De bouw van de nieuwe Zeesluis IJmuiden vindt plaats te midden van een continubedrijf aan ‘the highway for fish and ships’, zijnde het Noordzeekanaal richting de haven van Amsterdam. Een bedrijf dattijdens de bouw ongestoord door moet gaan. Omgevingsmanager Jan Rienstra vertelt hoe de gebruiker, als klant, zo veel mogelijk centraal staat bij de werkzaamheden aan de sluis en bij werk in de omgeving.
TOETS0216CASUSWERKEN AANDE GROOTSTE ZEESLUISTER WERELDDe bouw van de nieuwe Zeesluis IJmuiden vindt plaats te midden van een continubedrijf aan `the high-way for fish and ships', zijnde het Noordzeekanaal richting de haven van Amsterdam. Een bedrijf dattijdens de bouw ongestoord door moet gaan. Omgevingsmanager Jan Rienstra vertelt hoe de gebruiker,als klant, zo veel mogelijk centraal staat bij de werkzaamheden aan de sluis en bij werk in de omgeving.26Rijkswaterstaat werkt samen met partners in de regio aan eennieuwe zeesluis in IJmuiden. In dit sluizencomplex bereikt deNoordersluis in 2029 het einde van de technische levensduur.Ook is deze sluis te klein geworden voor de steeds grotere zee-schepen. In opdracht van Rijkswaterstaat bouwt aannemerscon-sortium OpenIJ de komende jaren een nieuwe sluis van 500 meter lang, 70meter breed en 18 meter diep. Met deze afmetingen wordt het de grootstezeesluis van de wereld. In januari 2016 is gestart met de bouw en eind 2019is de nieuwe zeesluis beschikbaar voor de scheepvaart. Over de toekomstvan de Noordersluis wordt in 2017 een besluit genomen.Doordat de nieuwe zeesluis een gat in de duinenrij cre?ert, is de waterke-rende functie van essentieel belang. "In het contract vragen wij niet om eensluis, maar wij vragen aan de opdrachtnemer om ons een dienst te leveren,namelijk een 100% waterkerende functie en 99% beschikbaarheid voor descheepvaart", geeft Jan aan. "De afspraak is dat de nieuwe zeesluis 99% be-schikbaar is. Als deze na oplevering buiten bedrijf gesteld moet worden van-wege bijvoorbeeld onderhoud, moet dit tijdig worden gecommuniceerd."DE AUTEURCommunicatiebureau Geke Kiers kiersjrn@hetnet.nlMeer informatie:Mascha Lichtendahl, projectmanager Rijkswaterstaat,mascha.lichtendahl@rws.nlJan Rienstra, omgevingsmanager Rijkswaterstaat,jan.rienstra@rws.nlTOETS021627In de beoordeling van de biedingen op het DBFM-contract (Design Build Fi-nance Maintain) van de nieuwe Zeesluis heeft de omgeving een grote rolgespeeld. Het EMVI-criterium is opgebouwd vanuit de ambitie van een tevre-denheidsdriehoek, bestaande uit de omgeving, de gebruiker en de beheer-der. Jan Rienstra zegt daarover: "Rijkswaterstaat stelt `de gebruiker', oftewelde klant, centraal. De zeesluis ligt in een omgeving waar gewoond en ge-werkt wordt. Er zijn buren, er zijn mensen die de trossen vastleggen en erzijn passerende schepen. Het realiseren van het project moet je bovendieninpassen in afstemming en samenhang met andere werkzaamheden vanRijkswaterstaat op en aan het sluizencomplex en het Noordzeekanaal."Omgevingsmanagement was daarmee een belangrijk gespreksonderwerpin de dialoog met de markt. Hinder in het algemeen en hinder tijdens debouw waren om die reden een criterium bij het gunnen.De biedingen zijn mede gewaardeerd op hinder en hinderbeleving door deomgeving. Vanwege de stabiliteit van de bestaande sluizen, maar ook van-wege de reductie van bouwhinder wordt de bouw overwegend trillings- engeluidsarm