Het Besluit m.e.r. is ingrijpend gewijzigd. Zie het voorgaande artikel. Maar wat zijn de consequenties voor de m.e.r.-praktijk? De belangrijkste wijziging is het indicatief maken van de drempelwaarden in onderdeel D. Ook voor activiteiten in dit onderdeel die niet voldoen aan de drempelwaarden, moet worden getoetst of sprake kan zijn van mogelijke belangrijke nadelige milieugevolgen. Deze ‘nieuwe’ toets is gedoopt: de vormvrije m.e.r.-beoordeling. Dit artikel gaat in op de inhoud daarvan en beschrijft de impact voor ruimtelijk ordenend Nederland.
TOETS021128NiEuw!VOrmVrijEm.E.r.-bEOOrdEliNgHetbesluitm.e.r.isingrijpendgewijzigd.Ziehetvoorgaandeartikel.maarwatzijndeconsequentiesvoordem.e.r.-praktijk?debelangrijkstewijzigingishetindicatiefmakenvandedrempelwaardeninonderdeeld.Ookvooractiviteiteninditonderdeeldienietvoldoenaandedrempelwaarden,moetwordengetoetstofsprakekanzijnvanmogelijkebelangrijkenadeligemilieugevolgen.deze`nieuwe'toetsisgedoopt:devormvrijem.e.r.-beoordeling.ditartikelgaatinopdeinhouddaarvanenbeschrijftdeimpactvoorruimtelijkordenendNederland.TimArtzenlexruniaNIEUW!de wijziging van het Besluit m.e.r. heeft naar verwachtingduidelijk effect op de m.e.r.-praktijk. De grootste impactwordt verwacht van het indicatief maken van de drempel-waarden van onderdeel D: in de praktijk zal bij nagenoegalle ruimtelijke plannen en besluiten op de ??n of anderemanier m.e.r. een rol spelen. De drempelwaarden zijn gebaseerd op alge-mene, voor Nederland geldende kenmerken van een activiteit en aan-names over mogelijke milieugevolgen. In bepaalde gevallen kan een activi-teitmeteenkleinereomvangweldegelijkbelangrijkenadeligemilieugevolgenhebben, bijvoorbeeld doordat die activiteit in of bij een kwetsbaar gebied isgepland. Zo kan nabij gevoelige gebieden niet worden uitgesloten dat hetbouwen van 1500 woningen (onder de gevalsgrens van 2000 woningen,categorie D11.2) zal leiden tot belangrijke nadelige milieugevolgen. Eenm.e.r. is dan volgens de Europese richtlijn en nu ook volgens de Neder-landse regels, noodzakelijk.Aanleg Noord/Zuidlijn, station Ceintuurbaan.Doordat de drempelwaarden indicatief zijn bestaat geen ondergrens meervoor verplichting om in een besluit aandacht aan m.e.r. te besteden. Vooractiviteiten in onderdeel D moet altijd een beoordeling plaatsvinden ofsprake kan zijn van belangrijke nadelige milieugevolgen. Voor activiteitenmet een omvang groter dan de drempelwaarden blijft dit de m.e.r.-beoorde-ling. Voor activiteiten onder de drempelwaarden geldt de vormvrije m.e.r.-beoordeling. Bij beide gaat het om een beoordeling of "belangrijke nadeligegevolgen voor het milieu" kunnen worden uitgesloten.Altijd aandacht voor m.e.r.De wijziging van het Besluit m.e.r. betekent dat in (nagenoeg) alle ruimte-lijke plannen en besluiten aandacht nodig is voor m.e.r. Dit komt doordat(nagenoeg) alle ruimtelijke plannen activiteiten mogelijk maken die voor-komen op de C- of D-lijst. De vorm waarin aandacht nodig is kan sterk ver-schillen, van een eenvoudige motivering tot een volledige, uitgebreideTOETS021129van onderdeel C. Deze activiteiten leiden tot een uitgebreide (plan)m.e.r.-procedure of een beperkte m.e.r.-procedure. Dit is in het nieuwe Besluitm.e.r. niet gewijzigd. De middelste, oranje, stappen hebben betrekking opactiviteiten van onderdeel D. Als bij deze activiteiten wordt voldaan aan dedrempelwaarden, geldt een m.e.r.-beoordeling (besluiten) dan wel plan-m.e.r. (kaderstellend plan). De vormvrije m.e.r.-beoordeling (paarse stap-pen) is nieuw. Deze geldt voor activiteiten in onderdeel D onder de drem-pelwaarden.Vormvrije m.e.r.-beoordelingInhoudelijk is de vormvrije m.e.r.-beoordeling gelijk aan de m.e.r.-beoorde-ling. Voor beide gelden de criteria van bijlage III van de Europese M.e.r.