Tussen 2008 en 2013 heeft Havenbedrijf Rotterdam de eerste fase van Maasvlakte 2 aangelegd. De nieuwe haven is een grootschalige landaanwinning in de Voordelta en beslaat zo’n 2,5% van dit Natura 2000-gebied. Zowel de aanleg als de aanwezigheid van de haven heeft volgens het MER effecten op aanwezige dier- en plantensoorten. De verschillende compenserende en mitigerende maatregelen die in de vergunningen voor Maasvlakte 2 zijn opgenomen, zijn vanaf 2008 geïmplementeerd. De effectiviteit van deze maatregelen is in 2013 tussentijds geëvalueerd. In 2018 is een formele evaluatie voorzien van PKB Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Een overzicht van de belangrijkste resultaten tot nu toe.
TOETS011526Natura 2000DE AUTEUrSCarrie de Wilde (06-46258105, carrie.de.wilde@rws.nl) is communicatieadvi-seur, Mennobart van Eerden (06-23227682, mennobart.van.eerden@rws.nl)is projectleider MEP Natuurcompensatie Voordelta, Ad Stolk (ad.stolk@rws.nl) is projectleider MEP Aanleg Zandwinning, Dick Visser (06-22215820, dick.visser@rws.nl) is projectleider MEP Aanleg-landaanwinning, Fred Wagemaker(06-53245552, fred.wagemaker02@rws.nl) is co?rdinator Tweede Maasvlakte,Kees Borst (06-55716679, kees.borst@rws.nl) is co?rdinator monitoring enrapportages en Hans Janssen (06-51034832, hans.janssen@rws.nl) is specialis-tisch adviseur, allen werkzaam bij Rijkswaterstaat.VOOrdElTanaaanlEgMaaSVlakTE2 Tussen2008en2013heeftHavenbedrijfrotterdamdeeerstefasevanMaasvlakte2aangelegd.denieuwehaveniseengrootschaligelandaanwinningindeVoordeltaenbeslaatzo'n2,5%vanditnatura2000-gebied.ZoweldeaanlegalsdeaanwezigheidvandehavenheeftvolgenshetMEreffectenopaanwezigedier-enplantensoorten.deverschillendecompenserendeenmitigerendemaatregelendieindevergunningenvoorMaasvlakte2zijnopgenomen,zijnvanaf2008ge?mplementeerd.deeffectiviteitvandezemaatregelenisin2013tussentijdsge?valueerd.In2018iseenformeleevaluatievoorzienvanPkBProjectMainportontwik-kelingrotterdam.Eenoverzichtvandebelangrijksteresultatentotnutoe.CarriedeWilde,MennobartvanEerden,adStolk,dickVisser,FredWagemaker,keesBorstenHansJanssenHet proces van onderzoek, monitoring en evaluatie is uniekwat betreft omvang, tijdsspanne en bestuurlijke complexi-teit. Publieke en private partijen werken samen vanuit huneigen rol en ook de dialoog met de belangenorganisaties isin het proces meegenomen. In dit artikel komen de belang-rijkste resultaten van de evaluatie aan bod en geven we inzicht in de sa-menwerking.Verschillende maatregelenDe negatieve effecten van de aanleg en aanwezigheid van Maasvlakte 2voor natuur, zijn met verschillende maatregelen gecompenseerd en gemi-tigeerd. Het MER Aanleg en de Passende Beoordeling hebben een wezen-lijke rol gespeeld bij het formuleren van de mitigerende en compenseren-de maatregelen. Een belangrijk onderdeel van de maatregelen is hetinstellen van een bodembeschermingsgebied in de Voordelta met daarbin-nen rustgebieden voor vogels. Daarnaast is er in 2009 een nieuw duinge-bied, Spanjaards Duin, gerealiseerd bij 's-Gravenzande. Dit is er om destikstofdepositie die na ingebruikname van Maasvlakte 2 toeneemt, tecompenseren. Ook zijn diverse maatregelen genomen om de effecten van deaanleg te compenseren en mitigeren.Monitoring en evaluatieOm de effectiviteit van deze genomen stappen te monitoren, zijn drie Mo-nitoring- en