uitgevoerd. Een breed scala aan maatregelen is aangeboden endeze zijn vervolgens in het contract vastgelegd. Voor verkeer en mobiliteit ismet het consortium OpenIJ afgesproken dat ? en hoe ? het passeren van deschepen tijdens de bouw op een vlotte en veilige manier door moet gaan.Voor Jan Rienstra als omgevingsmanager draait alles om overzicht, organi-seren en tijdig communiceren. "Denken vanuit de gebruiker, dat is de op-gave." Zo vindt in 2016, tegelijk met de voorbereiding van de bouw van denieuwe Zeesluis, de renovatie van de Velsertunnel plaats. De bestaande slui-zenroute is g??n omleidingsroute voor de gesloten Velsertunnel, dat is na-ONTWIKKELING HAVENREGIOEen nieuwe zeesluis in IJmuiden, die groter, breder en getijonafhankelijk is, maaktde haven bereikbaar voor een nieuwe generatie schepen. Deze grote zeehaven bijde ingang van het Noordzeekanaal is zowel internationaal, nationaal alsregionaal van belang. De uitbreiding versterkt de positie van de Amsterdamsehaven als vierde haven van Europa. De Amsterdamse havenregio is bovendienvan belang voor de Nederlandse en Europese economie. De regio in hetNoordzeekanaalgebied krijgt een impuls doordat relatief veel goederen wordenbewerkt en verwerkt alvorens te worden doorgevoerd.INITIATIEFNEMERS VOOR ZEESLUIS IJMUIDENHet project is een samenwerkingsverband van het ministerie van Infrastructuur enMilieu, de provincie Noord-Holland, de gemeente Amsterdam, HavenbedrijfAmsterdam NV en de gemeente Velsen. Dit project wordt mede gefinancierdvanuit het TEN-T programma van de Europese Unie. In december 2014 is hetProvinciale Inpassingsplan vastgesteld en het bestuurlijk convenant getekendvoor het gezamenlijk tot stand komen van de nieuwe zeesluis.CASUSmelijk de Wijkertunnel, welke met een extra rijstrook is uitgebreid. Welworden maatregelen getroffen op de sluizenroute om hinder vanwege extragebruik te beperken. Zo wordt de sluis, die voor de recreatievaart wordt ge-bruikt, in de spits niet gedraaid. De recreatievaart moet dit op tijd weten.Eveneens geldt dat voor consequenties voor de vaarsnelheid als gevolg vande aanleg van natuurvriendelijke oevers in het Noordzeekanaal. "Als je aanhet werk bent als Rijkswaterstaat ? om het even welke opdrachtnemer hetwerk uitvoert ? en dat geeft een beperking van de scheepvaart dan m?et datop tijd duidelijk zijn voor degene die van de diensten van de route gebruikwil maken", benadrukt Jan. "Over deze hinder hebben wij ook op bestuur-lijk niveau en met bedrijven uit de omgeving een goede samenwerking."In de praktijk wordt door het consortium de rolverdeling van het binnenRijkswaterstaat gebruikelijke IPM-projectteam gespiegeld. De omgevings-manager uit het consortium is, nadat de klus gegund is, op zo kort moge-lijke termijn ge?ntroduceerd bij de stakeholders om de klus in goede af-stemming te kunnen klaren. In interactie tussen Rijkswaterstaat en OpenIJworden er werkafspraken gemaakt en contacten gelegd en onderhouden.Bij het beheersen van een project is het voor de omgevingsmanager vanRijkswaterstaat belangrijk te denken in risico's en kansen. De risico's zijninput voor de `risicogestuurde systeemgerichte contractbeheersing'. Ditwordt bespreekbaar gemaakt in de zogenoemde `interactie' met de op-drachtnemer tijdens de samenwerking en uitvoering van de klus. In decontractlijn wordt getoetst op de werkwijze van de opdrachtnemer. Indien28TOETS021629TOETS0216de