Hoewel er al verschillende artikelen zijn verschenen over het beoordelen van effecten op landschap in de milieueffectrapportage (Bel en Soepboer 2011, de Snoo en Houwen 2011; Planteijd 2012) en er daarnaast een handreiking is van de RCE voor het thema erfgoed uit 2008, is de uniformiteit in de m.e.r.-beoordeling voor landschap en erfgoed nog steeds geen feit. Er is verschil in methodiek, maar ook in terminologie. Met name het gebruik van verschillende definities en begrippen leidt ertoe dat de deskundigen zoals landschapsarchitecten, m.e.r.-schrijvers en erfgoedspecialisten, moeite hebben elkaar onderling te verstaan. Er is geen gedeeld vocabulaire. Als dat al problemen geeft, hoe moet het dan met initiatiefnemers of het brede publiek? Zorgt de spraakverwarring er ook niet voor dat landschap en erfgoed het onderspit delven tegen de hardere milieuthema’s? Het is een hele opgave om als werkveld tot meer uniformiteit te komen. In dit artikel wordt de eerste stap genomen om tot een gemeenschappelijk en objectief vocabulaire voor het werkveld te komen.
TOETS011322landschapDE AUTEUrsWelmoed Soepboer (0570 697714, w.soepboer@witteveenbos.nl) isadviseur m.e.r. en landschap & cultuurhistorie bij Witteveen+Bos.Diederik Bel (0570 697118, d.bel@witteveenbos.nl) is sectorhoofdmilieu, klimaat en energie bij Witteveen+Bos.GEmEEnSchappElijkvOcabulairEnOdiGunifOrmbEOOrdElEnlandSchapEnErfGOEdhoeweleralverschillendeartikelenzijnverschenenoverhetbeoordelenvaneffectenoplandschapindemilieueffectrapportage(belenSoepboer2011,deSnooenhouwen2011;planteijd2012)enerdaarnaasteenhandreikingisvandercEvoorhetthemaerfgoeduit2008,isdeuniformiteitindem.e.r.-beoordelingvoorlandschapenerfgoednogsteedsgeenfeit.Erisverschilinmethodiek,maarookinterminologie.metnamehetgebruikvanverschillendedefinitiesenbegrippenleidtertoedatdedeskundigenzoalslandschapsarchitecten,m.e.r.-schrijversenerfgoedspecialisten,moeitehebbenelkaaronderlingteverstaan.Erisgeengedeeldvocabulaire.alsdatalproblemengeeft,hoemoethetdanmetinitiatiefnemersofhetbredepubliek?Zorgtdespraakverwarringerooknietvoordatlandschapenerfgoedhetonderspitdelventegendeharderemilieuthema's?hetiseenheleopgaveomalswerkveldtotmeeruniformiteittekomen.inditartikelwordtdeeerstestapgenomenomtoteengemeenschappelijkenobjectiefvocabulairevoorhetwerkveldtekomen.WelmoedSoepboerendiederikbelOm ons betoog te ondersteunen, lichten we eerst twee be-staande methodes kort toe. In 2008 heeft de RCE de Hand-reiking cultuurhistorie en erfgoed in m.e.r. en MKBA gepu-bliceerd, waarvan in 2009 een leesbare en beknoptesamenvatting is verschenen. Hierin is uitleg gegeven overde sleutelbegrippen voor het waarderen van de referentiesituatie en hetbepalen van effecten. Voor de in 2011 beschreven methode voor landschapis gebruik gemaakt van dezelfde objectieve sleutelbegrippen. Doel wasTOETS011323een historische gebeurtenis en de ouderdom. De operationalisering is in deHandreiking cultuurhistorie en erfgoed in m.e.r. en MKBA en in het artikelin Toets 1/2011 specifieker uitgewerkt per discipline.Bij de waardering van de referentiesituatie kan men via de checklist vanwaarderingscriteria - immers zo is de lijst bedoeld - specificeren waar dewaarde in een gebied nu met name door bepaald wordt. Hieruit volgt danook welke effecten van een plan het meest bepalend zijn per discipline. Alsbijvoorbeeld samenhang het meest bepalend is, dan is doorsnijding van diesamenhang een potentieel belangrijk effect. Als zichtbaarheid het belang-rijkste is, dan is visuele verstoring daarbij