-richtlijn: kunnen belangrijke nadelige milieugevolgen worden uitgesloten?In genoemde bijlage III staan drie hoofdcriteria centraal:1. de kenmerken van het project;2. de plaats van het project;3. de kenmerken van de potenti?le effecten.De manier waarop de inhoudelijke beoordeling (kunnen belangrijke nade-lige milieugevolgen worden uitgesloten?) moet plaatsvinden is niet gere-geld. De benodigde diepgang hangt af van de aard van de activiteit en vande omgeving waarin de activiteit is gepland. Te verwachten is dat een vorm-vrije m.e.r.-beoordeling over het algemeen minder diepgang en detail-niveau vraagt. Dit geldt met name voor de kleinere plannen of projecten ineen niet-gevoelige omgeving. Inhoudelijk bestaat dus geen verschil tussende m.e.r.-beoordeling en de vormvrije m.e.r.-beoordeling. Procedureel wel:aan de m.e.r.-beoordeling zijn formele procedurestappen gekoppeld, zoalsDE AUTEUrsDrs. Tim Artz (06 20491885, tim.artz@oranjewoud.nl) en dr.ir. LexRunia (0162-487395, lex.runia@oranjewoud.nl) zijn als adviseurs m.e.r.werkzaam bij Ingenieursbureau Oranjewoud. Lex Runia is tevensredacteur van Toets.m.e.r.-procedure. Het gaat om de volgende mogelijkheden:- motiveringsplicht: belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen wordenuitgesloten, te motiveren in (de toelichting bij) het zogenaamde `moeder-besluit' op basis van de vormvrije m.e.r.-beoordeling;- m.e.r.-beoordeling;- plan-m.e.r.;- besluit-m.e.r.Naast deze opties bestaat uiteraard de mogelijkheid dat niets aan m.e.r.hoeft te worden gedaan. Dit geldt uitsluitend als geen activiteiten uit deC- of D-lijst worden mogelijk gemaakt.Nader toegelichtIn de aangepaste Handreiking m.e.r. (www.infomil.nl) is een nieuwe beslis-boom opgenomen met alle procedures die uit het Besluit m.e.r. kunnenvolgen. Bijzondere omstandigheden die tot m.e.r. kunnen leiden ? zoalsprovinciale verordening of passende beoordeling ? zijn niet in het beslis-schema verwerkt.De linkse, blauwe, stappen (zie figuur) zijn van toepassing bij activiteitenTOETS021130NIEUW!ConsequentiesTot 1 april kregen alleen relatief grote projecten m.e.r.-aandacht: metactiviteiten onder de drempelwaarden hoefde immers geen rekeninggehouden te worden. Dit verandert nu ingrijpend. Voor veelvoorkomendeactiviteiten, zoals het bouwen van woningen, kantoorlocaties of de aanpas-sing/uitbreiding van bedrijventerreinen, is aandacht voor m.e.r. altijdnodig. Het aantal projecten dat met m.e.r. (via de vormvrije m.e.r.-beoorde-ling) in aanraking komt zal sterk stijgen.De introductie van de vormvrije m.e.r.-beoordeling betekent ook dat m.e.r.een (meer) expliciete plek moet krijgen in ruimtelijke ordeningsprocessenbinnen de overheid. Welke afdeling is verantwoordelijk voor de vormvrijem.e.r.-beoordeling, wanneer dient deze in het planproces uitgevoerd teworden, op wat voor manier en met welke middelen wordt de beoordelinguitgevoerd, welk toetsingskader wordt gehanteerd, wie beslist, hoe wordende resultaten van de vormvrije m.e.r.-beoordeling vastgelegd et cetera? Dehandreiking op www.infomil.nl bevat tips hierover.Bij kleine projecten (bijvoorbeeld tien woningen met parkeergarage in eenstad), zal de vormvrije m.e.r.-beoordeling doorgaans een formaliteit zijn.Maar hoe anders wordt de beoordeling als sprake is van duizend woningennabij een gevoelig gebied (cultuurhistorisch, ecologisch of anderszins)?Overigens kunnen ook kleine projecten belangrijke nadelige milieugevol-gen veroorzaken. Een voorbeeld is de situatie waar stikstofdepositie speelten eigenlijk elke toename te veel is.Een laatste consequentie betreft de rol van m.e.r. bij structuurvisies. Eenstructuurvisie is planm.e.r.-plichtig als deze een kader vormt voor activitei-ten die boven de drempelwaarden liggen van onderdeel D. Als sprake is vaneen structuurvisie die een kader vormt voor activiteiten beneden de drem-pelwaarde, is een vormvrije m.e.r.