resultaten van de periodieke toetsen er aanleiding toe geven, wordt in-gegrepen (interventie). Dat kunnen bijvoorbeeld verbetervoorstellen, ver-hoogde aandacht in de interactie, of afstemming zijn.Het domein en de werkzaamheden van een projectgebonden omgevings-manager zijn vastgelegd in de Werkwijzer Aanleg en Onderhoud. In hetcontract worden de verantwoordelijkheden belegd tussen opdrachtgeveren opdrachtnemer. Zo is het onderwerp communicatie beschreven en ver-deeld. Rijkswaterstaat neemt de publiekscommunicatie op zich en de aan-nemer neemt de bouwcommunicatie voor zijn rekening.ValidatieTen aanzien van het stakeholdermanagement is een analyse van de omge-ving gemaakt. Klanteisen worden opgehaald bij stakeholders en deze wor-den ? indien gehonoreerd ? doorgelegd in de uitvraag aan de markt. Terug-koppeling daarover aan de stakeholders is daarbij van belang. Na gunningstart het proces waarbij van een aanbiedingsontwerp een definitief ont-WERKWIJZER RIJKSWATERSTAATDe Werkwijzer Rijkswaterstaat beoogt onder meer de aanleg- en onderhoudspro-jecten van Rijkswaterstaat uniform in te richten, met gebruik van de aanwezigekennis en ervaring. Middelen om dit te bereiken zijn een beschrijving van deprojectsturing, IPM-processen binnen het project en een uniforme structuur,waarbinnen kaders en handreikingen beschikbaar zijn.Vijf IPM-rollen bij RijkswaterstaatEen projectorganisatie van Rijkswaterstaat is opgebouwd volgens het principevan Integraal Projectmanagement (IPM).Vanuit de werkprocessen worden devolgende vijf IPM-rollen en verantwoordelijkheden onderscheiden. Elke rol wordtdoor verschillende personen ingevuld:? Projectmanager: goed projectresultaat, waaronder het borgen van kwaliteit,geld en tijd? Manager projectbeheersing: identificeren en beheersen van (mogelijke) risico's? Omgevingsmanager: relatie met de omgeving en stakeholders in balanshouden gedurende het project? Technisch manager: technische en inhoudelijke inbreng in het projectContract-manager: contracten van de verschillende marktpartijenSysteemgerichtecontractbeheersingRijkswaterstaat werkt met systeemgerichte contractbeheersing bij alle contract-vormen waarvan de inkoop onder kwaliteitsborging plaatsvindt. De opdrachtne-mer beheert binnen dit systeem zelf de kwaliteit van de geleverde producten.Toetsen worden ingepland op basis van contractrisico's voor Rijkswaterstaat.Vooral de risico's die grote gevolgen hebben voor de opdrachtgever en waarop deopdrachtnemer invloed heeft zijn van belang. Het uitgangspunt van Systeemge-richte Contractbeheersing is dat elke opdrachtnemer met een gecertificeerdkwaliteitsmanagementsysteem werkt. Daarin worden de processen beschreven,risico's beheerst, problemen gesignaleerd en vervolgens door de opdrachtnemerpassende maatregelen genomen. Ook evalueert hij zelf met regelmaat het heleproces. De opdrachtnemer moet in elke fase van het project kunnen aantonen dathet werk voldoet aan de kwaliteitseisen. Op basis van de informatie uit hetkwaliteitsmanagementsysteem kan Rijkswaterstaat het contract op afstandbeheersen.30TOETS GAAT DIGITAAL!Toets wordt na 23 jaar print een 100% online kennisplatform. Tegelijk gaatToets samenwerken met S+RO, kennisplatform op het gebied van steden-bouw en ruimtelijke ontwikkeling. Waar u Toets voorheen vier keer perjaar in uw brievenbus vond en daarnaast ook digitaal kon raadplegen, wor-den