evaluatieprogramma's (MEP) opgesteld en uitgevoerd: voorAanleg, voor Natuurcompensatie Voordelta en voor Duinen (fig. 1). Demonitoring wordt in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd door een grootEValuaTIEMOnITOrIngSrESulTaTEnVOOrnaTuurCOMPEnSaTIEVErlEnEn VAn VErgUnningEnIn het MER en de Passende Beoordeling zijn de verwachte tijdelijke en blijvendeeffecten aangegeven.Vergunningen zijn verleend op grond van de Natuurbescher-mingswet 1998 (EZ),Wet beheer rijkswaterstaatswerken (RWS),Ontgrondingenwet(RWS), en de Wet droogmakerijen en indijkingen 1904 (RWS). In de verleende ver-gunningen zijn voor deze effecten verschillende mitigerende en compenserendemaatregelen opgenomen. Om de daadwerkelijke optredende effecten met de voor-spelde effecten te kunnen vergelijken en om de effectiviteit van deze maatregelente kunnen beoordelen,zijn uitgebreide monitoringsprogramma's opgezet voor aan-leg en natuurcompensatie in deVoordelta en in de bestaande en nieuwe duinen.Dein 2013 uitgevoerde (tussen)evaluaties in het kader van de Monitoring- en evalua-tieprogramma's zijn gepubliceerd op de website van de Rijksoverheid, onder denaam `Kennisgeving MEP evaluaties 2013Aanleg en NCV'.TOETS011527Uitvoeringmonitoring:HBR,RWSBevoegdgezag:RWS,Min.EZUitvoeringmonitoring:RWSBevoegdgezag:Min.EZUitvoeringmonitoring:RWSBevoegdgezag:GemeenteRotterdam,Prov.ZHUitvoeringmonitoring:DCMRBevoegdgezag:GemeenteRotterdamUitvoeringmonitoring:DCMRBevoegdgezag:Min.I&MUitvoeringmonitoring:DCMRBevoegdgezag:Prov.ZHGemeenteAlbrandswaardUitvoeringmonitoring:div.Bevoegdgezag:Min.I&Mconsortium aan onderzoeksinstellingen. Rijkswa-terstaat (bevoegd gezag voor aanleg) en het minis-terie van Economische Zaken (bevoegd gezag voornatuurcompensatie) hebben een tussentijdse,niet-verplichte evaluatie van de monitoring uitge-voerd. Op basis van de uitkomsten kunnen indiennodig monitoring, maatregelen en/of vergun-ningsvoorwaarden worden bijgesteld. Hieronderwordt ingegaan op de resultaten uit de tussentijd-se evaluatie van de Natuurcompensatie Voordeltaen van de Aanleg. Een evaluatie van MEP Duinenis niet aan de orde omdat er tot 2014 nog geensprake was van gebruik van Maasvlakte 2.Natuurcompensatie VoordeltaIn de Voordelta is een circa 25.000 ha. grootbodembeschermingsgebied ingesteld om het ver-lies aan Habitattype 1110 (permanent overspoel-de zandbanken) te compenseren. Dit gebied istien keer zo groot als het totale oppervlak van denieuwe haven. De zware, bodemberoerendeboomkorvisserij is hier verboden. Het doel vanhet bodembeschermingsgebied is om de kwali-teit van het bodemleven met 10% te laten toene-men. Hiermee kan het verlies aan areaal H1110Luchtfoto van Maasvlakte 2, juli 2014.havenbedrijfrotterdam,aeroview2014Figuur 1. Organisatiestructuur van vergunningverlening, monitoring en evaluatie.PMRLandaanwinning en natuurcompensatie LeefbaarheidsprojectenMEP Aanleg MEP NCV MEP Duinen MEP BestemmingBesluiten-concessie-ontgronding-vg-WBR-Waterwet-vg-Nbwet-vgBesluiten-Beheerplan-VD-toegangsbeperkendbslBesluiten-Nbwet-vg-BestemplanBesluiten-BestemplanMV2IR BRG IR 750 ha MEP PKBBesluiten-nvtBesluiten-BestemplanBesluiten-PKBMEP-evaluatie 2013PKB-evaluatie en MEP-evaluatie 2018TOETS011528Natura 2000door de aanwezigheid van Maasvlakte 2, worden gecompenseerd. Binnenhet bodembeschermingsgebied zijn ook rustgebieden voor