaastwaserverschilvaninzichtoverdebetekenisvandealternatieven.Volgens de Commissie was er slechts sprake van een nuanceverschil. Deprovincie had de alternatieven juist gebaseerd op extremiteiten, zoals wehieronder zullen toelichten. Het uiteindelijke oordeel van de Commissiewas dat binnen de door de provincie gestelde kaders de SMB zorgvuldig isuitgewerkt. De Commissie adviseerde bij de verdere besluitvorming deachterliggende documenten te gebruiken om inzichtelijk te maken welkemilieuknelpunten nu aanwezig zijn en of deze met het PVVP kunnenworden opgelost. Het advies van de Commissie m.e.r. heeft niet geleid totaanpassingen van de SMB.methodiekalternatievenVoordat de SMB van start ging waren in het concept-PVVP al keuzes ge-maakt voor het toekomstige verkeers- en vervoersbeleid voor de provincie.In feite was de provincie al klaar met het PVVP, alleen de milieutoets ont-brak nog. Een dergelijke uitgangssituatie komt momenteel heel frequentvoor bij SMB's, niet in de laatste plaats omdat het hier om een nieuw in-strument gaat, dat in de praktijk in veel gevallen pas in een laat stadiumaanhaakt op plannen die op dat moment al ver zijn uitgekristalliseerd. EenSMB krijgt dan noodzakelijkerwijs het karakter van een toets achteraf, endaar heeft de provincie ook in dit geval voor gekozen.Wordt zo'n toets achteraf sober ingevuld, dan blijft de speelruimte voor alter-natieven beperkt tot de reeds gemaakte beleidskeuzes en ? als enige referen-tiekader ? de autonome ontwikkeling. In dit geval is bewust gezocht naar eenmethode om de in een SMB verplichte beschouwing van alternatieven eenduidelijke meerwaarde te geven. Dit heeft geleid tot een benadering die ookvan pas kan komen bij andere plannen met een SMB als toets achteraf. De kernvan deze benadering is dat de reeds gemaakte beleidskeuzes gecontrasteerdworden met `extremiteiten' (zie tabel). De netwerkvisies voor vijf Brabantseregio's kunnen hierbij als voorbeeld dienen. Het PVVP maakt daarbij een be-paalde keuze voor de te bereiken snelheid in de spits op de wegen binnen hetbetreffende netwerk. Bij wijze van contrast is om te beginnen gekeken naarminimale alternatieven die een duidelijk lagere snelheid accepteren, en ver-volgens naar maximale alternatieven waarin de snelheid (ten opzichte van dekeuze uit het PVVP) juist nog verder omhoog gaat. Op die manier ontstaat `ge-voel' voor hoe de keuze voor de snelheid doorwerkt in de milieubelasting vanhet verkeer. Bij het werken met extreme alternatieven wordt dit beter inzich-telijk dan wanneer uitsluitend de autonome ontwikkeling als referentiealter-natief wordt gehanteerd. En op die manier is ook beter te beoordelen of deoorspronkelijke keuze wel de juiste is.Effectbepaling,kaartmateriaalalsbasisBij de effectbepaling in deze SMB ging het niet zozeer om de precieze omvangvan de effecten zoals in een MER op projectniveau aan de orde is, maar om deaard van de mogelijke effecten en de vraag waar deze optreden. Het ging dusom ruimtelijke informatie. Het gebruik van kaarten stond daarom centraal inde aanpak. Er is uitgegaan van de bestaande waarden in Noord-Brabant zoalsdie op de verschillende kaarten in de kaartenatlas bij het milieurapport zijnaangegeven. De onderwerpen en alternatieven zijn getoetst aan de bestaandewaarden van verkeer, woon- en leefmilieu (lokale luchtkwaliteit, energie, ge-luid, externe transport veiligheid, verkeersveiligheid en natuurlijke