De m.e.r.-procedure startte in 2003. Onder aanvoering van professor Van Ellen organiseerden de tegenstanders zich. Zij vonden de plannen veel te ingrijpend en stelden dat een verlaging van de uiterwaarden ook voldoende zou zijn. Op het locatiebezoek van de Commissie m.e.r. was een ruime vertegenwoordiging van de tegenstanders aanwezig om de bezwaren toe te lichten. Het milieueffectrapport zette de plannen van Rijk én insprekers naast elkaar. Toen het Rijk zich met die informatie had uitgesproken voor de dijkverlegging met nevengeul (2006), nam Nijmegen het voortouw bij de uitwerking. Het zuidelijke deel van de Waalsprongplannen zou immers ingrijpend veranderen. Maar dat was niet het enige. Tijdens de werkzaamheden aan de dijk en de nevengeul zou de belangrijkste ontsluiting van Nijmegen via de brug geheel of gedeeltelijk buiten gebruik zijn. Daarmee kwam nog een ander plan in een stroomversnelling: een tweede oeververbinding over de Waal bij Nijmegen. Ook dat was geen eenvoudige opgave: aan de noordkant lag langs de Waaloever beschermde natuur (Natura2000 en Ecologische Hoofdstructuur) en aan de zuidzijde moest de aanlanding van de brug worden ingepast in de wegenstructuur van bestaand stedelijk gebied. Het milieueffectrapport moest dus niet alleen ingaan op alternatieven voor de verbinding zelf (aantal rijbanen, langzaam verkeer, type brug) en de afgeleide effecten van verkeersafwikkeling tot de A50 aan toe, maar ook op de plaatselijke effecten, zoals het vermijden van sluipverkeer door bestaande woonwijken enerzijds en verstoring van beschermde vogels anderzijds. Ook dit project belandde bij de rechter en leidde tot interessante jurisprudentie. Insprekers misten in het MER een tunnelalternatief. Gezien de beschreven kostenverschillen tussen een brug en een tunnel en de hoogte van de bijdrage die de gemeente van het Rijk zou ontvangen voor de aanleg van een tweede oeververbinding, vond de rechter het echter aannemelijk dat een tunnelalternatief niet realistisch was. De nieuwe oeververbinding werd in november 2013 feestelijk geopend en won in 2014 een prijs voor het ontwerp.
De werkzaamheden voor de dijkverlegging startten in 2012. Het was een enorme operatie, vooral omdat je in alle fasen van het werk met de kans op hoogwater rekening moest houden. Het tracé van de A325 moest worden omgelegd om de brug te kunnen verlengen. Toen de aannemer met het aangelegde grondlichaam de werkzaamheden aan de geul om een slimme manier compartimenteerde, werd een tijdwinst van 6 maanden bereikt. 31 maart 2016 werd het project opgeleverd en waren de werkzaamheden voltooid. De Waalsprong heeft een front naar de stad Nijmegen gekregen.
Het was de moeite waard om er rond te fietsen en het gebied van alle kanten, waaronder vanaf de mooie nieuwe bruggen, te bekijken. Het stille asfalt op de tweede stadsbrug, de aantrekkelijke fietspaden in het gebied zelf, de twee verdiepingen en loungebanken op de promenadebrug, de veelbelovende inrichting van het groen in wording. En als toetje: zoef-zoef terug naar het station via de snelbinder, de comfortabele snelle fietsroute langs de spoorbrug over de Waal. Al met al een gebied om in de toekomst regelmatig nog eens te gaan kijken. Ik kan eigenlijk niet wachten op het eerste echte hoogwater… En dat kwam al snel!
Reacties