Het MER voor de Gebiedsopgave Grenscorridor N69 geeft nog onvoldoende informatie over de effecten op natuurgebieden op Belgisch grondgebied. De Commissie voor de m.e.r. adviseert de provincie deze informatie alsnog te geven, voordat zij een besluit neemt over de Grenscorridor.
De provincie Noord-Brabant wil de bereikbaarheid en leefbaarheid van het gebied langs de N69, de Grenscorridor N69, verbeteren. Op 14 november 2011 gaf de Commissie in een voorlopig toetsingsadvies haar oordeel over de kwaliteit van het MER, waarin de effecten van verschillende oplossingsrichtingen zijn onderzocht. Zij concludeert dat in het MER nog belangrijke informatie mist over de effecten op Belgische natuurgebieden, waaronder informatie over de stikstofdepositie van wegverkeer op deze gebieden. Zij heeft de provincie geadviseerd om deze informatie te geven voordat zij een besluit over de Gebiedsopgave neemt, omdat deze informatie essentieel is voor de onderbouwing van het besluit. De provincie Noord-Brabant gaat deze aanvullende informatie op korte termijn geven. Daarna brengt de Commissie een definitief toetsingsadvies over het MER uit.
In haar advies spreekt de Commissie ook haar waardering uit voor de voortvarendheid waarmee in korte tijd de problematiek is doorgrond en geanalyseerd. Deze voortvarendheid heeft geleid tot een omvangrijk MER met een uitgebreid overzicht van effecten van de verschillende alternatieven. Echter de argumenten en keuzes die tot de bestuurlijke voorkeur voor de ‘Westparallel’ hebben geleid, zijn in het MER moeilijk navolgbaar. In welke mate alternatieven de gestelde doelen bereiken, blijft onduidelijk omdat deze doelen niet concreet gemaakt zijn. Daardoor is een afweging van positieve effecten (op bijvoorbeeld bereikbaarheid en leefbaarheid) tegen negatieve effecten (op bijvoorbeeld ruimtegebruik en natuur) slecht te maken. De Commissie adviseert om die reden de afweging van alternatieven en de gemaakt keuzes later in het proces beter toe te lichten.
Bron: Commissie voor de m.e.r.
Reacties