de artikelen vanaf nu alleen nog online aangeboden. In S+RO, al sinds1920 bekend en gewaardeerd in de wereld van ruimtelijke planvorming,zal er meer aandacht komen voor effectstudies. Leden van Toets krijgenvanaf nu het vakblad S+RO toegestuurd. Zo haken we aan bij een groternetwerk en kunnen we de inhoud van Toets breder verspreiden.Toets gaat over ruimtelijke planvorming en daarvoor benodigde effecten-studies, over het proces en de daarmee samenhangende juridische vraag-stukken. Toets schijft over actuele ontwikkelingen, over praktijkervaringenen over de toepassing van effectstudies in ruimtelijke planvorming.Wat betekent dat voor u? Het papieren magazine Toets verdwijnt en toets-online.nl breiden we uit met het volledige archief van S+RO (met alle edi-ties vanaf 1920 tot nu!). De gecombineerde archieven zijn vanaf nu door-zoekbaar op de website van S+RO (www.sronet.nl). Op toets-online.nl staateen doorverwijzing. Daarnaast ontvangt u vanaf nu het papieren magazineS+RO in uw brievenbus.Op toets-online.nl blijven dus de ?chte, inhoudelijke Toets-artikelen ver-schijnen, maar ook nieuwsberichten over de laatste ontwikkelingen bin-nen het vak, scherpe en prikkelende blogs en nieuwsberichten en verdie-pende artikelen over jurisprudentie.Redactie Toetswerp wordt gemaakt, dat weer resulteert in een uitvoeringsontwerp. In elkvan de stappen is het nodig dat stakeholders zich blijven herkennen (vali-datie). Jan Rienstra: "Het is belangrijk dat de stakeholder wordt ge?nfor-meerd en kan beoordelen of datgene dat wordt gebouwd ook hetgeen is dathij had verwacht. In dat proces is het noodzakelijk dat stakeholder, op-drachtgever en opdrachtnemer elkaar op blijven zoeken en afspraken ma-ken bij verschil van inzicht. Daarmee voorkom je dat partijen elkaar onder-weg kwijtraken."Werken op een eilandHoe werkt het beperken van hinder in de praktijk van de nieuwe Zeesluis?Jan Rienstra: "OpenIJ werkt vanuit de filosofie `werken op een eiland'. Ma-teriaal voor de nieuwe Zeesluis wordt `just in time' via het water aange-voerd. Hiervoor worden de voorbereidingen getroffen vanuit onder anderehet westelijk havengebied. Om de sluis te kunnen bouwen, moet veel zandworden gebaggerd. Datzelfde materiaal is later weer nodig om land te kun-nen maken, volgens een methode die `diepwanden' heet. Eerst wordt hetzand naar zee gebracht en gestort, zodat het niet in de weg ligt voor descheepvaart. Maanden later wordt het zand teruggebracht. Het baggerenzelf wordt in het nautisch overleg afgestemd met de scheepvaart, de lood-sen, de slepers en de vletterlieden."Als `co?rdinerend omgevingsmanager' gaat de rol van Jan Rienstra verderdan alleen de bouw van de zeesluis en richt hij zich op het brede perspec-tief. Vanuit de regionale dienst wordt hierop gestuurd. "Voor ons als project-team geldt dat we zo veel mogelijk denken vanuit de gebruiker van het slui-zencomplex. Tegelijkertijd is afstemming nodig met andere projectteamsvan Rijkswaterstaat. Zo zijn er teams die zich bezighouden met de nieuwegeneratie besturing en bediening van de bestaande sluizen of met een in-spectie of gepland onderhoud vanwege onderhoudscontracten. Ook wordenstudies uitgevoerd naar toekomstbestendige waterkerende functies van hetsluizencomplex. Namens Rijkswaterstaat word ik gevraagd om hierin over-zicht te cre?ren. Anders weet de rechterhand niet wat de linker doet."
Reacties