vogels inge-steld.RustgebiedenDe rustgebieden mogen niet worden verstoord door bijvoorbeeld recrean-ten of scheepvaart. Ze zijn bedoeld voor de grote stern, visdief en zwartezee-eend. De bescherming van deze gebieden is juridisch verankerd in toe-gangsbeperkingsbesluiten en het Natura 2000-beheerplan Voordelta. Derustgebieden voor vogels kunnen nog worden geoptimaliseerd wat betrefthet voork?men van verstoring. Gebieden in de vorm van droogvallendeplaten worden gebruikt door de grote stern en de visdief en leveren daar-mee een bijdrage aan het behoud van de draagkracht van de natuur in deVoordelta. De autonome toename van recreatie, in het bijzonder van kite-surfers, zorgt voor een toegenomen verstoring van een deel van de rustge-bieden. In het nieuwe beheerplan Voordelta 2015-2021 zijn daarom de tehandhaven verstoringsafstanden tot de rustgebieden vergroot, opstaploca-ties voor kitesurfers aangepast en grenzen van de afgebakende gebiedeneenduidiger gemaakt.De ingestelde rustgebieden op het open water worden niet of nauwelijksdoor de zwarte zee-eend gebruikt. Het blijkt dat zee-eenden ook hun voed-sel zoeken in de gebieden waar ze rusten. Daarnaast zijn ze erg gevoeligvoor verstoring, wat voor deze soort eisen stelt aan het gebied.Door monitoring is er nu voldoende kennis om de ligging en omvang vande rustgebieden te optimaliseren. Dat gebeurt op basis van de aanwezig-DUiDElijkE TAAkVErDElingAan de vergunningverlening, uitvoering van compenserende maatregelenen monitoring van effecten van Maasvlakte 2 werken de volgende partijenmee: Rijkswaterstaat, ministerie van Economische Zaken, gemeente Rot-terdam, DCMR, provincie Zuid-Holland en Havenbedrijf Rotterdam. Voorafis nauwkeurig afgestemd wat de benodigde kennis is om de effectiviteitvan de compensatiemaatregelen te kunnen beoordelen. Ook is een goeduitgedachte rapportagestructuur opgezet. Er is ge?nvesteerd in de onder-linge relaties en samenwerking om het proces soepel te laten verlopen.Terugkijkend is dat gelukt, al waren er soms ook lastige momenten.Bijzonder is de taakverdeling rondom Natuurcompensatie Voordelta. FredWagemaker, co?rdinator Maasvlakte 2: "Het Havenbedrijf heeft als vergun-ninghouder de verplichting om de compensatiemaatregelen te treffen en temonitoren. Voor de Natuurcompensatie is overeengekomen die taak na-mens het Rijk neer te leggen bij Rijkswaterstaat. Dit is vastgelegd in deuitwerkingsovereenkomst. Het ministerie van Economische Zaken heeft hetbodembeschermingsgebied en rustgebieden ingesteld en Rijkswaterstaatdoet het beheer in de Voordelta en heeft de duincompensatie aangelegd.Rijkswaterstaat heeft ook het onderzoek, monitoring en evaluatie verzorgd.Dit heeft doorgaans goed gewerkt, maar het leidde soms ook tot discussiesover verantwoordelijkheden. Mijn beeld is dat het van groot belang is omde rol van bevoegd gezag en initiatiefnemer zuiver te houden."Natuurcompensatie voor Maasvlakte 2.TOETS011529heid van voldoende en voor de eenden beschikbaar voedsel (schelpdieren) engedetailleerde kennis over het ruimtegebruik van de verschillende verstorings-bronnen op het water (met name kitesurfers en visserij). De ligging van de gebie-den zal in overleg met verschillende stakeholders worden aangepast en opgeno-men in het nieuwe beheerplan voor de Voordelta. Geconstateerd kan wordendat de monitoring