duister-nis), natuur, bodem & water, landschap en cultuurhistorie.BEOOrdElingSkadErmilieuaspect criterium=mogelijkeinvloedop indicatorverkeer mobiliteitBereikbaarheidverplaatsingen,voertuig/reizigerskilometers,modalsplitvoertuigverliesuren,i/c-verhouding,reistijdnormenWoon-&leefmilieulokaleluchtkwaliteitEnergiegeluidExternetransportveiligheidverkeersveiligheidnatuurlijkeduisternisfijnstof(pm10enpm2,5),nO2,cOEnergieverbruikdoorverkeerknelpuntenverkeerslawaaiengeluidsbelastingwoningenplaatsgebondenrisicoengroepsrisicoSlachtofferspermiljoenvoertuigkilometers/verplaatsingenlichthinderdierennatuur milieubeschermingsgebiedenvoorstiltevogel-enhabitatrichtlijngebieden,EhS-gebieden,ecologischeverbindingszonesenweidevogel-gebiedenverstoringdoorverkeerslawaaiaantastingenverstoringbeschermdegebiedenendoorsnijdingnatuurdoorinfrastructuurBodem&WatergeomorfologischeenbodemkundigeprocessenBodemsamenstellingenbodemkwaliteitWatersysteemWaterkwaliteitdoorsnijdingBodemtypenverontreinigingbodemenoppervlaktewatergrondwaterbeschermingsgebiedenlandschap&cultuurhistorielandschaparcheologischeencultuurhistorischewaardenaantastinglandschappelijkekwaliteitaantastingwaardevollestructurenengebiedenmeteenhogeverwachtingswaardecase-studyTOETS050620Effectbepaling,selectiekernthema'sOm de aard van de mogelijke milieugevolgen te kunnen beschrijven en omeen vergelijking te kunnen maken tussen de alternatieven en tussen de ver-wachte negatieve en positieve effecten van de beleidsuitspraken, is een beoor-delingskader opgesteld. Ook is toegelicht op welke wijze de veranderingen inde indicatoren zich verhouden tot de invloed op het milieuaspect ten opzichtevan de autonome ontwikkeling. De autonome situatie vormt het uitgangs-punt en heeft voor het mogelijk maken van de vergelijking van de alternatie-ven dan ook een neutrale score (0) op alle milieuaspecten.De belangrijkste onderwerpen in deze SMB zijn verkeer, woon- & leefmilieu(lucht, geluid, energie, veiligheid en licht) en natuur. Deze onderwerpenkomen dan ook uitgebreid aan bod. De aspecten bodem, water, landschap encase-study1januari2006hebikhettrekkerschapvanhetprovinciaalverkeers-envervoersplan(pvvp)overgenomenvanmijnvoorganger.hetprocesvanhetopstellenvaneenStrategischemilieubeoordeling(SmB)wastoenalgestart.ikwasonderdeindrukhoeroyalhaskoningineenzeerkortetijdeenuitgebreidemilieubeoordelingopstelde.dealgemeneconclusievandeSmBwasdathettotalemilieueffectvanhetpvvpbeterscoortdandebekekenalternatieven.hetpvvplostweliswaarnietalleknel-puntenop,maarinhetpvvpisweleenoptimaleafwegingopdemilieuaspectengemaakt.metanderewoorden,bijuitvoeringvanhetpvvpwordteenoptimalesituatiebereikt.vooronswasdezeuitkomsteenbevestigingdathetpvvpeenintegraalplanwaswaarindebelangenvanhetmilieugoedwarenmeegenomen.indezelfdeperiodedatdeSmBwerdopgesteldlegdenwijalskernteampvvpdelaatstehandaanhetontwerp-pvvp.datwaseenzeerhectischeperiode.ikhebhetervarenalstweesporendiesamenmoestenkomenindebesluitvormingendeinspraakperiodediedaaropvolgde.voordeSmBgeldttocheeneigenprocesenregelge-ving.ingoedeafstemmingmetonzem.e.r.