-beoordeling nodig. Dat is in vrijwel allegevallen zo. Als sprake is van meerdere activiteiten en dus meerdere beoor-delingen, kan dit tot complexe situaties leiden. Het is verstandig hier reedsvroeg in het proces aandacht aan te besteden.Overigens kan een structuurvisie (met het planMER daarbij) worden gebruiktom te anticiperen op vormvrije m.e.r.-beoordelingen voor vervolgbesluiten. Ineen structuurvisie kan bijvoorbeeld worden aangegeven hoe gevoelig gebie-den zijn of wanneer belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden.Daarmee kunnen vervolgprocedures worden vereenvoudigd.ConclusieVan alle wijzigingen van het Besluit m.e.r. heeft de vormvrije m.e.r.-beoor-deling de meeste gevolgen voor de praktijk. Bij elk ruimtelijk plan, projectof vergunningsprocedure moet worden getoetst of een m.e.r.(-beoordeling)nodig is. De nabije toekomst zal moeten uitwijzen of en hoe m.e.r. meer ophet netvlies van de dagelijkse ruimtelijke ordeningpraktijk zal komenstaan. Bij gemeenten en provincies verdient m.e.r. een goede inbedding inde interne processen en procedures. een mededeling van het voornemen (bij een andere initiatiefnemer danhet bevoegd gezag), het raadplegen van betrokken bestuursorganen, en deformele bekendmaking. De vormvrije m.e.r.-beoordeling kent slechts ??nverplichting: de motivering in het bijbehorende moederbesluit. De motive-ring moet aangeven dat belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen wor-den uitgesloten.AanpakEr is geen kant-en-klaar recept voor de aanpak, diepgang en detailniveau vaneen vormvrije m.e.r.-beoordeling. Elke situatie is anders, en de omvang van tebeschouwen activiteiten kan liggen tussen zeer klein tot de drempelwaarde(kolom 2 Besluit m.e.r.). Voor stedelijke projecten bijvoorbeeld ligt de rangetussen enkele woningen tot een kleine 2000 woningen. Het is niet de bedoe-ling dat voor elk project een uitgebreid onderzoek wordt uitgevoerd.Een algemeen advies voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling: gebruik kennis enervaring die binnen de eigen organisatie aanwezig is. Experts met gebiedken-nis kunnen in veel gevallen betrouwbare uitspraken doen over mogelijke mi-lieugevolgen. Een ervaren ecoloog bijvoorbeeld kan goed inschatten of eenactiviteit belangrijke nadelige gevolgen voor een kwetsbaar natuurgebied zalhebben. Daarnaast is (bijvoorbeeld bij de Commissie voor de m.e.r.) veel ken-nis beschikbaar in milieueffectrapporten en andere onderzoeken. Uit rappor-ten over vergelijkbare activiteiten kan informatie worden gehaald die eengoede inschatting mogelijk maakt van de effecten van een (kleiner) project.Kansen en risico'sDe vormvrije m.e.r.-beoordeling kan tot twee uitkomsten leiden: geenm.e.r.-beoordelingsplicht: motiveren in moederbesluit, of wel een m.e.r.-(beoordelings)plicht. De finale juridische toets over de uitkomst van eenvormvrije m.e.r.-beoordeling volgt pas bij de beroepsprocedure bij de Raadvan State. In veel gevallen is dat veel later dan het moment waarop devormvrije m.e.r.-beoordeling wordt uitgevoerd. Het is mede daarom raad-zaam om bij het trekken van conclusies uit de vormvrije m.e.r.-beoordelingook naar andere aspecten te kijken. Zo kan het bij projecten die maatschap-pelijk gevoelig zijn voordelen hebben om wel te kiezen voor een m.e.r. Datreduceert procedurele risico's en kan meerwaarde hebben, zowel inhoude-lijk (de kwaliteit van plannen kan door m.e.r. verbeteren) als in decommunicatie.Als uit de vormvrije m.e.r.-beoordeling blijkt dat mogelijk belangrijkenadelige milieugevolgen kunnen optreden kan, meestal direct een (plan)-m.e.r.-procedure opgestart worden. De m.e.r.-beoordeling kan overgeslagenworden, omdat deze inhoudelijk tot dezelfde conclusies komt. Bij activitei-ten met een aparte initiatiefnemer kan het wenselijk zijn toch de formeleprocedurestappen van de m.e.r.-beoordeling te doorlopen, bijvoorbeeld alsdiscussie bestaat over de uitkomsten van de vormvrije m.e.r.-beoordelingen het bevoegd gezag de uitkomst formeel wil vastleggen.
Reacties