een belangrijke afweging. Kort-om, als je weet wat de waarde het meest bepaalt, weet je ook op welkeeffecten je als onderzoeker moet richten (ingreep-effect-relaties).Casus AfsluitdijkTer illustratie van de methode en de begrippen, wordt hier als vinger-oefening ingegaan op de versterking van de Afsluitdijk, deels gebaseerd opde analyse en alternatieven zoals deze in 2011 zijn gepubliceerd in hetplanMER. Het idee is niet om hier kritiek op te uiten, maar juist om in tegaan op een object en een omgeving die iedereen in Nederland kent.Bij de waardestelling voor de landschapstructuur van de Afsluitdijk is ge-bleken dat de waarde met name door de beleefde en inhoudelijke kwalitei-ten wordt bepaald. Sterk van belang voor de hoge waardering zijn:- de dominante vorm als structuur en functie van de dijk in contrast metomgeving;- de grote samenhang tussen vorm en functie en tussen het geheel en delosse elementen.Bij de beoordeling is met name met deze kenmerken rekening gehouden.Kortom, de Afsluitdijk staat voor een sterke beleving en voor het icoon vanDisciplinesLandschapstype en -structuurRuimtelijk-visuele kenmerkenAardkundige waarden envormenHistorische geografieHistorische (steden) bouwkundeArcheologieKwaliteitenBeleefde kwaliteitFysieke kwaliteitInhoudelijke kwaliteitWaarderingscriteria (checklist)zichtbaarheidherinneringswaardeherkenbaarheidgaafheidconserveringvervangbaarheidsamenhangrepresentativiteitzeldzaamheidinformatiewaardewaarneembaar, relatie omgeving(passendheid), diversiteitverbonden met historische gebeurtenis,ouderdom, symboliekidentiteit, herkenbaar, aanwezigheidbeelddragersintact, compleet, authentiekconservering, evenwicht abiotisch systeem,bouwkundige staatvervangbaartussen lijn,elementen,patronen,grotere eenheid,context,interieur/exterieur,vorm-functie,..kenmerkend voor gebied, periode, bouwstijl,activiteit, proces, ..aantal vergelijkbare voorkomens uit dezelfdeperiode binnen de regiobetekenis voor de wetenschap,afleesbaarheidgenese,afleesbaarheid culturele ontwikkelingen,..enerzijds om een gezamenlijke taal te ontwikkelen om daarmee de land-schappelijke en erfgoedwaarden te duiden en anderzijds om ingreep-effect-relaties preciezer te beschrijven. Achterliggend doel was om daar-mee tot meer onderscheidende effecten te komen.Methodiek checklist waarderingscriteriaDe referentiesituatie wordt, voor zover aan de orde, in principe voor zes(sub)disciplines beschreven: (fysisch-geografisch) landschapstype en -struc-tuur, ruimtelijk-visuele kenmerken (openheid, zichtlijnen), aardkundigevormen en gebieden, historische geografie, historische (steden)bouw enarcheologie. De disciplines worden apart beschreven en beoordeeld, omdateffecten van een plan per discipline anders kunnen uitpakken. Het komt inbepaalde gebieden wel voor dat landschapsstructuur en ruimtelijk-visuelekenmerken of historische geografie zeer veel overeenkomsten hebben. Hetis dan zaak hier praktisch mee om te gaan, eventueel samen te voegen ofwellicht te betogen dat dit een stapeling van waarden is.De disciplines kunnen elk door drie kwaliteiten beschreven worden:? Beleefde kwaliteit: hoe zichtbaar of herkenbaar is het en hoe sterk her-innert het aan een bepaalde historische gebeurtenis?? Fysieke kwaliteit: hoe gaaf of geconserveerd is het?? Inhoudelijke kwaliteit: is het zeldzaam, wat is de informatiewaarde,wat is de samenhang, hoe representatief is het?De samenhang tussen de disciplines en de kwaliteiten zijn weergeven infiguur 1. Hier is nog een extra dimensie aan