Dat klimaatverandering leidt tot een hoger risico op overstromingen is bij iedereen bekend. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma zorgt ervoor dat onze dijken tijdig aan de nieuwe (klimaatbestendige) veiligheidsnormen voldoen. Wat minder bekend is, is dat door klimaatverandering ook de kans op wateroverlast, hitte en droogte toeneemt. Dat levert risico’s op voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Het is van groot belang dat Nederland zich aanpast aan deze veranderingen. Als we niets doen, kan de schade in onze steden oplopen tot zo’n € 70 miljard in de periode tot 2050. Ook in het landelijk gebied kan aanzienlijke schade optreden. Stortbuien en langdurige neerslag veroorzaken ook daar wateroverlast. Op andere momenten ontstaat juist droogteschade. Hitte veroorzaakt uitzettingsproblemen bij spoorwegen, bruggen en andere infrastructuur. Ook raakt hitte de gezondheid van kwetsbare mensen, zoals ouderen en jonge kinderen.
Voor Nederland als laagliggend en dichtbevolkt land kunnen de gevolgen van klimaatverandering groot zijn. Nederland zal daarom moeten inspelen op veranderende inzichten en ontwikkelingen in het klimaat. Het klimaatbestendig en waterrobuust inrichten van ons land moet een vanzelfsprekend onderdeel van ruimtelijke ontwikkelingen worden. Deze ruimtelijke aanpassing aan klimaatverandering wordt “ruimtelijke adaptatie” genoemd.
Deltaplan ruimtelijke adaptatie
Op Prinsjesdag 2017 heeft de Deltacommissaris het Deltaprogramma 2018 aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit Deltaprogramma bevat voor het eerst een “Deltaplan ruimtelijke adaptatie”. Daarin staat beschreven hoe gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk het proces van ruimtelijke adaptatie willen versnellen en intensiveren. Ruimtelijke adaptatie had al de aandacht van vele overheden, maar de urgentie is toegenomen en de vrijblijvendheid moet er vanaf. Het Deltaplan heeft tot doel dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Om dat doel te bereiken bevat het plan concrete doelen (7 ambities) en acties voor de verantwoordelijke overheden. Aandachtspunt voor provincies en gemeenten is dat deze ambities moeten worden vastgelegd in de provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies. Veel gemeenten en provincies zijn in hun voorbereiding op de Omgevingswet al aan de slag met deze visies. Denk daarbij dus aan de ruimtelijke adaptatie-ambities: pak het Deltaplan erbij!
Nu aan de slag!
Startpunt voor de aanpak van ruimtelijke adaptatie is het – voor zover dat nog niet is gedaan – in beeld brengen van de kwetsbaarheden. Dat gebeurt aan de hand van een gestandaardiseerde ‘stresstest’ in elke gemeente. Deze stresstest moet iedere zes jaar herhaald worden. De uitkomsten van de stresstest leiden tot een uitvoeringsagenda van maatregelen en tot ruimtelijke adviezen voor de provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies. Dit moet uiterlijk in 2020 zijn gebeurd, zodat vanaf dat moment het klimaatbestendig en waterrobuust denken en handelen volledig is ingebed in het beleid en de uitvoering bij gemeenten, waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat. Dit betekent onder andere dat provincies en gemeenten het onderwerp ruimtelijke adaptatie van meet af aan meenemen bij het maken van omgevingsvisies, omgevingsplannen en omgevingsvergunningen. Daarbij zullen zij de adviezen en inzichten van de waterschappen moeten betrekken.
ToetsTeam Pels Rijcken
Aart Jan van der Ven
Reacties