Tegen streekplannen en bestemmingsplannen wordt volop geprocedeerd. Maar vooralsnog gaat daarbij geen aandacht uit naar de plan-m.e.r.’s (SMB’s) die veel van dergelijke plannen tegenwoordig moeten vergezellen. Hoe zou dat komen? Voorts aandacht voor twee ‘kleinere’ zaken met praktische relevantie voor de m.e.r.-praktijk.
TOETS020715OpditmomentishetwachtenopeeneerstezaakinrelatietotSMB(ofplan-m.e.r.).Datditnognietaandeordeisgeweest,kanaanverschillendemogelijkhedenliggen.OferkangeenberoepwordenaangetekendtegendeSMB-plichtigeplannen.OferwordtaltijdaandeSMB-plichtvoldaan.OfdeSMB-rapportenzijnallemaalvanvoortreffelijkekwaliteit.Ofdeinsprekersliggenteslapen.Vanhetlaatstekangeensprakezijn.Allthans,datisnietmijnwaarneminggeziendevelem.e.r.-zakendie w?l voor de rechter komen. Dat alle SMB-rapporten van voortreffelijke kwaliteit zijn, kan ikmeopbasisvanmijneigenm.e.r.-evaringenevenminvoorstellen.Indienbijdegewonem.e.r.-procedureal ongeveer 1/3 deel van de rapporten serieuzegebreken vertoont, zal dat bij SMB-rapporten (enplan-MER'en) niet veel anders liggen. Zeker niet,omdatdaarverplichtetoetsingdoordeCommissievoordem.e.r.slechtstendeleaandeordeis.OokkanikmijnietvoorstellendateraltijdeenSMB-procedurewordtdoorlopenvoorelkplanwaarvoorditinderdaadzoumoeten.Vooralook,omdatdatomeeninschattingvraagtofersprakeisvaneenkaderstellend plan. Over de al dan niet SMB-plichtigheidzouvolgensmij?inprincipe?aardiggeprocedeerdkunnenworden.Maarkennelijkgaatditallemaalnoggoed.Danblijfttochvooralheteerstepuntover:erkannauwelijks tegen SMB-plichtige plannen gepro-cedeerd worden, want die plannen staan slechtsbeperktopenvoorbezwaarenberoep.Ditlijktmijdemeestlogischeverklaring.Maaropstreekplan-en ook bestemmingsplanniveau ? en tegen dieplannenwordtsteviggeprocedeerd?zoudeSMB/plan-m.e.r.-vraagzekeraandeordekunnenkomen.Misschienisersprakevanstiltevoordestorm.Wezullenzien.Voor het overige zijn er op dit moment geenspraakmakendeuitsprakenvanderechteraandeorde, zoals we die in het recente verleden metLinderveldenLeeuwarden-Zuidhebbengekend.Ikhebtweekleinerem.e.r.-zakenkunnenvinden,dierelevantzijnvoordem.e.r.-praktijk.Windturbinepark KoegorspolderIn de Koegorspolder, bij de Zeeuwse gemeenteTerneuzen, zal een windturbinepark wordenaangelegdbestaandeuit22windmolensmeteenmasthoogte van 80 meter en een tiphoogte van120 meter. Het gezamenlijk vermogen van dewindmolensbedraagt44MW.Appellantenbetogendatderechtbanktenonrechteheeft overwogen dat het college van B&W vanTerneuzenheeftkunnenvolstaanmethetMER"BedrijventerreinKoegorspolder"van1november2002. In dat MER werd het windmolenpark nietbeschouwd als activiteit op zich, maar als eenbedrijfsactiviteitdiedeelzougaanuitmakenvanhettotaalvanbedrijfsactiviteitenindeKoegorspolder.Maar,zobetoogtdeAfdelingbestuursrechtspraak,datMERisnaaraanleidingvanopmerkingendoorde Commissie voor de m.e.r. aangevuld. Die aan-vullingophetMERisvan20januari2004.TevensheeftdeCommissiegeoordeelddatdoorhetMERenhetaanvullenderapporttenaanzienvanhetwind-turbineparkvoldoendeinformatiebeschikbaaris.OokdeAfdelingvindtdaterinditgevalgeennieuwMER gemaakt had hoeven worden. Dat er geeninhoudelijkprobleemis,leidtdeAfdelingbestuurs-rechtspraakmetnameafuithetgeendeCommissiem.e.r.heeftgeoordeeldendat het adviesvan deCommissie door de appellanten niet wordt be-streden.Hetisvolgensmijnuslechtseenkwestievantijd,voordatappellantenconcreetadviezenvandeCommissiegaanbestrijden.Datkaninteressanteinhoudelijkeoverwegingenopleverenintoekomstigeuitspraken.Varkenshouderij te FlevolandIneenzoveelstevarkenshouderijzaakwordtdoordeStichting Wakker Dier gesteld dat het MER nietvoldoetaandedaaraantestelleneisen.Eristenonrechtegeenluchtwasservoordegeheleinstallatieals MMA onderzocht en de toepassing ervanoverwogen.OoksteltdeStichtingdathetuitgangs-puntvanhetMERonjuistis.WantGSvanFlevolandheefttenonrechtedereedsgerealiseerdeinstallatiealsuitgangspuntgenomen.DaardoorishetMMAonvoldoendeonderzochtenoverwogen,aldusdeStichtingWakkerDier.TotslotheeftGSvanFlevolandtenonrechtenietonderzochtofbinnendebestaandebouwvolumeseentoenamevandeluchtwascapaciteitmogelijkis.Uit de uitspraak blijkt dat er wel gekeken is naarbiologische,chemischeenluchtwassers,maardatdeluchtwasserdaarbijisafgevallen.Welblijkteendeelvan de inrichting op een luchtwasser te wordenaangesloten.De Afdeling constateert dat de milieueffecten vanhetgekozenalternatief,zoalsbeschreveninhetMER,niet onaanvaardbaar zijn. Die conclusie wordt ooknietdoordeStichtingbestreden.Opnieuwherhaaltde Afdeling dat het bevoegd gezag niet h?eft tekiezenvooreenmilieuvriendelijkeralternatief,indiendevoorgenomenactiviteitaanvaardbaaris.VolgensdeAfdelinggeefthetMERgeenaanleidingvoorhetoordeeldatergeenvergunningverleendhadkunnenworden.Behandelde uitspraken:? ABRvS, 21 maart 2007, nr. 200603730/1? ABRvS, 28 februari 2007, nr. 200602651/1Zie: www.raadvanstate.nljurisprudentieSTILTEVOORDESTORM?Tegenstreekplannenenbestemmingsplannenwordtvolopgeprocedeerd.Maarvooralsnoggaatdaarbijgeenaandachtuitnaardeplan-m.e.r.'s(SMB's)dieveelvandergelijkeplannentegenwoordigmoetenvergezellen.Hoezoudatkomen?Voortsaandachtvoortwee`kleinere'zakenmetpraktischerelevantievoordem.e.r.-praktijk.StevenPietersMr.S.Pieters,werkzaambijdeCommissievoordem.e.r.,schreefdezebijdrageoppersoonlijketitel.FOTO:SCX.HU
Reacties