toegevoegd, namelijk die vande waarderingscriteria. De beleefde kwaliteit kent bijvoorbeeld drie waar-deringscriteria: zichtbaarheid, herkenbaarheid en herinnerbaarheid. Infiguur 1 is ook de operationalisering van de criteria opgenomen. Zo wordtherinnerbaarheid gewaardeerd aan de hand van de verbondenheid metFiguur 1. Relatie tussen sleutelbegrippen.TOETS011324landschapTabel 1. Relatie tussen sleutelbegrippen.Kwaliteiten Criteria Operationalisering Waarde`Beleefde kwaliteit'(vanuit verschillendeperspectievenbenaderbaar: auto,wandelaar, schipperof landrot.)Zichtbaarheid- dijk als vorm overal dominant zichtbaar (zelfs van-uit de ruimte)- contrast dijk - water- grootte / lengte- zichtbaarheid IJsselmeer en beperkte zichtbaar-heid Waddenzee (auto)- leegte / openheid- begrenzing openheid door dijk- sluis als poorten / ori?ntatie- monument / loopbrug als ori?ntatiepunt (midden)Zeer hoogHerkenbaarheidranke, harde rechte lijnhelder eenduidig profielcontinu?teit en lengtedijk grenst aan zeewaterFysieke kwaliteitGaafheid Alle authentiek elementen nog aanwezig en intactMatig tot hoogConserveringVervangbaarheidConservering is matig (doel studie)Structuur in hoge mate vervangbaarInhoudelijke kwaliteitZeldzaamheid Alleen deltawerken vergelijkbaar in NLZeer HoogInformatiewaardeWerkverschaffing/crisis jaren 30 en waterbouwkun-dig denken (inpolderen)Samenhangend-heidVorm (dijk) en functie (waterkeren) hangen sterksamen door water aan de dijkSamenhang tussen zee-dijk, dijk-sluis en dijk-landRepresentativiteit Visie afsluiten zeegaten en inpolderingkern 2100-Robuust (21R) WaddenWerken (WW)Basisprincipe veiligheid Voldoende hoogte en breedteVoldoende hoogte en breedte doorzandnok; tuimeldijk verflauwd tot 1 :3Hoogte boven NAP + 10 m Dijk: +7 ,5 m; Zandnok: + 4 ,25 mBreedte 120 m (profiel met ca 30 m verbreed) Dijk: 90 m; Zandnok: 150 mSchutsluizen en spuien nieuwbouw nieuwbouwAutosnelweg2x2 rijstroken verbreed enverschoven richting IJsselmeer2x2 rijstroken op huidige locatieFietspad Waddenkant Op de zandnokAanvullende werken naast de dijk Geen ZandnokTabel 3. Effecten en beoordeling landschapstructuur. Dubbele waarderingstekens geven een volledige verandering weer (--/++), een enkel waarderingstekengeeft een beperkte verandering aan (-/+). Bij geen effecten is een neutrale beoordeling (0) gegeven.Tabel 2. Kenmerkende dimensies en elementen.2100-R Waddenwerken (WW)BeleefdekwaliteitDe zichtbaarheid van de hogere en bredere dijk(+, vanaf het land en vanaf de wateren) en vanafde dijk verbetert (+, er komt een fietspad). Deherkenbaarheid neemt licht af (-), met name doorde minder duidelijke poortfunctie van de sluizen(de verstoring bij de sluizen wordt breder) en decontinu?teit van de lange lege dijk (het wordt vi-sueel drukker aan het begin en het eind). Hierbijis er geen effect op de herkenbaarheid van dedominante, strakke en slanke lijn van de Afsluit-dijk en het contrast tussen water-dijk-water (0).Er is een positief effect voor de zichtbaarheidvanaf de dijk (+, fietspad op zandnok), maar hetzicht vanaf de Waddenzee op de bestaande Af-sluitdijk wordt totaal in beslag genomen door denieuwe zandnok (-). De zichtbaarheid vanaf hetland en vanaf het IJsselmeer verandert niet (0).Het effect van de nieuwe sluizen op de herken-baarheid is vergelijkbaar met die optreden bij al-ternatief 2100-R (-). Maar de verbreding met dezandnok zorgt voor het verdwijnen van de domi-nante slanke, strakke lijn (--) en verdwijnt ook hetcontrast tussen water-dijk-water (--).Inhoude-lijkekwaliteitDe