-co?rdinatorJosvanderWijstzijnwedaaruitgekomen.nadeinspraakperiodeisindezomervakantiedeSmBvoorgelegdaandecommissiem.e.r.detussentijdsevragendiedecommissiehadoverdeSmBverbaasdenons.devragenwarenzeergedetailleerd.Omdathetpvvpeenabstractstrategischmobiliteitsplanisvondikdatmoeilijkteplaatsen.inhetoverlegmetdecommissieconstateerdenwedatditprocesvoorbeidepartijennieuwwas.Wijtrokkenerallemaalonzeleerervaringuit.decommissietenaanzienvanhetabstractieniveauvaneendergelijkplanenwijtenaanzienvanhetmomentdateenSmBzoumoetenplaatsvindeninhetproces.almetalkijkikterugopeenleerzaamtrajecteneengeslaagdeopdracht.volgensplanningishetpvvpendeSmB2novembervastgestelddoorprovincialeStaten.Jeanette de Jong, projectleider PVVP Noord-Brabant.hoofddoelstellingvanhetpvvpishetstrevennaareenduurzamebereikbaarheid.datisgemakkelijkgezegd.maarisonsbeleidookduurzaam?OmdattetoetsenhebbenweeenSmBlatenuitvoeren.daarbijdraaithetomdevraagwatheteffectisvanonsbeleidophetmilieudanwelvanalternatiefbeleid.Uitdezeanalyseblijktdatdewegdiewijhebbengekozenmethetpvvpdebestewegis.inhetpvvphebbenwehetruimtelijkbeleidenhetmobiliteitsbeleidaanelkaargekoppeld.pergebiedpassenweonsmobiliteitsbeleidaan.datisvolstrektnieuwinnederland.Wijvoerenniet??nmobiliteitsbe-leidvoordeheleprovincie,maarafhankelijkvanderuimtelijkegebieds-kenmerkenpassenwehetbeleidaan.Eendunbevolktnatuurgebiedvraagtomeenanderbeleiddaneengroeienddorp.Endatgeldtnatuurlijkhelemaalvoorstedelijkegebieden.OpdiemanierhebbenweBrabantonderverdeeldingebiedsprofielenenperprofielzijndemobiliteitsaccentenanders.inhetlandelijkgebiedzienwedeautoalsdemeestvoordehandliggendeoplossing.datkanquamilieukwaliteit,zegikvoorzichtig.instedenligthetheelanders.daardreigteeninfarct;stedenslibbendichtendeluchtverontreinigingisschrikbarend.daarzijnalternatievenhardnodig.vandaardatweindestadonzeaandachtprimairrichtenophetopenbaarvervoer;enookopfietsenenwandelen.Wewillenoptermijnafvandieenormemassaauto'sdiezicheenwegbaantinhetstedelijkgebied.deinfrastructuurkanhetnietaanenhetmilieuookniet.Eric Janse de Jonge, gedeputeerde voor infrastructuur en mobiliteitcultuurhistorie zijn minder uitgebreid beschreven, aangezien de invloedvan het PVVP op deze aspecten naar verwachting beperkt is. Het belang vaneen scherpe selectie van relevante thema's kan niet genoeg benadruktworden. Dit maakt het gemakkelijker een vergelijking te maken tussen dealternatieven en effici?nt de stap naar de effectbepaling te zetten. Debeoordeling wordt bovendien `scherper' wanneer ze is toegespitst op eenbeperkt aantal kernthema's.conclusieBij de beoordeling van de milieueffecten van alle onderwerpen uit het PVVPis gebleken dat de beleidsvoornemens uit het PVVP beter scoren op demilieuwaarden dan de alternatieven die zijn geformuleerd. Zo blijken hetOV-netwerk Brabantstad en het Kwaliteitsnet Goederenvervoer goede keu-zes te zijn in het PVVP; beter dan de concurrerende extreme alternatievendie zijn beschouwd. In dit opzicht heeft de SMB-exercitie dus niet tot heuseeye-openers geleid, maar veeleer tot de bevestiging dat het PVVP al op degoede weg zat. Dat is ook niet verwonderlijk, aangezien er bij de voorbe-reiding van het PVVP reeds uitgebreid onderzoek verricht was. Uit hetMilieurapport blijkt tevens dat een aantal knelpunten blijft bestaan, metname rond bereikbaarheid en luchtkwaliteit. Door de toename van het aan-tal verplaatsingen zal op een aantal provinciale wegen congestievorming enoverschrijding van de luchtkwaliteits- en geluidsnormen blijven optreden.Daarnaast veroorzaakt de toename van vervoer over het spoor overlast voorde omgeving. Dit betekent dat met de beleidsvoornemens in het PVVP nietalle knelpunten kunnen worden opgelost, maar dat wel de best mogelijkeafweging op de milieuaspecten op dit moment is gemaakt.""""
Reacties