Dat is de belangrijkste conclusie van een inventarisatie van dit voorjaar, die onderzoeker Rob van Apeldoorn in opdracht van het voormalige ministerie van LNV uitvoerde. Hij keek daarbij naar de activiteiten van ondernemers in de recreatiesector. Daarvoor blijken wel degelijk mogelijkheden te zijn.

“Dat spoort helemaal met een ander onderzoek van collega’s”, volgens Van Apeldoorn. “Daarin is de vergunningverlening vanuit de Natuurbeschermingswet en de Flora- en Faunawet in de periode 2005-2008 onderzocht. Van de aangevraagde vergunningen bleek 95 procent verleend te zijn. Weliswaar vaak onder voorwaarden, maar we praten over ongeveer 1.100 vergunningaanvragen in die periode. Dat strookt niet met het beeld dat Nederland met Natura 2000 op slot is gegaan.”

“Er zijn veel vergunningen verleend aan de intensieve veehouderij en de beroepsvisserij, recreatie in brede zin, havenuitbreiding, het storten van bagger, het winnen van oppervlaktewater, woningbouw, zand- en grindwinning, de aanleg van bedrijventerreinen en het organiseren van evenementen”, somt Van Apeldoorn op. Al deze activiteiten vinden in en nabij Natura 2000-gebieden plaats. Maar, voegt hij eraan toe, dat betekent niet dat economische activiteiten in Natura 2000-gebieden niets in de weg wordt gelegd.

De overheid heeft het slechte imago van Natura 2000 overigens deels aan zichzelf te wijten, vindt de onderzoeker. Natura 2000 omvat de gebieden die op basis van de Vogelrichtlijn uit 1979 en de Habitatrichtlijn uit 1992 zijn aangewezen en daarvoor deels al beschermd waren. “Maar door Brussel en de EU-lidstaten is veel te weinig voorlichting gegeven over wat Natura 2000 nou eigenlijk inhoudt. In de Habitatrichtlijn staat expliciet dat je bij het uitvoeren van de beschermende maatregelen rekening moet houden met de economische, sociale en culturele bijzonderheden van een gebied.”

Afgelopen maart gaf staatssecretaris Bleker (EL&I) te kennen dat hij tot een betere afstemming van de doelen van Natura 2000 en ondernemersbelangen wil komen. Volgens Van Apeldoorn is het daarbij belangrijk dat bij het opstellen van de beheerplannen voor Natura 2000-gebieden door de lokale overheden en alle betrokken partijen wordt gefocust op het creatief zoeken naar varianten voor ontwerp, inrichting en nieuwe technieken. Van Apeldoorn: “Dat is meer dan het afwegen van sectorbelangen”.

Bron: SC online