Op 7 februari oordeelde de voorzieningenrechter echter dat nesten van de boomvalk niet jaarrond beschermd hoeven te worden (de uitspraak had betrekking op een besluit dat nog was genomen onder de Flora- en faunawet, toen deze categorie nesten nog wettelijk beschermd werd). Het betoog bij dit oordeel was glashelder; het broedseizoen van boomvalken begint nadat het broedseizoen van kraaien is afgelopen. Boomvalken maken gebruik van net verlaten kraaiennesten uit hetzelfde jaar. Een nest uit het voorgaande jaar is veelal niet meer in goede staat en voor boomvalken alleen opnieuw te gebruiken indien kraaien dat nest hebben hersteld. Boomvalken keren dan ook in de regel niet ieder jaar naar hetzelfde nest terug. Anders dan op de 'Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep' staat, kan bij nesten van boomvalken daarom niet van jaarronde bescherming worden gesproken.
Dit deed bij mij de vraag rijzen of de status van jaarrond beschermd nest voor nog meer soorten onterecht is. Ik heb daarom weer eens het fraaie standaardwerk Ecologische Atlas van de Nederlandse roofvogels uit 1993 uit de kast getrokken, opgesteld door Rob Bijlsma, de onbetwiste roofvogelexpert van Nederland. Tot mijn verbazing blijkt dus al ruim 20 jaar bekend dat de boomvalk helemaal niet behoort tot de categorie Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen . Het laatste deel van deze definitie is weliswaar van toepassing, maar het eerste deel beslist niet. Bijlsma stelde in 1993 al: “Ongebruikelijk is de bezetting van een nest dat één of twee jaren tevoren ook al door een boomvalk is gebruikt. In Drenthe werd dat 6x vastgesteld (N=59).”
Meteen maar even doorgebladerd naar andere roofvogels van categorie 4 (wespendief, buizerd, sperwer) die door de wetgever eveneens worden geacht jaar in jaar uit gebruik te maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen. Bijlsma stelt ten aanzien van deze soorten het volgende:
En last but not least:
Dit neemt natuurlijk niet weg dat in het kader van de zorgplicht aantasting van nesten zoveel mogelijk voorkomen moet worden en dat indien nodig alternatieve nestlocaties moeten worden aangeboden (zoals in het geval van het betreffende boomvalknest ook keurig is gedaan, tijdig en op geschikte locaties). Belangrijk winstpunt van deze uitspraak, als deze in de bodemprocedure overeind blijft, is echter dat er bij het toepassen van de juiste maatregelen geen (vrijwel onmogelijke) ontheffing meer behoeft te worden verkregen.
Alle reden dus om, indien de afzonderlijke provincies besluiten om alsnog een bepaalde categorie vogelnesten jaarrond te beschermen, de vorige lijst goed tegen het licht van de beschikbare kennis te houden. De uiteindelijke lijst zal bovendien veel beter onderbouwd moeten worden dan de lijst die we jarenlang kritiekloos hebben toegepast.
Reacties