Op 1 oktober wijzigen de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro). Deze veranderingen in regelgeving hebben consequenties voor ruimtelijke plannen van provincies en gemeenten. Deze plannen moeten vanaf 1 oktober, in lijn worden gebracht met de nieuwe regelgeving.
Daarnaast treden per 1 oktober delen in het Barro in werking die in het verleden al zijn vastgesteld, maar die voor hun inwerkingtreding wachtten op deze wetswijziging. De wijzigingen in Wro, Bro, Barro en Rarro zijn aangekondigd in de eerder dit jaar vastgestelde Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Met deze aanpassingen in de regelgeving is de wettelijke borging van het beleid in de SVIR nagenoeg voltooid.
In Wro krijgt het rijk de mogelijkheid om provincies in medebewind te roepen als het voor de borging van nationale belangen nodig is dat regelgeving via provinciale verordeningen wordt uitgewerkt. Ook wordt de wettelijke grondslag versterkt voor rijk en provincies om in specifieke omstandigheden ontheffing te verlenen van de geldende regels. In Bro wordt de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen. Deze ladder stelt eisen aan de motivering van onder meer bestemmingsplannen die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk maken. De wettelijke regeling gaat vergezeld van een handreiking die andere overheden ondersteunt bij de praktische toepassing van de juridische verplichting. In Barro worden een aantal onderwerpen toegevoegd waarvoor het rijk uit het oogpunt van de nationale belangen in de SVIR ruimtelijke regels stelt.
Reacties