ook onbedoelde, maar bruikbare inzichten levert in de ef-fecten van autonome ontwikkelingen die losstaan van Maasvlakte 2.Kwaliteit niet achteruit gegaanUit de tussentijdse evaluatie blijkt dat de kwaliteit van de Voordelta alsgeheel niet achteruit is gegaan door de aanleg en aanwezigheid van Maas-vlakte 2. Er zijn echter nog geen conclusies mogelijk over de voorspeldetoename van ecologische kwaliteit van het ingestelde bodembescher-mingsgebied. Dit komt door een sterke autonome afname van de boom-korvisserij in het gehele gebied, dus ook buiten het bodembeschermings-gebied. Daardoor is de vergelijking tussen gebieden voor en na het instellenvan de maatregel moeilijker geworden. De monitoring biedt daarnaast in-zicht in de effecten van autonome ontwikkelingen zoals de effecten vankitesurfen. "Een tussentijdse evaluatie geeft de mogelijkheid om de moni-toring en/of maatregelen waar nodig bij te stellen", legt projectleider Men-nobart van Eerden uit. "We delen voortgang steeds met de stakeholders inde Voordelta en overleggen met hen over effectiviteit en eventuele aanpas-singen van de maatregelen." Aan het overleg nemen natuur- en milieuor-ganisaties, visserij, kitesurfers en andere recreatie-organisaties deel. "Dooropen en transparant te zijn en steeds de dialoog te zoeken, komen we sa-men tot een (goede) oplossing, ook al is dat soms lastig met conflicterendebelangen. Het mooie is dat we uiteindelijk altijd het gedeelde belang vin-den: een in economisch, ecologisch en recreatief opzicht gezonde Voor-delta voor mens en natuur. We hopen over vijf jaar een gedegen uitspraakte kunnen doen over de effectiviteit van de getroffen maatregelen.""Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat kennis die we inmiddels in de Voor-delta hebben opgedaan over onderzoek, monitoring en evaluatie, eenvoorbeeld kan zijn voor vergelijkbare situaties elders op de Noordzee of inandere complexe N2000-gebieden waar verschillende belangen spelen.Dat geldt zeker ook voor de manier waarop we de interactie met de stake-holders hebben ingericht", aldus Van Eerden.mennobartvaneerdenmennobartvaneerdenmennobartvaneerdenAan de oude duinvoet zijn tientallen meters nieuw duin aangestoven,plaatselijk met diepe kerven en stuifketels.Garnalenvisser in de Voordelta.Een grote stern vliegt met jonge haring vanuit de Voordelta terug naar de jongen.TOETS011530Effecten van de aanlegOok de effecten van de aanleg zijn uitgebreid in kaart gebracht. Vooraf-gaand aan het besluit tot aanleg is veel onderzoek gedaan naar de te ver-wachten effecten daarvan; zowel de tijdelijke tijdens de aanlegfase, als depermanente effecten van bijvoorbeeld de diepe zandwinputten.In het kader van het MEP Aanleg zijn de werkelijk opgetreden effectenge?valueerd van de aanleg en aanwezigheid van Maasvlakte 2 op het ge-bied van natuur en ecologie, hydromorfologie van de kustzone, scheep-vaart, hoogwaterveiligheid en gebruiksfuncties zoals visserij en recreatie.In de Noordzee is nooit eerder een zodanig uitgebreid wetenschappelijk on-derzoek uitgevoerd naar de effecten van zandwinning op het bodemleven,zowel voor als tijdens de baggerwerkzaamheden. Ad Stolk, projectleiderMEP Aanleg-zandwinning, licht toe: "We willen bijvoorbeeld weten of debodemdieren terugkomen na de zandwinning en hoeveel en welke soorten.Maar ook willen we weten