aanleg van de nieuwe sluizen be?nvloedt desamenhang van de bestaande elementen (-).Maar de samenhang wat betreft vorm en functieblijft bestaan (0), het blijft immers een waterke-ring. Ook blijft het een symbool van de visie voorhet afsluiten van zeegaten en het grootschaligeinpolderen (0).De aanleg van de nieuwe sluizen be?nvloedt desamenhang van de bestaande elementen (-). Desamenhang tussen vorm en functie verandertdoor de aanleg van de zandnok. De Afsluitdijk isminder een waterkering (--). De dijk blijft eensymbool voor de visie voor het afsluiten van zee-gaten en het grootschalige inpolderen (0).ToEpAssing op DE AfslUiTDijkDe Afsluitdijk is een enkele landschapsstructuur diehierinzijngeheelbeschouwdwordt,daaromvallendekwaliteiten van landschapstype en -structuur en deruimtelijk visuele kenmerken (openheid, zichtrelaties,ori?ntatie)inditgevalgrotendeelssamen.Normaalge-sproken zou hier verder ingegaan worden op de aard-kundige waarden en de drie erfgoeddisciplines. Voorhistorische bouwkunde en archeologie zijn al veelwaarden bekend. Met name voor de historisch-geo-grafische kenmerken is een aanvullende waardestel-ling voor de hand liggend. Uit analyse bleek dat in ditgeval de historische-geografische kenmerken veelalovereenkomen met de kenmerken van de landschaps-structuur. Voor dit artikel is daarom alleen de land-schapsstructuur van de Afsluitdijk in ogenschouwgenomen. In tabel 1 is voor de landschapsstructuuraangegeven wat de waarde is per beleefde, fysieke eninhoudelijke kwaliteit. In de tabellen is elk objectiefwaarderingscriterium (zichtbaarheid, herkenbaarheid)geanalyseerd.Vervolgenszijnweaandehandvanope-rationaliseringtoteenwaardestellingvoordedriekwa-liteiten gekomen.AlTErnATiEvEnUit de Plan-MER Toekomst Afsluitdijk zijn twee on-derscheidende alternatieven gekozen. Dit zijn 2100-Robuust (21R), een traditionele dijkverhoging metaanleg van een buitenberm. Het tweede alternatiefis WaddenWerken (WW): tussen de Afsluitdijk en dezee wordt een zandnok aangelegd, een breed zand-lichaam afgedekt met klei en gras. De Afsluitdijkbehoudt hierbij haar huidige profiel. De kenmerkenvan de alternatieven zijn weergegeven in tabel 2.EffEcTEnDe alternatieven zullen de huidige waarden voor land-schapbe?nvloeden.Eenveranderingkanleidentoteenafname van de (zeer) hoge kwaliteit. Naarmate de af-name groter is, is de ernst van het effect groter. Daar-naast kunnen huidige waarden worden versterkt (her-stel)enkunnennieuwe(21e-eeuwse)waardenwordentoegevoegd. In tabel 3 is de effectenbeoordeling ge-geven, uitgewerkt op het niveau van de waarderings-criteria.Wat betreft de landschapsstructuur zijn de ef-fecten van WW in negatieve zin groter dan die van21R.MetnamedeeffectenvandeaanlegvandebredezandnokopdeherkenbaarheidvandeAfsluitdijkendesamenhang tussen vorm en functie van de Afsluitdijkzijn negatief. 21R heeft geen grote effecten op de be-leefde en inhoudelijke kwaliteit van de landschaps-structuur.TOETS011325ConclusieDe toepassing op de casus Afsluitdijk bevestigt dat de methode ook snel endoeltreffend tot resultaat kan leiden en met veel minder criteria (en dusminder onderzoek). Als het resultaat voor de subdiscipline landschaps-structuur vergeleken wordt met het thema `ruimtelijke kwaliteit' uit hetplanMER dan leiden de beoordelingen niet tot andere conclusies. De crite-ria uit het planMER zijn:?Be?nvloeding van waterpanorama en waterlandschappen.?Be?nvloeding van het dijkperspectief.?Be?nvloeding van het waterlandschap.?Effecten op monumenten.?Potenties voor