Het Besluit m.e.r. is aangepast en treedt op 1 april 2011 in werking. Door de wijzigingen worden minder activiteiten direct m.e.r.-plichtig. Wel is er vaker een m.e.r.-beoordeling nodig. Projecten die onder de drempelwaarden zitten, kunnen een procedureel eenvoudige m.e.r.-beoordeling doen.
Het Besluit m.e.r. is gerepareerd naar aanleiding van:
- Het Hofarrest van 15 oktober 2009 waarin Nederland is veroordeeld door onjuiste implementatie van de Europese m.e.r.-richtlijn. In Nederland zijn de drempelwaarden uit de D-lijst gericht op de omvang van de activiteit (bijvoorbeeld een bedrijventerrein van 75 hectare of meer). Er wordt ten onrechte geen rekening gehouden met de andere criteria uit bijlage III van de M.e.r.-richtlijn zoals de plaats van het project en de kenmerken van het potentiële effect.
Op 28 februari 2011 is het Besluit m.e.r. gepubliceerd in Staatsblad (102/2011). Belangrijke wijzigingen zijn:
- Artikel 2, lid 5 geeft voor de gevallen onder richtwaarden van de D-lijst (voorheen drempelwaarden) de mogelijkheid procedureel een eenvoudige m.e.r.-beoordeling te doen. Deze gaat volledig op in de moederprocedure.
Meer informatie over m.e.r.-beoordeling vindt u in de factsheet 'Wat en hoe van m.e.r. beoordeling'.
Lees hier eerdere berichtgeving over de wijziging.
Bron: Commissie voor de m.e.r.
Reacties