welke invloed het vrijkomende slib heeft op hetecosysteem, hoeveel onderwatergeluid er is en hoe dat moet worden geme-ten. De vraag is vervolgens wat we daaruit kunnen concluderen."Over het algemeen blijken de werkelijk opgetreden effecten overeen tekomen met of zelfs kleiner te zijn dan de voorspellingen in het MER. In hetMER was onder andere een effect voorspeld op het aanwezige bodemlevenen was sprake van toename van zwevend slib. Bij de winning en het aan-brengen van zand ontstaat slibvorming in het water. Een mogelijk gevolghiervan is dat algen minder snel groeien omdat minder licht in het waterdoordringt. Minder algen betekent minder voedsel voor vogels en vissen.Daarom is mede op basis van het MER een zandwinlocatie gekozen waarde concentratie slib in de bodem relatief laag was. Om het effect op hetbodemleven te verkleinen is verder gekozen voor een diepe put met eenrelatief klein bodemoppervlak, in plaats van de gebruikelijke, grote, on-diepe put. Het totale verstoorde bodemoppervlak bleef daardoor beperkt.In 2013, toen de zandwinning was afgerond, is gestart met het monitorenvan de rekolonisatie van bodemleven. Dit onderzoek loopt door tot 2018."Bij het advies over de effecten van de zandwinning hebben we belangen-organisaties geconsulteerd", zegt Stolk. "Hun zorgen zijn vertaald naarrichtlijnen voor het MER. Het ging daarbij onder andere om het effect vanslib en algenbloei en het effect op andere activiteiten in de omgeving. Zozijn we gekomen tot het advies voor een diepe put met relatief klein op-pervlak. Bovendien hebben we bij de locatiekeuze van de zandwinput meelaten wegen welk materiaal toegankelijk zou worden door de zandwin-ning. Onder de gewonnen bodemlaag ligt relatief waardevol beton- enmetselzand dat nu door een volgende zandwinner gemakkelijk kan wor-den gedolven."Positieve samenwerkingOver de samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam is Stolk zeerpositief. "Het havenbedrijf heeft elk half jaar gerapporteerd wat de ge-meten effecten van de aanleg waren. Er is steeds volledige transparantienaar elkaar geweest. Wij hebben ons als bevoegd gezag actief opgestelden meegedacht met het Havenbedrijf, zonder onze rol los te laten. Datheeft geleid tot een soepel proces waarin we elkaar ook op lastige mo-menten konden vinden."Naast de effecten op natuur zijn ook andere effecten grondig onder-zocht. De uitkomst is ook daar dat deze niet of nauwelijks afwijken vanwat vooraf was voorspeld. Waarom is dat zo goed gelukt? "De voorberei-ding is grondig geweest en er zijn in de onderzoeken voor het MER stateof the art modellen gebruikt", volgens Dick Visser, projectleider MEPAanleg-landaanwinning. "Over het ontwerp van de haven en de effectendaarvan is goed nagedacht. Door de ontgronding ten gevolge van deaanwezigheid van Maasvlakte 2 zouden bijvoorbeeld effecten kunnenontstaan op stroming en daarmee op de scheepvaart. Ook de haven zelfzou effect kunnen hebben op de stroming; er is sprake van een uitbouwin zee en nieuwe havenbekkens die met het getij vol- en leegstromen.Mede door goed vooronderzoek en een goed ontwerp, zijn de tijdelijkeen permanente effecten van het aanlegproces van Maasvlakte 2 in hetMER goed voorspeld en daarmee acceptabel gebleven."Natura 2000mennobartvaneerdenSpanjaards Duin, vallei in nieuw aangelegd duin sinds 2009.
Reacties