nieuwe ruimtelijke kwaliteit.Door de waarderingcriteria te gebruiken als checklist, is de essentie snelgevonden: wat is nu bepalend voor de waarde? Dit levert inzicht op in dieelementen die de waarden het meest be?nvloeden. Zo bleek `de dominantevorm van de rechte lijn die zichtbaar is vanuit de ruimte', dominant. Dit be-tekent dat het alternatief WW, hoewel er geen fysieke ingrepen aan de Af-sluitdijk plaatsvinden, toch negatiever beoordeeld kon worden vanwege deeffecten op de beleving en de inhoudelijke kwaliteit.Het gebruik van de objectieve waarderingscriteria vergroot het belang van dethema's landschap en erfgoed in planstudies en projecten. In dit artikel roepende auteurs daarom de specialisten in de m.e.r.-praktijk op om bij te dragen aaneen gemeenschappelijk en objectief vocabulaire voor het werkveld.het waterstaatsdenken van de jaren 30. De toepassing op de casus Afsluit-dijk bevestigt dat de methode ook snel en doeltreffend tot resultaat kanleiden. Door het analyseren van de huidige situatie vanuit de beleefde, fy-sieke en inhoudelijke kwaliteit wordt duidelijk wat de belangrijkste waar-den zijn en waar effecten precies op aangrijpen. Zo bleek het profiel van deAfsluitdijk dus minder van belang dan de dominante vorm van de rechtelijn die zichtbaar is vanuit de ruimte. Op basis van de informatie voorhan-den nam de hele analyse niet meer dan een uur in beslag.Vanwege de makkelijke toepasbaarheid en de duidelijke relatie met deeffectenanalyse en beoordeling vormt de checklist van waarderingscriteriaeen goed uitgangspunt voor een gedeeld begrippenkader (vocabulaire). Alseenmaal een uniform vocabulaire is opgesteld, dan is de grootste hobbelvoor de uniforme effectenbeoordeling voor landschap en erfgoed geno-men. Tevens valt dit door bestuurders veel beter te communiceren. Dedominantie van de structuur, de werking van de dijk en het ensemble ende effecten daarop, zijn voor iedereen herkenbaar, zonder dat de doorwer-king naar de achterliggende disciplines toegelicht hoeft te worden.rEfErEnTiEs:? RACM en Projectbureau Belvedere (2008). Handreiking Cultuurhistorie inm.e.r. en MKBA. Uitgevoerd door Witteveen+Bos.? Rijkswaterstaat (2011). Plan-MER Toekomst Afsluitdijk. Uitgevoerd doorGrontmij.? Snoo, M., de en M. Houwen (2011). De Rotterdamse Praktijk - landschap inhet MER. Toets 2/2011.? Planteijdt, R. (2012). Landschap bij de buren - Waardering landschap in m.e.r.Toets 3/2012.? Bel, D. en W. Soepboer. De waarde van landschap - Een objectieve effect-rapportage voor landschap. Toets 1/2011.conclUsiEs in hET plAnMErDe conclusies geven een beeld van de belangrijkste ruimtelijke en cultuur-historische waarden van de Afsluitdijk:- De Afsluitdijk heeft een grote functionaliteit met een sterke samenhang tus-sen dijk en elementen en de elementen onderling. Tot nu toe zijn er geen in-grijpende ruimtelijke veranderingen aan de dijk geweest.- DeAfsluitdijk is een rechte streep door het (direct aanliggende) water met eensterke continu?teit over de gehele lengte.- DeAfsluitdijk is gelegen in een grootschalige openheid die maximale belevingvan de dijk en de natuurelementen mogelijk maakt. Het is een visuele bele-ving. Deze openheid kent twee verschillende waterlandschappen die aanbeide zijden van de Afsluitdijk door twee ruimtelijk verschillende kusten wor-den afgebakend.- De Afsluitdijk is formeel als geheel geen monument maar wel een monumen-taal geheel. Op de dijk bevinden zich een beschermd dorpsgezicht en eenrelatief groot aantal Rijksmonumenten.
Reacties