GS van Brabant waren van mening dat, omdat de effecten van ammoniakemissie en stikstofdepositie worden gereguleerd door de Natuurbeschermingswet en het Programma Aanpak Stikstof, de negatieve effecten op een EHS-gebied vanwege ammoniakemissie en stikstofdepositie uitgezonderd zijn van een toets aan de provinciale Verordening Ruimte 2014. De Raad van State volgde GS hierin echter niet; noch in de verordening, noch in de toelichting daarop blijkt dat met de effecten van ammoniakemissie en stikstofdepositie geen rekening gehouden hoeft te worden.
Dat is nogal wat; het areaal EHS (tegenwoordig aangeduid als Natuurnetwerk Nederland) is in Noord-Brabant, evenals in de meest provincies, veel groter dan het Natura 2000-areaal. Dit Natuurnetwerk is bovendien veel gelijkmatiger over de provincie verdeeld dan Natura 2000. Waar beide categorieën ruimtelijk overlappen, voorziet de Natuurbeschermingswet in bescherming tegen een overmaat aan stikstofdepositie, maar die overlap betreft hoogstens een kwart van het totale NNN-areaal. Ga er verder maar vanuit dat alle Natuurnetwerkgebieden op zand- of veengrond (dus driekwart van Noord-Brabant) stikstofgevoelig zijn en het moge duidelijk zijn dat de gevolgen van stikstofdepositie in deze provincie veel ruimer moet worden beoordeeld dan tot nu toe het geval was.
Als ecoloog vind ik dit een prima zaak, maar bij de uitwerking doen zich wel enkele praktische problemen voor; wat zijn bijvoorbeeld de kritische deposities van al die natuurbeheertypen, die niet overlappen met de Natura 2000-habitats? En wat doen we met de kritische waarden voor de doelsoorten van het NNN, voor zover niet gelijk aan de Natura 2000-doelsoorten? Moeten we bij het bepalen van de achtergronddepositie weer terug naar de kaarten van het Planbureau voor de Leefomgeving, aangezien AERIUS alleen achtergronddeposities in en rondom Natura 2000 weergeeft? En kun je bij de toetsing van de effecten van extra stikstofdepositie op het NNN ook “meeliften” op de verwachte daling van de achtergronddepositie, waar het PAS-stelsel grotendeels op is gebaseerd? En in welke provincies speelt dit nog meer?
Het zou natuurlijk mooi zijn als het instrument AERIUS wordt uitgebreid naar het hele Natuurnetwerk Nederland en dat we op korte termijn een landelijke lijst met kritische deposities hebben van alle natuurbeheertypen. Waarschijnlijker is echter dat Brabant dit geheel op eigen houtje gaat oplossen, zonder afstemming met de andere provincies waar dit waarschijnlijk ook speelt. Wordt het natuurbeleid weer een stukje ingewikkelder dan het al is.
Reacties